Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE WALDENZEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE WALDENZEN

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

LXXX

De revolutionnaire bewegingen, die in het jaar 1848 in verscheidene landen en ook in Italië plaats vonden, zouden voor de Waldenzen gunstiger omstandigheden doen aanbreken.

Die bewegingen toch werden door de vorsten met grote bezorgdheid gadegeslagen. Zo ook door Karel Albertus, die koning over de Waldenzen was. Reeds begon hij te spreken over het doen van afstand van de troon, doch hiervan wilden zijn zoon Victor Emanuel en zijn voornaamste raadslieden niets weten. Intussen was voor de Waldenzen het pleit gevoerd niet slechts door de liberale pers, die tevens voor de Joden opkwam, doch ook door de Engelse en Pruisische gezanten namens hunne regeringen. Meer invloed echter oefenden de berichten uit van het uitbreken der revolutie in de stad Palermo en het houden van grote demonstraties der volkspartijen te Turijn, ten gevolge waarvan de gemeenteraad besloot bij de koning om een grondwet te verzoeken. Daarbij kwam nog, dat de koning van Napels zijn volk reeds een grondwet had beloofd.

Al deze en nog andere gebeurtenissen brachten Karel Albertus er toe, om zijn onderdanen een grondwet te beloven. Hij deed dit door middel van een proclamatie, waarin tevens de aanstaande grondwet in grove trekken werd aangegeven. De Waldenzen waren echter na kennisneming van deze proclamatie nog niet erg gerust. Er stond namelijk wel in vermeld, dat de rooms-katholieke godsdienst staatsgodsdienst zou zijn, maar ten aanzien van de geloofsvrijheid en de burgerHjke gelijkstelling der Waldenzen stond er geen woord in. Eerst enkele dagen later kwam er een koninklijk besluit, waarin deze aan de Waldenzen officieel werden toegekend. We laten dit besluit hier in zijn geheel volgen:

„In overweging nemende de trouw en aanhankelijkheid der Waldenzer bevolking, hebben onze koninklijke voorgangers langzamerhand en geleidelijk deels ingetrokken en deels verzacht de wetten, die vroeger hun burgerlijke vrijheid beperkten. Op hun voetspoor heeft het ons goedgedacht, onze onderdanen nog meer vrijheid toe te staan, door te bepalen, dat op vele en belangrijke punten, deze wetten niet meer in acht behoeven genomen te worden. Daar nu de motieven vervallen zijn, . die tot hun ontstaan geleid hebben, kan thans het systeem van gunstige bepalingen, reeds in de loop der laatste tijden ten opzichte der, Waldenzen getroffen, voltooid worden. Wij zijn dan ook vast besloten, om hen te laten delen in alle voorrechten, die uitvloeisel kunnen zijn van de algemene grondtrekken onzer wetgeving.

Dus hebben wij op heden — gedrongen door en overtuigd van ons koninklijk gezag — en gehoord het gevoelen van onze raadslieden, het volgende beschikt: De Waldenzen mogen medegenieten van alle burgerlijke en politieke rechten van onze onderdanen; alle scholen bezoeken tot en met de universiteit en de academische graden verwerven.

Betreffende hun eredienst en de door hen opgerichte scholen wensen wij echter geen nieuwe bepalingen te maken. Elke wetsbepaling, die met de tegenwoordige in tegenspraak komt, achten wij van dit ogenblik af, niet meer van kracht.

Onderhavige wetsbepalingen zenden wij door aan de Senaat, aan het Hogerhuis, aan het Generaal-Registratiekantoor en aan ieder, die bevoegd is, hiervan inzage te hebben. Wij merken er bij op, dat het originele stuk zal worden ondergebracht in het gouvemements archief en dat alle copieën, geleverd door de koninkhjke drukkerij, even geloofwaardig moeten worden geacht.

Uitgegeven in Turijn de 17e Februari van het jaar onzes Heeren 1848 en in het 18e jaar onzer regering".

Tot zover het edict van koning Karel Albertus ten aanzien van de Waldenzen.

OOM KOOS.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1954

De Banier | 8 Pagina's

DE WALDENZEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1954

De Banier | 8 Pagina's