Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Heerlijke waterschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Heerlijke waterschap

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want lovj weten, dat, zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, loij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de Iiemelen. 2 Corinthe 5 : 1

II.

Vanwaar komt het toch, dat voor velen het zulk een twijfelachtige zaak is, waarheen men reist. De aardse zaken kan men overzien en besturen met doelbewuste vaste hand en vaak met grote doorzettingsvermogen en de hemelse zaken schijnen maar steeds in nevelen gehuld en te dien aanzien wordt getast als een blinde naar de wand.

Hoe geheel anders was het bij de apostel, die zo heerlijk positief kon zeggen: Want wij weten. Het lijkt soms alsof die geheiligde en blijmoedige wetenschap des geloofs hoe langer hoe zeldzamer wordt. Aan de ene zijde een groter belijdenis dan beleving, anderzijds veel sombere en duistere bevatting aangaande een zaak van het allergrootste belang. Daar moeten oorzaken voor zijn dat God zozeer Zijn Geest gaat inhouden, al erkennen wij, dat zonder bijzondere oorzaken God evenwel naar souvereiniteit Zijn Geest intrekken kan.

De oorzaken aan 's mensen kant zijn dan ook vele en liggen voor het grijpen. Daar is allereerst sinds vele lange jaren zeer weinig beoefening van de praktijk der Godzaligheid, naar evenredigheid van de hoog opgevoerde beschouwing der zaken met het blote verstand. Degenen, die met een beginsel van genade bedeeld zijn, leven veeltijds zo ver van God en Zijn gemeenschap, dat er meer arbeid gemaakt wordt van het aardse, dan van het hemelse huis. Het aardse huis, dat is ons lichaam, neemt veel meer tijd in beslag, dan de ziel met haar belangen voor de grote eeuwigheid. Zelfs bouwt ieder aan eigen huis en haard met zoveel inspanning, dat zelfs het stoffelijk huis met het erbij behorende al onze gedachten in beslag neemt.

Een toestand van algemeen verval is ingetreden en de dagen van de grote afval zijn aanstaande. Daar is geen wederkeren tot de Wet en het Getuigenis en het Woord Gods wordt verworpen, en dat heeft zelfs bij ware christenen een schadelijke invloed, de algemene verslapping in geestehjk opzicht heeft ook bij hen een ernstige vorm aangenomen. Het wordt ook te weinig recht beseft, dat de mens door zijn afval van God als een balling zonder een eigen huis op aarde zwerft, en geheel alle rechten en aanspraken op enige weldaad verloren heeft. Het wezenlijk buigen onder Gods recht ontbreekt maar al te zeer.

Het ontdekkend werk des Geestes is zo schaars, dat de onmisbaarheid van doorbrekend hcht niet wordt gevoeld, en men blijft daardoor hangen in zichzelf, zonder te komen tot een verloren gaan in zichzelf. Vandaar de zwevende toe­ stand in betrekking de eindbestemming, en de vele twijfelingen en slingeringen over de staat der ziel voor de naderende eeuwigheid. Indien Gods Geest maar eens recht alles wat van de mens is, als waardeloos voor God komt aan te tonen en de grond der hoop buiten het schepsel in Christus komt te liggen, dan zal het komen tot die zo gewenste opklaring des gemoeds, dat men mag weten, die dingen die van God geschonken zijn. En dat is een grote weldaad, vooral als men ouder wordt en het aardse huis dezes tabernakels begint te wankelen, en men mag dan met klaar bewustzijn weten, dat men een gebouw bij God heeft, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.

In dat huis zal vrede, blijdschap en liefde wonen, daar zal geen zonde en geen duisternis zijn, want de Heere zal daar wezen tot een eeuwig licht. In dat huis des Vaders zijn vele woningen en nog is daar plaats, indien het buiten staan een droefheid naar God verwekt en men hier als vreemdeling leeft, zoekende dat beter vaderland. Indien het maar recht opgebonden wordt, en geen uitstel meer lijden kan om met God verzoend te worden, en de tegenwoordige wereld haar waarde bij de mens maar mag verliezen en men buiten God en Zijn gunst niet meer kan leven en gelukkig zijn.

