Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Genadig  evenwicht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Genadig evenwicht

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verheerlijki in de dankende Paulus

III

En Hij heeft tot Mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zcA ik dan veel liever roemen in mijn zwakheid, opdat de kracht van Christus in mij wone.

2 Corinthe 12 : 9

Wat zou toch wel de grootste genade zijn?

Op deze vraag worden onderscheidene antwoorden gegeven. De één zal zeggen: O, dat ik wete, dat mijn zonden vergeven waren; een ander: dat ik wete, dat het goede werk in mij 'begonnen ware, en ik een goede, dat is een levende hoop door genade bezat. Efen derde zal zeggen: O, dat ik wete in Gods vierschaar gerechtvaardigd te zijn, dat Jezus mijn Borg, maar ook mijn oudste Broeder zij, en ik door de Heilige Geest het, , Abba Vader" moge kennen en alzo door het verenigend geloof de verzegelende kracht vsin de Persoon en het werk van Christus.

Vele van dergelijke antwoorden zouden wij op deze vraag kunnen ontvangen. En voorwaar, het zijn alle kostelijke en Godverheerlijkende zaken.

En toch, wij menen, dat onder alle deze de grootste genade niet is uitgesproken. Als ge het mij vraagt, zo antwoord iik: De grootste genade, die een ziel ooit te beurt kan vallen, is: te roemen in verdrukking! En dit vinden we hier bij de apostel Paulus.

De zwaar beproefde, de biddende Paulus zien we hier ook ak de dankende Paulus, namelijk als de Heere tot hem gesproken had: „Mijn genade is u genoeg". Zo mag hij zó de kracht van dit Goddelijk antwoord, de kracht der genade ervaren, dat hij in het bovengenoemde tekstwoord uitroept: „Zo zal ik dan veel hever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone". En op een andere plaats zegt hij „En niet alleen dit, maar wij roemen ook in de verdrukking, wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt".

Voorwaar, nooit had Paulus in zuïïc een genade leren roemen en danken, als hij deze oefeniag in het lijden niet kende. Indien Abrahams verzoeking niet zo zwaar was geweest, nooit was zijn geloofsroem zo hoog gestegen en nooit was hij genoemd de vader der gelovigen. Nooit was Jobs lijdzaamheid zo geprezen als zijn beproeving niet zo bitter was geweest.

Zo leidt de Heere vaak Zijn volk door dnïkwegen en 'beproeving, opdat ze gelouterd zouden worden. Maar dan ook ontvangt de Allerhoogste alle lof, eer en aanbidding. En zal het gelden van de verloste kerk: „Dezen zijn het, die uit de grote verdrukking komen, en zij hebben hun klederen gewassen in het bloed des Lams, en daarom zijn zij voor de troon".

Zo werd Paulus' roemtaal: „Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheid, opdat de kracht van Christus in mij wone". In zichzelf zwak en ellendig, dwaas en ongelukkig. Een pijnhjke weg voor het vlees, want dit wü zich verheffen; maar die op de school van vrije genade gebracht wordt, gaat het ervaren in de stand van het leven:

Eigen krachten te verachton. Wordt in Jezus' school geleerd.

In deze weg leert de ziel te sterven aan zichzelf, te sterven aan eigen voornemens, eigen vrallen, eigen krachten enz., om 'het nu met God eens te worden, om een stervend leven te hebben, het 'hoofd te buigen, te zakken en te zanken onder God.

Hoe heilzaam, hoe Godverheerlijkend is nu deze doom gemaakt. „Mijn genade is u genoeg". Dat was genade, niet naar de staat, maar naar de stand van zijn leven, dat deed hem uitroepen: „Niets hebbende, nochtan» alles bezittende; arm, en toch rijk zijnde; en als ik zwak ben, dan ben ik machtig". Dit zijn geestelijke raadselen. Dit is een taal, die de wereld niet kent. Dit is een taal, die de vrome wereld wel hoort, maar niet verstaat; dit is een heügeheim, dat alleen dat volk verstaat, dat ervaart 'bij alles, wat hen overkomt de kracht dier genade:

"k Voel mij ruistig in mijn lot. Wijl ik vrede heb met God.

