Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het wordt weinig bedacht, dat er ons in Gods Woord beschreven staat, dat de Heere zowel de wijzen als het sterke beschamen zal.

Wij kurmen toch waarnemen, dat een iegelijk mens maar al te geneigd is om bij zijn eigen wijsheid en inzicht te zweren, en dat hij daar gedurig zijn betrouwen in stelt, alsook dat hij zijn sterkte stelt in zijn eigen krachten.

Dit is een mens zó eigen, dat er een Goddelijke kracht toe van node is om hem aan zijn eigen wijsheid te doen sterven en hem zijn eigen krachten te doen verachten.

Hoe weinig treft men het onder de grote massa der mensen aan, dat er onder hen één is, die in zichzelf ellendig en arm, machteloos en krachteloos geworden is, dat de Heere het aldus bij hem gesteld heeft, dat hij een zoon is van dat volk, waarvan Hij in Zijn Woord getuigt: „Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op de Naam des Heeren betrouwen".

Een betrouwen, waarmede nog nimmer enig mens beschaamd is uitgekomen, terwijl anderzijds een iegeijk, die zijn verwachting en vertrouwen stelt op eigen wijsheid en kracht, of op die van zijn medeschepselen, gewis en zeker door de Heere beschaamd zal worden.

Zo men er ogen voor heeft ontvangen, kan men zulks keer op keer zien. In de geschiedenis aller eeuwen is het te aanschouwen geweest en ook in die van onze eeuw, in die van onze dagen, valt het te aanschouwen. Niet het minst in onze dagen, waarin zo velen en ook al de bewindhebbers dezer wereld in de waan verkeren, dat menselijke wijsheid en krachten een gewenste stand van zaken, een eeuwige wereldvrede, ja zelfs een soort van paradijs op aarde zullen kunnen scheppen.

Hoe beschaamd zijn nu weder al degenen uitgekomen, die in mindere of meerdere mate er hun hoop op gevestigd hadden, dat op de conferentie te Geneve zulk een resultaat verkregen zou worden, dat daardoor aan de koude oorlog een einde zou komen, of dat althans de spanning onder de volken wat zou afnemen. En 't zijn waarlijk niet weinigen geweest, die de verwachting gekoesterd hebben, dat door menselijk overleg op deze conferentie iets goeds tot stand zou komen. Tal van Engelsen, waaronder de Engelse regeïing met Churchill voorop, en evenzeer vele Fransen, waaronder de toenmalige regering, en ook zovele personen in andere landen, waaronder een groot getal van eigen landgenoten, zagen de conferentie, zoals zij dat noemden, met enig optimisme tegemoet.

Dat optimisme nu is wel deerlijk beschaamd geworden. Het is ten aanzien van de beraadslagingen over Korea op een volslagen mislukking uitgelopen. De zestien geallieerde landen hebben er tenslotte de brui aan gegeven. Zelfs de brui aan gegeven toen de communisten wat water in hun wijn deden, gelijk wij in ons vorig overzicht het vermoeden uitspraken, dat zulks wel geschieden zou. De communisten hebben er toch belang bij om een conferentie 2» veel mogelijk te rekken en zo lang mogelijk te laten duren. Elke conferentie is voor hen een goedkoop en geschikt middel om propaganda te voereri; een gewenst forum, van ivaaruit zij bepaaldelijk de Aziatische volken tegen de Amerikanen en Europeanen kurmen ophitsen.

Zo behoeft het dan ook allerminst te verwonderen, dat de communisten, toen zij er de lucht van kregen, dat de zestien landen de gang op de conferentie meer dan beu waren, wat water in hun wijn deden. Zij verklaarden op een bepaald punt wat te willen toegeven.

