Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij, die sterft voordat hij sterft, zal niet sterven wanneer hij sterft.

Van een stervend leven, waarbij een mens door de kracht der Goddelijke genade sterft aan zonde en wereld, aan ongerechtigheid en eigengerechtigheid, valt er in onze dagen bitter weinig te bespeuren. Integendeel. Men kan waarnemen hoe men bij hoog en laag onder de mensen, hetzij met of zonder eigenwillige godsdienst, er naar staat om naar eigen inzicht te leven en zo te leven, dat men om het Woord Gods en het getuigenis van Jezus Christus, de Heere, zijn leven niet verliest, maar men daarbij zelf op de troon zit en blijft zitten en de man is en wordt.

Zo naar het goeddunken van het eigen hart te leven heeft voor een iegelijk mens voor tijd en eeuwigheid de jammerlijkste gevolgen. En toch leeft er een talloos aantal personen alzo en niet anders. Dit •brengt hun niet dan allerlei ellende. Wij kunnen dit op allerlei terrein des levens waarnemen. Niet het minst ook in de staatkunde, welke er heden ten dage gevoerd wordt. Deze staatkunde is geheel gebaseerd op menselijke wijsheid en krachten. En wat brengt zij anders dan ellende in allerlei vorm? Zij zegt daarop gericht te zijn om de spanningen onder de volkeren weg te nemen. Doch de resultaten, welke zij bereikt, tonen het tegendeel. Nog altijd bestaat er een gespannen toestand onder de volkeren.

Van die gespannen toestand legt het antwoord der Sovjet-regering op de nota's van Amerika, Engeland en Frankrijk, waarin de uitnodiging tot de Moskouse conferentie van de hand wordt gewezen, een onwedersprekelijk getuigenis af.

Deze nota heeft de radio-Moskou dezer dagen wereldkundig gemaakt. In deze nota wordt verklaard, dat de Londense en Parijse besluiten in flagrante strijd 'zowel met het verdrag van Potsdam als met de Frans-Sovjet-Russische overeenkomst zijn. En daar is het niet bij gebleven. Neen, in de nota wordt vervolgens niets meer of minder betoogd, dan dat met het oog op de bewapening van West-Duitsland en de agressiviteit van de politiek der landen van het Atlantische pact de Sovjet-Unie en alle andere vredelievende landen alle nodige maatregelen treffen om hun bewapening te vergroten en hun veiligheid te beschermen.

Voorts wordt in de nota betreurd, dat Amerika, Engeland en Frankrijk het niet mogelijk geacht hebben om tezamen met andere Europese landen deel te nemen aan de Moskouse conferentie ter bespreking van het vraagstuk van de collectieve veiligheid in Europa. En ook al wordt daarin gezegd, dat de overeenkomsten van Londen en Parijs, indien zij door de onderscheidene parlementen worden aanvaard, het sluiten van een vredesverdrag met Oosterurijk beslist in de weg zouden staan.

Een aparte beurt krijgt Frankrijk in deze nota. Daar is alle reden voor. De autoriteiten van de Sovjet-Unie zetten er alles op om het Franse volk afkerig te maken, speciaal van de herbewapening van West-Duitsland, wetende, dat zij daarmede naar het hart van vele Fransen spreken. De Russische minister Molotof heeft de herdenking van het Russisch-Franse vredesverdrag uit 1944 te baat genomen om zich in voor de Fransen vleiende bewoordingen tot Frankrijk te richten. In een een half uur durende redevoering drong hij, evenals de hem voorafgaande zes sprekers, er op aan om het Frans-Russische verdrag tot een hoeksteen te maken voor de vrede in Europa. Frankrijk, aldus verklaarde hij, met zijn tradities van glorie en dapperheid kan daarvan het bolwerk worden. Dat klinkt wel bijzonder lofvol voor de Fransen, maar wat hier bij Molotof voorzit, is niet een Frans maar een Russisch belang, namelijk om de herbewapening van West-Duitsland te verhinderen, een bewapening, welke al bijzonder slecht past in het kader van het Russische plan om in heel Europa het communisme de baas te laten spelen, want West-Duitsland, als het bewapend wordt, zal voor Rusland een geduchte tegenstander worden, en een grote hinderpaal om de werelrevolutie tot stand te 'brengen, een doeleinde van de Russische communistische politiek, dat nog nooit door de regering van de Sovjet-Unie verloochend is.

In de Russische nota nu, waarin Frankrijk een speciale beurt krijgt, wordt op dezelfde toon een lied gezongen. Daarin wordt uitgesproken, dat in plaats van te streven naar een deugdelijk stelsel van collectieve veiligheid in Europa, de huidige Franse regering alles in het werk stelt om de goedkeuring van de Londense en Parijse 'besluiten te verkrijgen. In de nota wordt de Franse regering ten laste gelegd, dat zij er de behulpzame hand toe biedt, dat West-Duitsland herbewapend wordt en opgenomen wordt in het agressieve Atlantische blok en andere militaire groeperingen, welke gericht zijn tegen de vredelievende landen van Europa. Begrijpelijk wordt in de nota ook het Duitse militairisme ter afschrikking van de Fransen ten tonele gevoerd. Evengoed — zo wordt er gezegd — als in de Sovjet-Unie, kan in Frankrijk en andere Europese landen het Duitse militairisme niet anders dan een bezorgdheid verwekken, waarbij echter verzwegen wordt, dat de Sovjet-Unie al sedert jaren bezig is het Duitse miUtairisme in Oost-Duitsland op de been te helpen. Doch in weerwil van het feit van het herleefde Duitse müitairisme in Oost-Duitsland betoogt de Russische nota, dat de Franse regering zich er wel bevvTist van moet zijn, dat de beperkingen van het Duitse militairisme en de papier-garanties, waarvan in de Londense en Parijse besluiten gewag gemaakt wordt, wegens in het oog springende redenen niet het vertrouwen van de Europese volken genieten. Vervolgens — wordt in de nota opgemerkt — kan een bewapening van West-Duitsland niet in overeenstemming zijn met de voorstellen tot een algemene vermindering der bewapening, welke thans in de Organisatie der Verenigde Naties besproken wordt. De aanvaarding van de Londense en Parijse besluiten zou tot een intensieve bewapeningswedloop leiden en het bereiken van overeenstemming tot vermindering der bewapening in de weg staan.