Zo heeft een mens genade nodig om om genade te bidden, genade om genade te ontvangen, maar ook genade om genade te beleven. Dan alleen wordt genade genade, valt ook in 't standelijke, niet minder dan in het statelijke leven, de mens er geheel buiten. Dan ontvangt de drieenige God alleen de eer en mogen ze uitroepen met de dichter:

Gij hebt mijn ziel op haar ge'bed, (o Vader!) verhoord, (o Zoon!) gered, (o Heilige Geest!) haar 'kracht gegeven.

O, weDc een vreedzame vrucht der gerechtigheid werpt dit af voor allen, die in deze wegen geoefend worden.

Maar zie nu ook wat we hier voorts uit leren kunnen, namelijk als de Heere zul­ ke smartvolle wegen vaak houdt met Zijn volk, welk een weg moet Hij dan niet houden met een onbekeerd mens.

Zeer dikwijls gebruikt de Heere tijdeHjke omstandigheden, kruis-en drukwegen, om ons te verootmoedigen, om ons tot onszelf te brengen. Opdat het schepsel vernederd worde; opdat er een toevallen kome van het recht Gods, een buigen onder Gods souvereiniteit, zich verfoeien in stof en as, een recht en gerechtigheid toekennen aan de Heere. Opdat de mens aUe eigenwaarde moge verliezen; dat hij leert dat hij in zijn rampzalige val in Adam een rechtloze en eerloze geworden is. Dan wordt schuld schuld, en zonde zonde; dan wordt hij wat hij in Adstm is; dan 'komt hij om met al het zijne. Dan raakt hij alle rommel van een verbroken werkverbond kwijt, komt hij met zichzelf en al zijn werk aan het eind, om te leren: „Aangezien wij dan naar het rechtvaardig oordeel Gods tijdelijke en eeuwige straffen verdiend hebben, is er nog enig middel, waardoor vrij deze straf ontgaan mochten en weder tot genade komen? Voor zulk één zal dit het grootste wonder uitmaken, als die enige weg hem geopenbaard wordt. Christus, het Einde der wet. Christus, de Weg, de Waarheid en het Leven. Om die Borg te kennen. Die in de weg van een doornenkroon en van vuistslagen, ja door Zijn bloedende wonden en kruislijden, een eeuvrig geldende gerechtigheid heeft aangebracht. EJn met Hem door het geloof verenigd te worden en in Hem te zien: Een deur der hoop voor al mijn zonden, In Jezus' diep doorboorde wonden.

O, bedenkt het, medereizigers naar de eeuwigheid: 't Zal aan deze zijde van dood en graf gekend moeten worden, dat we hier in waarheid diep vernederd worden. Anders zal het straks zijn tot eeuwige schade en schande; eeuwig de vuistslagen van de vorst der duisternis. Eeuwig de doornen onzer vervloeking te dragen in de buitenste duisternis. Daar^ om, die hier niets leerde kennen van het kruis, hetzij uitwendig of inwendig, die ontvangt straks een eeuvrig kruis, een eeuvrige doom.

Want bedenkt het, al Gods volk ontvangt aan deze zijde van het graf een kruis. Immers, Gods weg hgt dwars door onze weg heen; hier wordt het kruis gevormd. Maar we hebben dan ook gezien uit het leven van Paulus, Wie God voor Zijn voUc is onder het kmis. En mag het hier al zo zalig zijn, die genade te ervaren onder het kruis, straks zal al dat voBc verlost, boven het kruis, Hem eeuwig toebrengen de lof, aanbidding en dankzegging. Die hun ziel zo dierbaar is.

Dat zal het einddoel zijn zijn van Gods handelingen en wegen, die Hij hier gehouden heeft met Zijn volk. Om in aanbidding de kroon aan Zijn gezegende voeten te leggen, om Hem eeuwig toe te brengen de offeranden des lofs. Alle roem is uitgesloten. Die roemt, roeme in de Heere zijn God, nu, en in de grote dag der eeuwigheid.

Shedrecht

Ds C. SMITS

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 1954

De Banier | 8 Pagina's

Genadig  evenwicht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 juli 1954

De Banier | 8 Pagina's