Het was er echter verre vandaan, dat zij bepaaldelijk bakzeil wilden halen. Neen, op een ondergeschikt punt betoonden de communisten zich toegeeflijk, kennelijk met het doel om weer wat te gaan praten, waarbij zij dan Amerika opnieuw ten laste zouden kurmen leggen, dat het, om zijn imperialistische doeleinden te kunnen bereiken, op een oorlog in Zuid-Oost-Azië aanstuurde, en waarbij zij zichzelf dan aan de wereld zouden kunnen voorstellen als degenen, die de vrede en ook de vrijheid van de Aziatische volken van harte begeren. Ditmaal zijn de geallieerden, zoals vele andere malen wel, niet in de val gelopen, die de communisten hun hadden gezet. Integendeel. Dezen hebben de communisten kort en bondig te verstaan gegeven, dat zij meer dan genoeg van de samensprekingen met hen hadden. Zij hebben daarbij niet nagelaten in een communiqué rond en openlijk te verklaren, dat de conferentie ten aanzien van de Koreaanse kwestie op een volkomen mislukking was uitgelopen. Zij hebben daarin onder meer verklaard, dat de communisten met de daad niet wilden hetgeen zij met hun mond zeiden te willen, en dat door hun toedoen er op de conferentie betreffende Korea niets tot stand gekomen is.

De houding der communisten heeft er zelfs aanleiding toe gegeven, dat Churchill onder toejuichingen van het Engelse parlement verklaard heeft, dat hij met zijn minister van buitenlandse zaken Eden op het eind van deze maand zich naar Amerika zal begeven, om aldaar besprekingen met Eisenhower en de Ame- rikaanse regering te voeren. De Engelse regering wil blijkbaar de band met Amerika nauwer aanhalen. Of daarvoor echter bevorderlijk zal zijn wat de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken aan zijn vrienden heeft medegedeeld, namelijk dat de Amerikaanse regering van plan is om aan die van Engeland en Frankrijk te laten weten, dat Amerika een meer zelfstandige politiek in het Midden-Oosten zal gaan voeren, dient wel sterk betwijfeld te worden. Als reden voor deze wijziging in de Amerikaanse politiek gaf Dulles op, dat de Amerikaanse politiek in dit gebied tot nti toe ten zeerste werd bemoeilijkt door het steunen van de Britse en Franse koloniale opvattingen. Amerika had dit tot dusverre evenwel gedaan, omat het er te veel belang bij had om met Frankrijk en Engeland samen te werken bij de opbouw van de Westelijke defensie in Europa. Het gevolg hiervan is naar de mening van Dulles geweest, dat de volkeren in dit gebied zich meer en meer tot Rusland wenden in hun strijd om zelfbestuur en uiteindelijke volledige vrijheid. Om dit nu tegen te gaan, acht Dulles het noodzaJtelijk om Engeland en Frankrijk voortaan Amerikaanse steun in het Midden-Oosten te onthouden, indien beide landen zich blijven verzetten tegen de aspiraties van deze volken, louter om hun bezit in deze gebieden te kunnen behouden.

Deze mededeling zal noch tal van Engelsen, noch tal van Fransen aangenaam in de oren geklonken hebben; vooral de Fransen niet. Frankrijk bevindt zich toch nog steeds in Indo-China in een benarde positie. Het is uit die oorzaak, dat de Fransen nog steeds op de Geneefse conferentie met de communisten aan het onderhandelen over Indo-China zijn gebleven; te meer, daar dezen ook in deze kwestie wat water in hun wijn gedaan hebben. Zij hebben nu namelijk beloofd, dat zij oiuniddellijk al hun strijdkrachten, die zich op het ogenblik in de Indo-Chinese staten Laos en Cambodja bevinden, te zullen terugtrekken; hetgeen zij, vóórdat de zestien geallieerde landen verklaard hebben, dat zij de besprekingen over Korea als mislukt en geëindigd beschouwden, nimmer hebben wülen beloven.

Met deze nu gedane concessie hebben de comunisten dan ook volledig gecapituleerd voor de eis van de Westehjke gealHëerden, die steeds geëist hebben, dat Laos en Cambodja buiten het overleg over een bestand gehouden moesten worden, omdat in deze beide staten — in tegenstelling tot de derde (en grootste) Indo-Chinese staat Vietnam — geen gebied van enige betekenis door de communistische strijdkrachten bezet is.

