Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het eigen land

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het eigen land

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pe klachten over de zo zwaar drukkende belastingen en lasten houden niet op. Zij zijn tot uiting gekomen in de rede, welke de voorzitter van de redersvereniging dezer dagen op de jaarvergadering dezer vereniging hield, en eveneens in de jaarverslagen van ettelijke ondernemingen. Zij zijn ook tevens tot uiting gebracht in een adres van de commissie van overleg van de drie op dit punt sa-Dienwerkende middenstandsorganisaties, gericht aan de Tweede Kamer. In dat adres zijn de bezwaren der drie organisaties tegen de wijzigingwet op de omzetbelasting kenbaar gemaakt. In dat adres wordt gezegd:

„Hoewel het gewijzigde ontwerp van wet op de omzetbelasting belangrijke tegemoetkomingen brengt voor een groot aantal middenstanders, zijn de wijzigingen voor een groter aantal middenstanders van geen enkele betekenis en brengen voor bepaalde categorieën zelfs een verzwaring van lasten.

Volgens het oorspronkelijke wetsontwerp — zo wordt vervolgens in het adres opgemerkt — zouden ongeveer een 100.000 ondernemers tegemoet gekomen worden. Door de aangebrachte wijzigingen wordt dit aantal uitgebreid tot 120.000 a 130.000 ondernemers. Gezien dat het aantal ondernemers op een totaal van 380.000 berekend wordt, betekenen deze tegemoetkomingen echter nog geenszins een inlossing van de door de regering gedane toezeggingen, door middel van deze wijzigingen de fiscale lasten van de middenstand als zodanig te verminderen. Hoewel de middenstandsorganisaties erkentelijk zijn voor de inwilliging van belangrijke verlangens, geuit in het adres, dat zij aan de Kamer hebben gezonden bij de indiening van het wetsontwerp, vragen zij in dit adres wederom de grens van vrijstelling van fabrikantsleveringen en dienstverlening van ƒ 1200 te verhogen tot ƒ 5000. Met name het kleine ambachtsbediijf zou met een dergelijke wijziging gediend zijn.

Verder wordt in het adres onder meer gevraagd diensten, welke leveringen vergezellen, vrij te stellen van omzetbelasting, indien deze diensten niet meer dan 25 % van de voor levering bedongen som uitmaken en dat de waarde van de door een particulier ter be-of verwerking gegeven stof buiten beschouwing zal blijven bij het bepalen van de belastbare vergoedingen van de be-of verwerking".

Tot zo ver het adres.

Bij voortduring hebben de afgevaardigden der S.G.P. op een ingrijpende verlaging van de zo hoog geklommen belastingen en lasten bij de regering aangedrongen. Zij hebben daarbij nimmer ontkend, dat de overheid het recht toekomt om belastingen te heffen. Zouden zij zulks gedaan hebben, dan zouden zij zich tegenover Gods Woord, dat de overheid dit recht nadrukkelijk toekent, misdragen hebben. Stellig is de overheid gerechtigd om tot instandhouding van het bestaan van het rijk belastingen te heffen. Doch zij heeft zulks niet te doen op een wijze, zoals dit nu al ettelijke jaren geschied is, waar zij haar onderdanen overbelast heeft. Zij heeft toch van haar onderdanen veel meer aan belastingen en lasten gevorderd dan voor het instandhouden van het rijk van node was. Dit moge al de hoge goedkeuring van de Partij van de Arbeid weggedragen hebben en wegdragen, maar het loopt lijnrecht in tegen het haar van God in Zijn Woord toegekende recht. Zoals het er nu toch al jarenlang naar toegegaan is, kan er met alle recht van een over-belasting gesproken worden. Goed en wel beschouwd is dit een beroving van de bezittingen der onderdanen, welke terecht grote ontstemming in brede kringen van ons volk verwekt heeft, getuige de vele en gegronde klachten, welke daarover geuit zijn en nog worden. Klachten, die nog te meer gerechtvaardigd zijn, als men ziet hoe er met de aan belastingen en lasten opgebrachte gelden door de overheid des lands gehandeld is, hoe er met deze gelden gesmeten is en nog wordt. Ook heeft de besteding dezer gelden voor velen in den lande al een bijzonder wrange bijsmaak, als zij moeten waarnemen, dat door de regering des lands, die der provincies en die van menige gemeente, daaruit allerlei subsidies aan opera, comedie en toneel en dergelijke dingen worden besteed. Het is in deze zelfs zo ver gekomen, dat er susidies ten bate van de danskunst en het dansen verleend worden.

Stelt daar nu eens tegenover hoe velen onzer landgenoten de belastingen en lasten in deze tijd slechts met de grootste moeite kunnen opbrengen; hoe menig bedrijf daaronder zucht en in zijn bestaan daardoor dreigt ten onder te gaan of ten ondergegaan is, en zijn bloei daardoor in ernstige mate belemmerd wordt. Is het onder zulke omstandigheden dan niet alleszins te verstaan, dat de drie middenstandsorganisaties zich tot de Tweede Kamer in een adres om verlaging ten aanzien van de omzetbelasting gewend hebben?

Velen uit deze stand maken toch, wat hun bedrijf betreft, een hoogst moeilijke tijd mede. Voor hen zou elke verlaging van de belasting, ook die van de omzetbelasting zeer gewenst zijn. Het betreft hier een stand, welke als een schakel in onze samenleving hoogst node en niet dan tot grote schade van het algemeen gemist kan worden. Zeer velen daaruit, niet het minst uit de kleine middenstand, zijn nijvere lieden, die hun handen uit de mouwen weten te steken en allerminst tegen het arbeiden opzien. Integendeel, zij werken vaak hard en getroosten zich alle moeite om hun zaak in stand te houden of tot bloei te brengen.

Het is waar, dat overeenkomstig de communistische en socialistische theorieën de middenstand, zowel de kleine als de grote, moet verdwijnen. In Rusland, waarin deze theorie in praktijk is omgezet, is hij als middenstand verdwenen, doch allerminst tot welzijn van het Russische volk. Daarin heerst thans het staatsmonopolie, waarin heel het bedrijfsleven in een soort van slaafsheid aan de staat onderworpen is. De toestand, welke wij aldaar aantreffen, is niet aanlokkelijk, maar wel afschrikwekkend.

Neen, de middenstand dient niet ten ondergebracht, maar integendeel in stand gehouden te worden, en, in zo verre het in het menselijk vermogen ligt, dient mede door de overheid alles in het werk gesteld te worden om hem niet alleen in stand te houden, maar zelfs om hem in welvarende staat te doen verkeren. En daarvoor is verlaging van lasten en belastingen stellig nodig. En dit niet alleen ten aanzien van deze stand, maar ook van alle standen broodnodig. Mede daarom is het ook zeer wel te verstaan, dat de afgevaardigden van de S.G.P. bij voortduring bij de regering bepleit hebben, dat deze de belastingen en lasten zal verlagen. Zij is daartoe dan ook in enige mate overgegaan, maar toch bij lange na niet in voldoende mate. Ook na de belastingverlaging drukken de vele en zware lasten en belastingen nog als een loden last op het particuliere en bedrijfsleven. Ongetwijfeld, en dit tot algemeen welzijn, zal er nog een forse verlaging moeten plaats vinden. Daarop kan niet te veel en te sterk bij de regering worden aangedrongen, want hoe eerder deze zal plaats vinden, hoe veel te beter dit voor heel ons volk zal zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juni 1954

De Banier | 8 Pagina's

Uit het eigen land

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juni 1954

De Banier | 8 Pagina's