Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Prediker 9 : 11 staat ons beschreven, dat Salomo getuigde: Ik keerde mij en zag onder de zon, dat de loop niet is der snellen, noch de strijd der helden".

Dit zo ware, eeuwenoude woord is in de loop der eeuwen al wat miskend en wordt heden ten dage nog miskend. Wij kunnen waarnemen, dat ook heden ten dage de verwachting gesteld wordt op de loop der snellen, waarbij men dan zijn betrouwen geheel en al stelt op de vleselijke arm. Dat de uitkomst dezer verwachting bitter teleurstelt, staat van tevoren reeds vast, want de Heere vervloekt het vertrouwen, dat op de vleselijke arm gesteld wordt.

Desniettemin zweert men bij de loop der snellen. Welk een haast wordt er thans door de grote Westelijke mogendheden betracht om het failliet, dat zij met de Europese Defensie Gemeenschap geleden hebben, ongedaan te maken.

Sinds toch dat dat overleg door het Franse parlement verworpen is, beijveren de autoriteiten der grote mogendheden zich met een bijzondere haast om het verdronken kalf uit de put op het droge te brengen en daar weder leven in te blazen.

De Engelse minister Eden heeft zich gehaast om een bezoek te brengen bij sommige regeringen op het vasteland van Europa; de Amerikaanse onderminister van buitenlandse zaken heeft er geen gras over laten groeien en is de Engelse minister bij al zijn bezoeken op de voet nagereisd; zelfs de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Dulles, heeft er vaart achter gezet om ook zich vanuit Amerika naar Europa te begeven — zodat men hier met alle recht kan spreken van een loop der snellen.

Met dat al is het hun echter niet gelukt de Europese eenheid in kannen en kruiken te krijgen. De bestaande verdeeldheid is niet opgeheven. Er blijkt omtrent deze zaak nog een groot verschil van inzicht te bestaan tussen de onderscheidene regeringen, die daarbij betrokken zijn. Alle regeringen zeggen de eenheid van Europa te wiUen, doch elke regering op haar wijze en dit bovenal met inachtneming van haar eigen belangen, welke daarbij de voorkeur moeten hebben.

De Franse premier Mendès-France heeft dezer dagen te Straatsburg in de Algemene Vergadering van de Raad van Europa zijn zienswijze over de Europese eenheid uiteengezet. Deels was deze reeds bekend, deels is zij nog op enkele punten nader uiteengezet, en mogelijk heeft Mendès-France bij deze uiteenzetting niet het uiterste van zijn tong laten aen. Doch hoe het in deze ook moge zijn, er is van het inzicht van de Franse minister-president genoegzaam bekend om met stellige zekerheid vast te stellen, dat de vrees van Frankrijk voor een militair sterk Duitsland bij de plannen aangaande de totstandkoming van de Europese eenheid een grote rol speelt. Mendès-France nu heeft bij de uiteenzetting van zijn inzicht een geleidelijke toetreding van West-Duitsland tot het Noord-Atlantische pact bepleit. Volgens hem dient dat land eerst opgenomen te worden in het pact van Brussel, waarin Engeland, Frankrijk, Nederland, België en Luxemburg zich verbonden elkander te zullen bijstaan ingeval Duitsland opnieuw tot een aanval mocht overgaan. De Franse premier heeft nu voorgesteld, dat West-Duitsland en Italië in het pact van Brussel zouden worden opgenomen en dat in dit pact dan de nodige wijzigingen zouden worden aangebracht. Het spreekt wel vanzelf, dat die wijzigingen zo maar niet een twee drie aangebracht zullen kunnen worden, maar dat het nog wel heel wat voeten in de aarde zal kunnen hebben, alvorens deze wijzigingen met eenparige instemming zullen zijn aangebracht. Voor zo ver ons bekend, heeft de Franse minister-president zich daarover dan ook slechts op een enkel punt uitgelaten, hoewel het op zichzelf reeds een belangrijke zaak is, waarover nog heel wat te zeggen is en dat bij uitstek geschikt is om wrijvingen en geschillen te verwekken.

Klaarblijkelijk heeft Mendès-France hiermede ook voor om Engeland veel meer dan thans, mililtair en ook anderszins, te doen deelnemen in de verdediging van Europa in geval van een eventuele oorlog. Het punt, waarover Mendès-France zich ten aanzien van de in het pact van Brussel aan te brengen wijzigingen heeft uitgelaten, betreft de samenstelling van een coalitieleger, dat uit nationale contingenten van de deelnemende landen dient te bestaan en gecommandeerd door geïntegreerde staven dient te worden, het geheel op het hoogste niveau gesteld onder bevel van de opperbevelhebber van het Noord-Atlantische pact. De sterkte der nationale contingenten, de bewapening en de wapenfabricage moeten dan volgens dat Franse plan gemeenschappelijk worden bepaald en onder gemeenschappelijke controle gesteld worden, waarbij geen achteruitstelling mag plaats hebben anders dan op grond van strategische of geografische factoren.