De capitulatie der communisten is in de ogen der Westelijke geallieerden wel in de eerste plaats gedaan om te verhinderen, dat ook de conferentie op dit punt afgebroken zou worden. Hierbij hebben de communisten wel de wind in de zeilen gekregen, doordat het kabinet Laniel — zoals vermoed werd — tot aftreden is gedwongen geworden. De radicaal Mendès-France heeft in de val van het kabinet Laniel door zijn felle aanval er op wel het grootste aandeel gehad. Zó sterk zelfs, dat president Coty hem heeft opgedragen een nieuw kabinet samen te stellen. Mendès-France heeft deze opdracht aanvaard. Tegen veler verwachting in is hij er zelfs in geslaagd om als minister-president te kunnen optreden door in de Franse Nationale Vergadering het daartoe vereiste aantal stemmen te verkrijgen.

Bij de gelegenheid, dat hij zich in deze vergadering voorstelde en zijn program ontwikkelde, verklaarde hij zich in staat •te zijn om binnen een maand de Indo-Chinese kwestie tot een oplossing te brengen, en dat hij met zijn ministerie, indien hem dit niet gelukte, alsdan zou aftreden. Hierbij zeide hij voorts nog, dat 'hij het daarhenen wenste te leiden, dat de besprekingen op de Geneefse conferentie voortgang zouden kunnen vinden. Frankrijk zou volgens hem in de Indo-Chinese kwestie geen regeling aanvaarden ten koste van zijn levensbelangen. Indien het Indo-Chinese probleem — zo zeide Mendès-France — niet zeer spoedig opgelost wordt, moeten wij bereid zijn het risico te lopen, dat de strijd in Indo-China zich uitbreidt tot een internationale oorlog, en mogelijk tot een atoomoorlog.

Sprekende over het Europese Verdediginsverdrag met de daaraan verbonden Westduitse herbewapening, sprak Mendès-France als zijn mening uit, dat het nodig was, dat er besprekingen tussen de voor-en tegenstanders er van gevoerd zouden iworden. Hij zou zulke besprekingen dan ook organiseren, teneinde de nationale basis voor een overeenkomst omtrent dit verdrag te verkrijgen.

Indien men niet tot een overeenkomst zou komen, zou zijn regering nog vóór het einde van deze zomer compromis-voorstellen bij de Nationale Vergadering indienen, terwijl zij ook tijdens haar bestaan alle noodzakelijke maatregelen in Indo-China zou treffen.

Mendès-France's — die zelf als minister van buitenlandse zaken in het kabinet zal fungeren — eerste pogingen om een ministerie samen te stellen, zijn echter op een mislukking uitgelopen. Hij had de socialisten 6 zetels in zijn ministerie, drie voor-en drie tegenstanders van het Europese Verdedigingsverdrag, toegedacht. De socialisten hebben echter geweigerd in zijn kabinet ^tting te nemen. Het is echter voor Frankrijk wel hard no­ dig, " dat het een deugdelijke regering bekomt. Het staat er in allerlei opzicht hachelijk voor. In Indo-China winnen de communistische strijdkrachten nog steeds terrein. De vruchtbare delta van de Rode Rivier staat overdag reeds voor tweederde en des nachts bijna geheel onder controle van de communisten, terwijl in Noord-Afrika, in Timis en Marokko, het ook nog steeds verre van rustig is. Het zal er voor Frankrijk nog zo veel te benarder gaan uitzien, indien Dulles' aangekondigde wijziging in de Amerikaanse politiek werkelijkheid zal worden; en dat het daarop inderdaad gaat hjken, wijst het besluit van de commissie van buitenlandse zaken uit het Huis van afgevaardigden uit. Deze commissie heeft namelijk besloten, met 18 stemmen vóór en 2 tegen, accoord te gaan met een voorstel tot stopzetting van militaire hulpleveranties aan Frankrijk en Italië, totdat deze landen 't Europese Verdedigingsverdrag zullen goedgekeurd hebben.

In het kort nog het navolgende.

Door de Amerikaanse regering is tot onderscheidene regeringen het verzoek gericht om haar het recht te willen verlenen om de schepen van hun land op zee te laten ondersioeken, of zich er ook een levering van wapens aan Guatamala in bevindt. Bij onderscheidene regeringen bestaat er bezwaar om dit verzoek in te wilhgen.

Inmiddels is een invalsleger uit Honduras, bestaande uit anti-communistisch» Guatemalanen, die in de afgelopen maanden waren uitgeweken, versterkt door anderen midden-Amerikanen, Guatemala binnengerukt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juni 1954

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juni 1954

De Banier | 8 Pagina's