De pogingen — zo vervolgt de nota - om het zo voor te stellen, dat de aanvaarding van de Londense en Parijse besluiten een regeling van de Duitse kwestie door onderhandelingen van de betrokken partijen niet in de weg zou staan, zijn niet alleen niet overeenkomstig de waarheid, doch kunnen slechts voeren tot een misleiding van de publie-• ke opinie. De aanvaarding van de Londense en Parijse besluiten toch zal de viermogendhedenbesprekingen over de hereniging van Duitsland nutteloos maken en de mogelijkheid uitsluiten om overeenstemming over deze kwestie te bereiken.

De Sovjet-Unie en andere vredelievende landen — zo wordt er in de nota aan toegevoegd — zien zich gedwongen om onverwijld de nodige stappen te doen om de groeiende strijdkrachten van de agressieve mogendheden, die de vrede bedreigen, het hoofd te bieden met een niet mindere macht en met hun bereidheid om de vrede te verdedigen en ts beschermen.

De Westelijke mogendheden — zo luidt het op het einde van de nota —dragen bij tot versnelling van de bewapeningswedloop en deze landen moeten dan ook de consequenties dragen van hun huidige poHtiek, welke onverenigbaar is met de belangen van de vrede, en die leidt tot een aanzienlijke vergroting van het gevaar voor een nieuwe oorlog in Europa.

In deze nota, welke aan de ambassades van Frankrijk, Engeland en Amerika te Moskou overhandigd is, dient de Sovjet-Unie zich bij vernieuwing aan als de grote vredesapostel. Haar woorden kloppen echter niet met haar daden. Zij is toch nog immer de sterkst bewapende mogendheid. En bovendien strookt het niet met haar woorden, waarin zij zich zo afkerig van het Duitse militairisme betoont, waar zij legeroefeningen houdt, waaraan zij de Oostduitsers onder de benaming van politietroepen doet deelnemen en zo het Oostduitse müitairisme bevordert.

Het behoeft dan ook geen verwondering te baren, dat onder de gegeven omstandigheden de Russische nota niet het door de Russische regering gewenste resultaat oplevert en dit tot op dit ogenblik zelfs niet in Frankrijk.

De minister-president Mendès-France toch behaalde dezer dagen ee^udubbele overwirming in de commissie van buitenlandse zaken van de Franse Nationale Vergadering, inzake de Londens-Parijse besluiten betreffende de toepassing van de herbewapening van West-Duitsland, Twee amendementen op het wetsontwerp ter bekrachtiging van deze besluiten, die vertraging van de uitvoering van deze besluiten na bekrachtiging beoogden, werden ingetrokken, nadat hij a'fn mening over een dergelijke vertraging had uiteengezet. Nochtans was de meerderheid, welke zich ten gunste van Mendès-France uitsprak, gering, zodat deffi in het parlement op een sterke bestrijding heeft te rekenen.

Generaal de Gaulle, die een onderhoud met de Russische ambassadeur te ParijJ heeft gehad, heeft verklaard, dat hij zien niet tegen aanvaarding van de Londens-Parijse besluiten zal verzetten. Hierdoor werd de positie van Mendès-France, de kwestie van vertrouwen zal stellen als de Londense en Parijse besluiten in het Franse parlement behandeld zuUen worden, versterkt; gelijk deze versterkt is geworden doordat tijdens de termijn van tien dagen, waarbinnen Tunesische opstandelingen zich bij de Franse en plaatselijke autoriteiten in Tunesië konden melden en hun wapens inleveren — waarbij hun straffeloosheid en hulp bij het vinden van een betrekking werden gewaarborgd — bijna 2500 opstandelingen van het aanbod der Franse regering hebben gebruik gemaakt.

Dat de spanning tussen het Westen en het Oosten nog niet verminderd is, daarvan legt een aanklacht der Russen in de Organisatie der Verenigde Naties een overtuigend bewijs af. Deze aanklacht houdt in, dat Rusland vraagt Amerika te veroordelen wegens agressieve daden tegen communistisch China. Deze aanklacht was voorafgegaan door een heftige aanval van de rode Chinese ministerpresident Tsjoe-En-Lai op het onlangs tussen Amerika en het nationalistische China gesloten bijstandsverdrag.

In de politieke commissie van laatstgenoemde organisatie zette de Russische gedelegeerde de aanval voort, waarbij hij beweerde, dat op Formosa door Amerika een mihtaire basis was opgericht en dat de Chinese nationalisten bij hun overvallen op het vasteland van China door Amerika geholpen werden, tevens bewerende, dat het Amerikaans-Chinese bijstandsverdrag een nieuwe daad van agressie inhield.

In de resolutie, welke de Russische gedelegeerde vervolgens indiende, werd de Organisatie verzocht een einde te willen maken aan deze onvredelievende daden in het Verre Oosten.

De Amerikaanse afgevaardigde vroeg aan die van Rusland waarom hij dit onderwerp weer eens uit de kast had gehaald en herinnerde er vervolgens aan, dat dit ook in 1950 was geschied, vlak vóór de Chinezen in de Koreaanse oorlog optraden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1954

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1954

De Banier | 8 Pagina's