Behalve deze controle — zo heeft Mendès-France het voorgesteld — zou dan ook een garantie tegen herlevend Duits nationalisme en militarisme in het Noord-Atlantisch pact gesteld moeten worden, terwijl daarbij tevens vastgesteld moet worden, dat Amerika en Canada voldoende troepen in Europa zullen blijven stationneren, en dat er een vaste verhouding tussen hët aantal divisies van West-Duitsland enerzijds en dat van Frankrijk, Engeland, Amerika en Canada anderzijds bepaald zal worden.

Tegenover dit plan van Mendès-France staat nu het Britse, dat de door Frankrijk gewenste nauwe verbinding van Engeland aan de verdediging van Europa omzeilt en de Engelse medewerking daaraan meer in het Noord-Atlantische pact wenst te zoeken. Dit is een oud, belangrijk geschil in de Franse en Engelse plannen ten aanzien van de verdediging van Europa. Engeland toch heeft zich bij voortduring afkerig betoond om nauw samen te werken met de landen van het vasteland van Europa ten aanzien van de Europese verdediging.

Engeland hangt in dit opzicht nog sterk de politiek aan, die het in vroeger eeuwen heeft gevoerd en leeft nog immer veel te veel in de mening, dat het die politiek nog kan voeren, hoewel de omstandigheden sseer gewijzigd zijn, ook al doordat Engeland ontzaggelijk veel van zijn vroegere macht heeft verloren en ook al omdat het niet meer zo sterk geschieden van het vasteland van Europa is als in vroegere eeuwen, waardoor het menselijk gesproken, zich door zijn vloot tegen een aanval vanuit het vasteland kon verdedigen. Door de moderne bewapening toch kan Engeland thans van uit de lucht aangevallen worden, ja zelfs door waterstof-en atoombommen voor een heel deel verwoest worden, terwijl het tevens de grote vraag is, of, gezien de geweldige ontwikkeling der huidige bewapening, het Kanaal, waardoor het van het vasteland van Europa gescheiden is, niet overgestoken kan worden en dan bij oversteking daarvan zelfs met landtroepen aangevallen kan worden.

Hierbij komt nog, dat de kwestie van West-Duitslands souvereiniteit het nog al zo veel moeilijker maakt om ten opzichte van de Europese verdediging tot overeenstemming te geraken.

Scheen de Westduitse kanseHer, dr Adenauer, inzake deze kwestie aanvankelijk nog enigermate toegeeflijk te willen zijn, na het bezoek van Dulles is er van deze toegeeflijkheid geen sprake meer. Hij eist jp het ogenblik een onmiddellijk herstel v^an de Westduiste souvereiniteit en tevens volledige en onmiddellijke toelating van West-Duitsland in het Noord-Atlantische pact. Mendès-France heeft de eis van dr Adenauer echter onvoorwaardelijk ifge wezen.

Deze vérgaande geschillen zuUen ongetwijfeld op de conferentie van Londen, welke op Dinsdag 28 September is vastgesteld, en tot welker bijwoning de Engelse regering die van Amerika, Canada, Frankrijk, West-Duitsland, ItaHë, Nederland, België en Luxemburg heeft uitgenodigd, een onderwerp van bespreking uitmaken en kunnen de gemoederen der ministers nog in min of meer hevige beroering brengen.

De Londense conferentie is een zogenaamde werkconferentie voor de vergadering van de ministerraad van het Noord-Atlantische pact, welke omstreeks midden October staat bijeen te komen.

In het kort nog het navolgende: De premiers van India en Indonesië hebben te Nieuw DeUii tijdens een officieel diner een beroep op alle Aziatische landen gedaan om de handen ineen te slaan, ten einde in tijden van oorlog en vrede hun eigen problemen op te lossen, daar „Azië voor de Aziaten" behoorde te zijn. De Indiase minister-president Nehroe verklaarde, dat Zuid-Oost-Azië vrede zonder hartstocht wenste en dat hij hoopte, dat de landen van dit gebied zich altijd vredelievend zouden gedragen en de rest van de wereld eveneens.

