Vrijstelling van de verplichte inënting der militairen

Deze vrijstelling kan bekomen worden door de militairen, die principiële, godsdienstige bezwaren tegen de inenting hebben. Daarvoor is echter nodig, dat er dienaangaande een verzoek tot de minister van Oorlog en Marine te Den Haag gericht wordt. In dat verzoek moet ontheffing van de verplichte inenting aangevraagd worden op grond, dat men een principieel, godsdienstig bezwaar tegen inenting heeft, dewijl men haar in strijd met het geloof in de voorzienigheid Gods acht, en zich daarom ook tevens niet kan en durft over te geven, dewijl de inenting hoogst nadelige gevolgen voor de gezondheid en het leven kan hebben, terwijl God een ieder verbiedt zijn gezondheid en leven in gevaar te stellen. Wij maken daarop in dit artikel nogmaals attent, daar het ons gedurig blijkt, dat, hoewel daarover ook al reeds in „De Banier" geschreven is, er nog altijd personen zijn, die er niet bekend roede blij­ ken te zijn, dat er een verzoek tot de minister van Oorlog en Marine, om in militaire dienst vrijstelling van de verplichte inenting te bekomen, gericht moet worden.

Zijn de mihtairen meerderjarig, dan moeten zij zulk een verzoek zelf indienen en kunnen daarbij vermelden, indien zulks het geval is, dat hun ouders evenzeer principieel godsdienstige bezwaren tegen de inenting hebben; zijn de mihtairen minderjarig, dan moeten de ouders zulk een verzoek voor hen opmaken, ondertekenen en naar de genoemde minister verzenden.

Het is het beste dit direct te doen als er een oproep om in militaire dienst op te komen ontvangen is. In zulk een geval zullen allicht het legemummer en diens aanstaande verblijf in kazerne, kampement of elders, van de opgeroepen dienstplichtige militair tevens vermeld kunnen worden. Het komt in de laatste tijd nog al eens voor, dat bij ingesteld onderzoek aan een gewetensbezwaarde militair gevraagd wordt naar een nadere verklaring. Indien zulks gevraagd wordt, moet men zich als militair, indien men Hervormd is, tot Ds Zandt, Phoenixstraat 50 te Delft, indien men Christelijk Gereformeerd is, tot Ds Smits te Sliedrecht, en als men Oud-Gereformeerd is, tot Ds Mieras te Krimpen aan de IJssel, schriftelijk wenden, terwijl volgens mij verstrekte inlichtingen daarin voorzien is of wordt door de Gereformeerde Gemeenten en door de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Wordt nochtans van een militair, die lid van één der laatst genoemde gemeenten is, een nadere verklaring gevraagd, dan wende hij zich schriftelijk tot een hem bekend predikant van die gemeenten, terwijl de militair, die tot een andere Gereformeerde gezindte behoort, in geval van hem een nadere verklaring gevraagd wordt, zich heeft te wenden tot een predikant van de kerk, waartoe hij behoort.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen