DE WALDENZEN

LXXV.

Nadat Napoleon zich in het jaar 1804 door de paus tot keizer had laten kronen, waren de Waldenzen vanaf dit jaar tot 1814 onderdanen van het Franse keizerrijk. Reeds spoedig na zijn kroning kreeg een aantal afgevaardigden der Waldenzen gelegenheid om voor de keizer te verschijnen. Het was in 1805 toen Napoleon zich te Turijn bevond.

Heel vriendelijk werden zij door de keizer ontvangen. Hij informeerde naar de oorsprong der Waldenzer kerk en toen hem daarbij ook één en ander over de terugkeer der Waldenzen, de zogenaamde „glorieuse rentree" verteld werd, gaf hij daarbij uiting aan zijn grote bewondering. Het onderhoud werd besloten met het verzoek van Napoleon om te komen met een voorstel tot vereniging van de Waldenzer kerk met de Gereformeerde kerk in Frankrijk.

De Waldenzen bespraken dit verzoek in een grote vergadering te San Giovanni, en daarbij bleek, dat men er welwillend tegenover stond. Er werd een voorstel opgemaakt, dat na enige wijzigingen te bestemder plaatse werd ingediend. Enkele maanden daarna werd bij keizerlijk decreet de Waldenzer kerk in drie districten verdeeld en werd de toezegging gedaan, dat niet slechts de predikantssalarissen, doch ook alle kosten van schoolonderwijs door de staat zouden vergoed worden.

Het meest verheugend was echter voor de Waldenzen, dat ze ongestoord hun godsdienstoefeningen konden houden en ook kerkgebouwen konden oprichten waar ze dit maar wüden en konden doen. Zo konden de Waldenzen te San Giovanni, die meer dan twee eeuwen naar een eigen kerkgebouw verlangd hadden, doch dit nimmer hadden kunnen doen, zodat ze steeds verre en moeizame tochten naar de naastbijgelegen kerk hadden moeten maken, op 20 December 1807 eindelijk him eigen kerkgebouw in gebruik nemen.

Deze gemeente werd echter wel zeer zwaar beproefd. Nauwelijks toch waren enige maanden verlopen of er vond een ernstige ramp plaats. Een hevige aardbeving verwoestte toen namelijk schier alles wat zich in de valleien van de Pellice en de Chisone bevond. Ook het nieuwe kerkgebouw te San Giovanni werd erg getroffen. Tal van giften stroomden echter weldra binnen om de gemeente te helpen in het herbouwen van de zwaar beschadigde kerk. Opmerkelijk is het, dat onder die giften er zich ook één bevond van keizer Napoleon, en niet zo'n kleine gift ook, namelijk één van een half millioen francs!

OOM KOOS

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen