Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXIX.

Toenemende spanning in Brussel. De Franse agenten steeds in actie. De Prins verlaat Brussel.

Voordat de Prins van Oranje, die nog slechts één geleide te paard had overgehouden, zijn paleis bereikte, deed zich nog een incident voor. Plotseling toch kwam vanuit zijstraten een woeste volksmenigte die de Prins beletten wüde verder te gaan, daar het gerucht verspreid was, dat hij van plan was zich bij het paleis aan het hoofd der troepen te stellen en dat zijn broer Prins Frederik met de krijgsmacht uit Vilvoorde vertrokken was en zich reeds voor de poorten van Brussel bevond. Ternauwernood zag de Prins kans zich aan de woede der menigte te onttrekken door met zijn paard over enige barricaden te springen. Na een tocht door de stad, die ongeveer twee en een half uur geduurd had, bereikte hij tenslotte het paleis.

Volgens officiële geschriften hebben de meergenoemde Franse agenten een groot aandeel in deze oproerige beweging gehad. De aanwezigheid der Nederlandse troepen in de omgeving van Brussel hadden zij aangegrepen om de Belgen nog al meer tegen de Hollanders op te ruien. Op die manier wüden ze een breuk tussen Nederland en België teweeg brengen, wat uiteindehjk maar al te zeer gelukt is.

In de burgerwacht hadden zich al evenzeer Fransen ingenesteld. Het waren over het algemeen oud-militairen, aan wie het bevel over verscheidene wachtposten was opgedragen. Dit blijkt onder meer uit een brief van de te Brussel verblijvende procureur des Konings aan de Prins van Oranje, waaraan we de hier volgende passage ontlenen: „De oproerige beweging, die hier plaats grijpt, is er geen ten gunste van Frankrijk, maar schijnt gesteimd te worden door verscheidene Fransen, die de inwoners er toe willen brengen Frankrijks bescherming in te roepen. Men zegt, dat verscheidene vreemdelingen in de burgerwacht hebben weten binnen te dringen en er niet weinig toe bijdragen om de gisting en beroering in de stad gaande te houden.

Ik heb wat dat betreft, verschillende vertrouwelijke rapporten ontvangen."

Het is te begrijpen, dat de aanwezigheid van deze Fransen uiterst gevaarlijk was voor de stemming der burgerwacht ten aanzien van al wat Noord-Nederland was. Dit werd er niet beter op toen de deputatie, welke door de burgerij naar Den Haag was afgevaardigd, in Brussel terugkeerde. De deputatie zelf bracht geen slecht nieuws mee. Integendeel, zij bleken op een enkele na, tevreden te zijn over de bereikte resultaten. Zij waren door de Koning hartelijk ontvangen en hij had ze medegedeeld, dat aan hun wens reeds voldaan was daar de Staten-Generaal tegen 13 September in buitengewone zitting bijeengeroepen was. Verder had hij de naar voren gebrachte bezwaren welwülend aangehoord zonder daarbij zijn persoonlijke goed-of afkeuring te tonen, zodat hij zich boven de partijen had gesteld. Toen dan ook het resultaat der deputatie in een proclamatie aan het volk bekend gemaakt werd, droeg deze een zeer geruststellend karakter. Hetzelfde kan gezegd worden van de woorden, die het hoofd der burgerwacht aan de bekendmaking van het verslag der deputatie vooraf Het gaan.

Het volk scheen dan ook aanvankelijk met deze proclamatie te vreden te zijn. Dit duurde echter niet zo lang, want de Franse agenten, daarbij gesteund door andere Fransen en hen bevriende Belgen stelden alles in het werk om de gunstige indruk, die de proclamatie op het volk gemaakt had, weg te nemen. Zo werd door hen rondgestrooid, dat de beloften der regering ten enenmale onvoldoende waren en dat het volk door de deputaten verkocht en verraden was. Al spoedig kwam het volk dan ook weer in heftige beroering. Des avonds bevond zich op de grote markt te Brussel een grote volksmenigte, waartussen zich volgens ooggetuigen op onderscheidene plaatsen redenaars bevonden, naar wie door het volk geluisterd werd, alsof het orakels waren. Van welk gehalte de toespraken waren laat zich wel denken. Ze waren er geheel op berekend het volk op te zwiepen. 'Al spoedig bleef het niet bij uitroepen van misnoegen van de zijde van het volk, men ging ook tot daden over, door de proclamaties van die dag af te trekken, te verscheuren en de stukken ervan naar het stadhuis te werpen.

In de stad werd het steeds onrustiger, vooral toen er geruchten gingen, dat het volk aanstalten maakte om de troepen aan te vaUen en de paleizen te bestormen. Dit duurde de hele nacht door, zodat het zich liet aanzien, dat het volk inderdaad tot de aanval op de troepen zou overgaan en het paleis trachten binnen te dringen. Imniddels hadden de Franse agenten voor nieuwe geruchten gezorgd, onder meer deze, dat de prins wilde vluchten en dat hij de leiders der burgerwacht voor zich gewoimen had. Onder deze zorgwekkende omstandigheden achtten de bevelhebbers der burgerwacht hef niet raadzaam, dat de Prins van Oranje nog langer zou blijven, daar zij niet meer voor zijn beveiliging konden instaan. Men deelde dit de Prins mede, hem daarbij tevens verzoekende de troepen, die het paleis bewaakten en tegen een eventuele aanval moesten verdedigen, uit Brussel te laten vertrekken.

Hoewel eerst aarzelend, besloot de Prins tenslotte aan de op hem uitgeoefende aandrang gehoor te geven, waarbij hij niet alleen voldeed aan het verzoek de troepen uit Brussel mede te nemen, maar bovendien nog de belofte deed, dat hij het hem voorgestelde plan om Noord-en Zuid Nederland van elkaar te scheiden met dien verstande, dat de Prins van Oranje koning van België zou worden, aan de koning te zullen voorleggen.

Deze belofte, die in Zuid-Nederland zoals te begrijpen is, bij zeer velen een zeer gunstige indruk maakte, verwekte echter in Noord-Nederland bij zeer velen grote ontstemming en sterke afkeuring. Onder die zeer velen behoorde ook mr. Groen van Prinsterer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1954

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1954

De Banier | 8 Pagina's