Brief uit Zeeland

CCCIII.

Er is een streven om het platteland ook te begiftigen met hetgeen in de steden geboden wordt, namelijk bioscoop, toneel, dans en wat er al gevonden wordt en wat beschouwd wordt te zijn als te behoren tot het culturele leven. Dat wordt betracht met een ijver, een betere zaak waardig.

Het wordt voorgesteld alsof een mens geen geluk kan hebben wanneer hij daarvan verstoken is. Die zaken worden als het ware opgedrongen. De overheidsorganen achten zulks als hun taak, en het niet willen aanvaarden wordt gelijk gesteld met een vorm van achterlijkheid.

Die mensen leven niet meer met hun tijd mee. Zij hebben er geen oog voor, dat de mens toch ook wel wat genieten mag; dat hij wel delen mag in de genoegens, die het stadsleven biedt.

Ter plaatse wordt daaraan wel gewerkt met het motief, dat ze anders toch naar de stad gaan, of naar andere plaatsen, en dat de ongerechtigheid dan welig tiert. Of dan gesteld wordt, dat dan daarvoor het mindere kwaad maar gekozen moet worden, is niet steeds duidehjk, want openlijk te getuigen, dat het een kwaad is, zij het dan ook een minder kwaad dat wordt niet gevonden, althans niet bij de voorstanders.

Toch is het nodig om tegen die zaken te blijven getuigen. Ook tegen de zogenaamde christelijke acties, die er op dat gebied zijn.

Door onze vaders is, op grond van Gods Woord, ook daar tegen getuigd.

Er mag dan nu een vemisje over gestreken worden, maar evenmin als hout, dat reeds in slechte toestand verkeert, door een vemisje weer goed wordt, zo wordt ook dat daardoor goed. Het inwendige deugt niet, en is de boom kwaad, dan is de vrucht het ook.

Ook de sport wordt overal ingevoerd, of is reeds overal. De nuttigheid daarvan wordt hoog voorgesteld. Verbroedering, staling van de karakters enz.

Dat er ook wel haat en nijd uit voortkomt, daarvan wordt gezwegen. Dat er zijn, die hchamehjk er onder lijden, dat wordt niet gezegd. Dat het gaat om de verheerlijking van de mens, daarvan wordt niet gesproken. Dat het niet bevorderlijk is voor de vreze Gods, daaraan wordt niet gedacht.

En toch, het platteland moet maar al die zaken ook hebben, want anders is het niet volwaardig.

Dat er andere zaken zijn, waaraan het platteland ook behoefte heeft, en niet verkrijgt dan met grote offers, daaraan woidt niet gedacht; althans daarover wordt minder gehandeld.

De behoefte aan de zuivere verkondiging van Gods Woord, die is er overal, ook in de steden. Och, mocht onze overheid meer ijveren daarvoor.

Maar er zijn ook natuurhjke zaken, die op het platteland gemist moeten worden en die slechts met medewerking van de overheid kunnen worden verkregen.

De zogenaamde pubheke voorzieningen, met hcht, water en afvoer van vuil, zijn in de grotere samenwoningen wel tot stand gebracht, maar komt een groot deel van het platteland nog te missen. Zeker, ook dat mag geen dwang worden, maar de gelegenheid dient toch te worden geboden. Die gelegenheid wordt wel gedeeltelijk geboden, maar nog niet overal, en waar dat het geval is, slechts ten koste van grote bedragen, door de betrokkenen op te brengen.

Dat die betrokkenen door hun belasting bijdragen aan de voorzieningen van anderen, dat die betrokkenen mede bijdragen moeten geven voor zaken, die zij missen, daaraan wordt dan ook nog niet gedacht. Ook wordt er niet aan gedacht, dat hun belastinggelden wel worden gebruikt voor zaken, die zij niet graag vrillen steimen, en waartegen zij krachtens beginsel bezwaren hebben.

De overheid grijpt tegenwoordig op velerlei terrein in. Alles moet door de gemeenschap worden gedaan. Maar dan zal ze ook moeten zorgen voor de voorzieningen, die, al kosten ze veel geld, toch nodig zijn.

Dacht u, dat een veehouder geen water nodig heeft? Wordt gemeend, dat een koe melk geeft, ook als ze niet goed ge-voed en gedrenkt woidt? Dacht u, dat water, als het maar water is, hoe vervuild en verzilt ook, nog wel goed is voor een dier?

Och, het lijkt wel op een dovemansdeur te kloppen. Het kan de schijn hebben, dat te weinig aan het beginsel wordt gedacht en de materiële belangen naar voren worden geschoven. Maar het beginsel brengt mede, ook daarvoor te zorgen.

Uw Zeeuwse Briefschrijver-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen