Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Ouden Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Ouden Jong

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nieuwe voorwaarden in rake scheiding Nederland en België. Toepassing dwangmaatregelen op Nederland.

XXXVII.

Indien Frankrijk in 1831 niet met een legermacht de Belgen te hulp gekomen ware, dan zouden deze zich zonder enige twijfel gewonnen hebben moeten geven. Nadat toch het Maas-en Schelde-leger verslagen waren en Leuven in bezit genomen was, lag de hoofdstad Brussel, waar reeds grote verwarring en ontmoediging heerste, vrijwel voor de Nederlanders open, terwijl de Antwerpse citadel door laatstgenoemden bezet werd. Dat de Nederlandse regering met het oog op het te hulp gesnelde Franse leger meende de strijd te moeten staken, vond zijn oorzaak niet daarin, dat het Nederlandse leger schroomde de strijd met dit leger aan te binden, doch in het feit, dat zij zich niet wilde wagen aan een oorlog met Frankrijk, dat Engeland aan zijn zijde had. Het was haar ook niet te doen geweest om verovering van België of om wraakoefening, doch om het verkrijgen van billijker en rechtmatiger voorwaarden van scheiding. Dit resultaat werd dan ook inderdaad verkregen, alhoewel zij voor Nederland nog niet bevredigend waren. De Conferentie der grote mogenheden oordeelde namelijk, gelet op de wens des konings om ccn Europese oorlog te vermijden en op de gebleken militaire onmacht der Belgen, dat zij iels moest doen om aan billijke verlangens van Nederland tegemoet te komen. Niet alleen trok Frankrijk de helft van zijn naar België gezonden leger terug, om kort daarop het Belgische grondgebied vrijwel geheel te verlaten, maar ook de beraadslagingen met betrekking tot de voorwaarden der scheiding vielen in het voordeel van Nederland niet. Had toch de Conferentie voorheen toegestemd in de eis van België, dat over de stad Maastricht nader onderhandeld zou worden, zodat er mogehjkheid bestond, dat deze stad aan Nederland onttrokken en aan België toegewezen zou worden, thans werd door de Conferentie vastgesteld, dat Maastricht aan Nederland zou komen. Ook andere eisen door België gesteld, werden afgewezen. Zo besliste de Conferentie, dat Limburg in een Nederlands en Belgisch gedeelte zou verdeeld blijven, terwijl België geheel Limburg had geëist. Ten aanzien van Luxemburg, dat ook al door België opgeëist was, bepaalde de Conferentie, dat dit gebied zou worden verdeeld in een groothertogdom onder koning Willem I en een Belgisch deel. Vervolgens moest volgens de 24 artikelen van October 1831 door België van 1 Januari 1832 jaarlijks van de rente der gezamenhjke staatsschuld bijna 8% miUioen gulden opgebracht worden.

Deze bepalingen werden door België dan ook allesbehalve met ingenomenheid ontvangen. Integendeel, ze verwekten daar grote teleurstelling. Toch werden ze tenslotte door de beide Belgische Kamers aangenomen, in de Kamer der afgevaardigden met een geringe, in de senaat met een grote meerderheid van stemmen.

De Nederlandse regering betoonde zich echter, zoals hierboven reeds opgemerkt, evenmin te vreden met de door de Conferentie vastgestelde artikelen. Zij wees er in een nota op, dat het niet aanging de Luxemburgse kwestie, die alleen het huis van Oranje en de Duitse Bond betrof, met de Belgische te vermengen; voorts dat de eis van vrije vaart op de rivieren onredelijk was; dat de verdeling der schulden zeer in het nadeel van Nederland was uitgevallen en tenslotte, dat de grote mogendheden volgens de beginselen van het volkenrecht niet het recht hadden eigenmachtig te besüssen in een zaak, die de inwendige toestand van het in 1815 gestichte koninkrijk betrof.