De Indonesische minister-president Sastroamidjojo zeide, dat de Aziaten zich moesten keren tegen de machtspohtiek, welke zich in haar werelddeel ontwikkelde, van niet-Aziatische volken.

Het staat nu vast, dat de kwestie Nieuw-Guinea in de thans vergaderende Algemene Vergadering der Verenigde Naties, waarin mr van Kleffens, onze oud-minister van buitenlandse zaken, tot voorzitter gekozen is, behandeld zal worden. Dit heeft minister Luns, die bij de behandeling van deze kwestie het woord voerde, niet kunnen keren, hoewel hij verklaarde, dat de Organisatie der Verenigde Naties de bevoegdheid miste om onder de gegeven huidige omstandigheden zich met de kwestie Nieuw-Guinea in te laten en een debat over deze aangelegenheid het prestige van de Organisatie der Verenigde Naties slechts kan schaden, en alleen maar nieuwe spanningen tussen Nederland en Indonesië veroorzaken kan. Minister Luns wees er tevens op, dat de toestand op Nieuw-Guinea in tegenstelling tot de Indonesische lening in geen enkel opzicht een be-(freiffing van de vrede inhoudt, en dat N'ederland zich, eveneens in tegenstelijnff tot wat Indonesië beweert, nimmer •erbonden heeft om de souvereiniteit „yer dat gebied aan Indonesië over te dragen.

Oe afgevaardigde van Australië ondersteunde het betoog van minister Liuis. naarentegen verklaarde de Indonesische jfaevaardigde di" Soedjarwo, dat een weigering oni over Nieuw-Guinea te spren het vertrouwen zou schaden, dat Indonesië „en andere volken, die vrij-(leid, recht en vrede zoeken", stellen in de Organisatie der Verenigde Naties.

Voorts betichtte hij Nederland van schending van de overeenkomst van de Ronde-Tafel-Conferentie door de weigering om de •besprekingen over de toekomst van Nieuw-Guinea met Indonesië voort te zetten, waarbij hij op enigszins dreigende toon sprak: Hoewel er reeds stemmen opgaan om dit vraagstuk op een andere en meer drastische wijze te regelen, houdt de Indonesische regering zich nog bij de opvatting, dat naar een vreedzame regeling moet worden gezocht.

De beslissing, welke er genomen werd, liep lijnrecht tegen de rede van minister Luns in.

.Vlet grote meerderheid van stemmen, van die van 39 voor en 12 stemmen tegen en 9 onthoudingen, is er besloten om de Indonesische eis van de souvereiniteit over Nederlands Nieuw-Guinea te verkrijgen, op de agenda te plaatsen en te behandelen.

De landen, die tegenstemden, waren met Nederland Australië, België, China, Denemarken, Engeland, Frankrijk, Luxemburg, Noorwegen, Turkije, Zweden en Zuid-Afrika.

Tot de landen, die zich van stemming onthielden, behoorden onder meer Amerika, Canada en Nieuw-Zeeland.

De zucht naar en de Hefde tot het internationalisme, dat zovele Nederlanders, tot de Anti-Revolutionnairen en Christelijk-Historischen toe, zo diep in hun bloed en hart zit, kunnen Nederland opnieuw duur te staan komen, waar de eis van de Indonesische regering, om de souvereiniteit over Nieuw-Guinea te verkrijgen, straks in de Algemene Vergadering der Verenigde Naties in behandeling komt.

In Indonesië zelf gaat het er altijd nog maar slecht naar toe, zó slechts zelfs, dat onderscheidene bedrijven er het grote gevaar boven het hoofd hangt, dat zij uit gebrek aan grondstoffen en uit gebrek aan deviezen om deze te krijgen, zullen moeten sluiten. Een Indonesische autoriteit heeft nu een reis naar verschillende regeringen ondernomen om van hen een lening te verkrijgen. In West-Duitsland is hij daarin geslaagd; bij de Nederlandse regering, waarbij hij ook om een lening aangeklopt heeft, tot dusver niet. De Nederlandse regering moet huiverig tegenover het verzoek van Indonesië staan, welks vertegenwoordiger zich nu naar Amerika begeven moet hebben.

Soekarno, die van godsdienst een Mohammedaan is, is met een tweede vrouw getrouwd; een gebeurtenis, welke in Indonesië nog al beroering verwekt heeft. Onder andere hebben daar vrouwenverenigingen tegen geprotesteerd. Soekarno's eerste vrouw zal de rang van „first lady" innemen, dat is de eerste rang.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 september 1954

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 september 1954

De Banier | 8 Pagina's