Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

uit het eigen land

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

uit het eigen land

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is in de politieke commissie van de Organisatie der Verenigde Naties een voor ons land allesbehalve gunstige beslissing gevallen.

Daarin is toch de vorige week een zogenaamde compromisresolutie aangenomen, waarin de hoop wordt uitgesproken, dat Nederland en Indonesië zullen blijven streven naar een vreedzame oplossing van hun geschil inzake Nieuw-Guinea.

Deze compromisresolutie werd aangenomen, hoewel Nederland en andei"e mogendheden zich tegen het nemen van enige resolutie scherp verklaard hadden. Zij wisten alleen het magere resultaat te verkrijgen, dat de oorspronkelijke resolutie, waarin aan Nederland en Indonesië de opdracht gegeven werd om de besprekingen over Nieuw-Guinea te hervatten verzacht werd, doordat in de aangenomen compromisresolutie de hoop werd uitgesproken, dat de landen zulks zouden doen.

Al is er dan wat de scherpte betreft wel wat water in de wijn gedaan, in wezen is daardoor feitelijk niets veranderd.

Het woord hoop klinkt inderdaad iets gematigder dan het woord opdracht, maar het komt in beide gevallen toch hier op neer, dat de Organisatie der Verenigde Naties zich bij vernieuwing het recht heeft toegekend, te oordelen over een zaak, waartoe zij alle bevoegdheid mist, dat zij het bestaan van een Nederlands-Indonesisch geschil erkend heeft en dat eij haar afkeuring er over uitgesproken heeft, dat Nederland geweigerd heeft en weigert dit geschil met de Indonesische regering te bespreken.

Daar is door in de resolutie het woord opdracht te vervangen door het woord hoop een verguldsel om de voor Nederland bittere pil gedaan. Men zou ook kunnen zeggen; wal honing aan de roede gesmeerd om de hardheid er wat van weg te nemen, maar met dat al blijft voor Nederland de pil bitter en de roede hard.

In de Indonesische pers betoont men zich over de compromisresolutie niet geheel voldaan. De Indonesiërs hadden blijkbaar meer verwacht van het optreden van de Organisatie der Verenigde Naties. In een blad wordt van een kleine terugslag gesproken, welke tot grotere krachtsinspanning behoort aan te sporen.

Inmiddels publiceert 'n aanzienlijk aantal Indonesische bladen een bericht uit Makassar over een opstandige beweging, welke op Nederlands Nieuw-Guinea uitgebroken zou zijn. Dit bericht steunt op een verklaring van Latamahina, voorzitter van de Nieuw-Guinese strijdorganisatie, die zegt, dat deze opstandige beweging is rond Sorong.

Van Indonesische zijde — dit toont dit bericht ook wel aan — zet men er alles op om met allerlei middelen de souvereiniteit over Nieuw-Guinea te verkrijgen.

Zo wordt in Djakarta een grote demonstratie voor dat doel voorbereid. Binnen­ kort zullen er twee wedstrijden worden gespeeld tussen Nieuw-Guinese voetbalen volleybalgroepen tegen plaatselijke elftallen in het grote stadion van Djakarta, waar president Soekarno de aftrap zal verrichten. Deze wedstrijden moeten mede dienen om de wereld te tonen, dat Nieuw-Guinea een integrerend deel van Indonesië is.

Nu heeft Mr. Luns wel verklaard, dat de gezindheid in de Organisatie der Vei^ enigde Naties jegens Nederland veel verbeterd is in vergelijking met die, welke daarin bij de behandeling van de Indische kwestie heerste, maar uit de behandeling van de zaak zelf en uit de stemming valt dit niet op te maken.

De compromisresolutie werd ter tafel gebracht door Argentinië, Columbia, Cuba, Ecuador, El Salvador, India, Syrië en Joego-Slavië, dus door niet minder dan acht landen. Zij werd aangenomen met 34 tegen 14 stemmen en 10 onthoudingen.

Even tevoren was een ander compromisvoorstel van Columbia, dat als amendement op de aangenomen resolutie was ingediend, waarin de hoop werd uitgesproken, dat een oplossing zou worden gevonden, welke in overeenstemming zou zijn met het Handvest van de Verenigde Naties en welke de belangen van de bevolking het best zou dienen, met 31 tegen 11 stemmen en 16 onthoudingen verworpen.

Het is wel merkwaardig, dat met de belangen van de Nieuw-Guinese bevolking zo bitter weinig rekening is gehouden, maar dat het ook hier weer heel andere belangen geweest zijn, welke de doorslag gegeven hebben. Zo onthield Amerika, dat blijkbaar de kool en de geit beide heeft willen sparen, zich van stemming. Gelijk het begrijpelijk is, dat de Sovjetunie met haar vazalstaten en de Aziatische volken alle tot die landen behoor^ den, welke hun stem voor de aangenomen resolutie uitbrachten.

De uitslag van deze stemming geeft er alle reden toe om te veronderstellen, dat deze resolutie tevens met een tweederde meerderheid in de Algemene Vergadering der Verenigde Naties zal worden aangenomen.

Hoe zal tenslotte de houding van onze regering tegenover de aangenomen resolutie zijn?

Zij heeft bij herhaling verklaard, dat zij geen afstand zal doen van de souvereiniteit over Nieuw-Guinea, en ook verklaard, dat, hoe de beslissingen in de Organisatie der Verenigde Naties colt mochten uitvallen, zij nochtans de souvereiniteit over Nieuw-Guinea niet aan Indonesië zal overdragen; zelfs verklaard, dat, indien de bespreking over Nieuw-Guinea het volgend jaar in de vergadering van de Verenigde Naties - waarop zeer grote kans bestaat — zal plaats vinden, zij daaraan niet zal deelnemen, maar bij dit alles kan men een zeker gevoel van ongerustheid niet van zich afzetten. Onze regering toch heeft in vroegere dagen wel meer verklaringen afgelegd, welke zij heeft ingeslikt, en wel meer positieve beloften afgelegd, welke zij niet gehouden heeft. Daarbij komt, dat bij vele Kamerleden een sterke zucht bestaat om ten koste van het eigen land grote offers te brengen aan het internationalisme, zoals heel Indië daar eertijds aan is opgeofferd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1954

De Banier | 8 Pagina's

uit het eigen land

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1954

De Banier | 8 Pagina's