Koning Willem I wenste dan ook in deze bepalingen niet te berusten en hij zou er zelfs voor geweest zijn om opnieuw de wapenen op te vatten indien de Pruisische regering hem daarin slechts te hulp had willen komen. Genoemde regering wenste hierin echter niet toe te_geven. Hoezeer de Czaar van Rusland en koning Willem I met een beroep op de verdragen en de banden van bloedverwantschap ook op inmenging van Pruisen aandrongen, bedoelde regering bleef voet bij stiik houden en maande de Nederlandse regering aan zich bij de besluiten der Conferentie neer te leggen, daar er anders opnieuw een Europese oorlog dreigde los te barsten. Een der Nederlandse gezanten ter Conferentie n.l. Falck, sprak in de zelfde geest. Ook hij opperde ernstige bezwaren tegen de scherp afwijzende houding der Regering, daarbij ondermeer wijzende op de voor Nederland uiterst bedenkelijke gevolgen, bij het niet aanvaarden der door de Conferentie vastgestelde artikelen. Het volk echter, alsmede de Tweede Kamer als vertegenwoordigster van 't volk, lieten zich door dergelijke redeneringen niet tot andere gedachten brengen en stelden zich in deze geheel achter de Regering, die alle moeite in het werk stelde om Rusland er toe over te halen de 24 artikelen niet te ondertekenen. De Czaar van Rusland had daar wel oren naar, temeer daar de opstand in Polen inmiddels onderdrukt was, doch de Pruisische koning wist hem teslotte tot inkeer te brengen. Het gevolg hiervan was, dat ook Rusland, nadat de andere grote mogendheden dit reeds gedaan hadden, tekende, zij het met het uitdrukkelijk voorbehoud van een definitief tractaat tussen Nederland en België over de riviervaart, de gemeenschappelijke kanalen en de schuld. Dit voorbehoud had tot gevolg, dat de uitvoering der 24 artikelen voor onbepaalde tijd verschoven werd, hetgeen aanvankelijk in België weer tot hevige ontstemming aanleiding gaf, zo zelfs, dat de Belgische gezant ter Conferentie teruggeroepen en door een ander vervangen werd. Van Nederlandse zijde drong men op wijziging der 24 artikelen ten gunste van Nederland aan. Na onderhandse onderhandelingen ter Conferentie, waarop we niet zullen ingaan, legde men de Nederlandse gezant tenslotte nieuwe voorstellen voor, die echter na enige dagen door hem afgewezen werden. Hij verklaarde daarbij, dat zijn regering bereid was de gevolgen van haar handelwijze te dragen en tevens besloten had om geen ogenblik de belangen van het Nederlandse volk op te offeren aan het schrikbewind ener omwenteling of aan bedreigingen van welke zijde ook.

De Conferentie nam daarop de toevlucht tot het dreigen met dwangmaatregelen. Frankrijk en Engeland verklaarden zich zelfs voor militaire dwangmaatregelen, terwijl de andere mogendheden niet zo ver wilden gaan. Zij wensten zich te bepalen tot financiële dwangmaatregelen door trapsgewijze vermindering van België's aandeel in de rente der staatsschuld, naarmate koning Wülem I bleef weigeren. Het gevolg van dit meningsverschil was, dat de Russische afgevaardigden de Conferentie verlieten. Nu zetten Frankrijk en Engeland hun plannen door. Zij eisten, dat de Hollandse troepen de Citadel van Antwerpen en de omliggende posten zouden ontruimen. Toen hieraan niet voldaan werd, legde een Frans-Engelse-vloot beslag op de zich op zee en in de Franse en Engelse havens bevindende Nederlandse schepen, terwijl de Hollandse kust geblokkeerd werd en 'n Frans leger van 60.000 man opnieuw België binnentrok om de Antwerpense Citadel in te nemen. Dit lukte echter niet zo gemakkelijk, daar Chassé met groot talent de verdediging leidde. Toen deze dan ook tenslotte door de overmacht gedwongen de vesting overgaf, was er niet veel meer dan een puinhoop van overgebleven. De bezetting werd krijgsgevangen naar Frankrijk gevoerd, terwijl het Franse leger naar Frankrijk terugkeerde.

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 februari 1955

De Banier | 8 Pagina's

Voor Ouden Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 februari 1955

De Banier | 8 Pagina's