Dan zal blijken dat voor dezulken, door Christus een plaats bereid is naar het welbehagen des Vaders. Hoe jammerlijk blind is helaas de mensheid ovei het algemeen, dat alle krachten worden ingespannen om dóór de wereld te komen en dat gans geen aandacht wordt geschonken aan de vraag, hoe ^omen we er goed uit. De zonde wordt gediend en de wereld trekt en lokt op ontzettende wijze, om af te trekken van de Waarheid. In alle standen wordt steeds meer gebroken met Gods Woord en alles zinkt weg in het heidendom.

Het voortbestaan van de mens na de dood, wordt steeds meer geloochend, het dood is dood is geworden tot de hoogste wijsheid. Degenen, die vasthouden aan het Woord Gods worden steeds meer gehoond en gesmaad, en vooral op de jeugd heeft men het gemunt, om die in zogenaamde moderne banen te leiden. De bijbel wordt genoemd een verouderd boek of hoogstens een boek voor oude mensen, maar jonge mensen, zouden die nog lezen in de Heilige Schrift? En zo gaat het alles in onkunde ver­

zinken, en de dood, geacht als een natuurverschijnsel, wordt zoveel mogelijk gemaskeerd. Maar ondanks dat alles, de dood komt voor elk mens en dan zal bhjken wie dwaas en wie waarlijk wijs ge­ weest zijn in het leven. En al zou de mens gans geesteloos en onbezorgd de reis naar de eeuwigheid aanvaarden, hetgeen op de dood volgt, zal er niet minder om zijn, want de mens gaat naar zijn eeuwig huis. Indien men niet uit genade om Christus wil wonen gaat in het gebouw van God, dat huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen, dan zal men moeten gaan naar dat andere huis, hetwelk de duivel en zijn engelen bereid is.

Dat zegt ons het onfeilbaar Woord Gods tot onze ernstige waarschuwing, opdat we nog zouden bedenken, wat tot onze vrede dient. De tijd is voorts kort, als kaf gaat de dag voorbij. Het wordt snelhjk afgesneden en wij vliegen daarheen, mocht het eens ernst worden met betrekking tot onze eeuwige bestemming. Bovenal om met God verzoend te worden op een rechte wijze, want daarbuiten kan niemand gegronde hoop hebben op een goede aankomst in het huis des Vaders. Gods eer zal daar de zaligheid der verlosten zijn en daar zal wat van beleefd moeten worden tussen wieg en graf.

Gods volk gaat geen vreemd werk doen, en zal geen vreemd God ontmoeten. Al is 't nimmer in eens mensen hart opgeklommen, wat God bereid heeft die die Hem liefhebben, toch worden de beginselen der eeuwige vreugde in 't hart gevoeld. Ondanks alle droefenis en beproeving in dit moeilijk leven blijft de hoop op een betere toekomst het hart vervullen, zij het dan, dat die hoop de ene tijd levendiger is dan de andere tijd. Laat de wereld dat volk smaden, God laat het alles uitlopen tot hun zaligheid.

Ook voor hen gaat de tijd snel en het is maar een verdrukking van tien dagen en dan zullen zij altijd bij de Heere zijn. De wereld gaat voorbij met al haar begeerlijkheid, maar die de wü Gods doet, blijft in der eeuwigheid. Christus' woord zij tot bemoediging: In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar hebt goede moed. Ik heb de wereld overwonnen. Het Godsrijk zal eeuwig blijven, ook dan als alle koninkrijken der aarde zullen vergaan en Christus zal eeuwig heersen in Zijn koninkrijk tot ongekende zaligheid der met Zijn bloed gekochten.

Hoe gelukzalig is dan de mens, die de geheiligde wetenschap bezitten mag, dat men voor tijd en eeuwigheid geborgen is, uit genade om Christus' wil, zonder enige waardigheid hunnerzijds, en die met geloofsvrijmoedigheid mogen betuigen: Want wij weten, dat zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.

Dan zal bij het klimmen der jaren die weldaad steeds in waardij toenemen en het onderscheid tussen die die God dient en die die God niet dient al maar groter worden, totdat eindelijk de rechtvaardigen en de goddelozen voor eeuwig gescheiden worden, om te gaan elk naar zijn eigen plaats. Maar Gods eer zal in beide bevorderd en opgeluisterd worden.

Bameveld

Ds CHR. VAN DAM

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 augustus 1954

De Banier | 7 Pagina's

Een Heerlijke waterschap

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 augustus 1954

De Banier | 7 Pagina's