Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het eigen land

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het eigen land

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze regering heeft dezer dagen in de Memorie van Antwoord op de financiële beschouwingen der Eerste Kamer enkele mededelingen inzake de komende belastingvoorstellen gedaan, welke voor heel ons volk van belang zijn. Zij heeft dienaangaande verklaard:

a. De vennootschapsbelasting zal tot 40 % worden verlaagd, hetgeen voor de schatkist des lands een derving van ƒ 60 milUoen betekent.

b. De progressielijn.voor alle inkomensklassen zal by de inkomstenbelasting minder steil worden.

c. De regering zal vasthouden aan een maximum belastingverlaging van ƒ 500 millioen.

d. Behalve door 'het vervallen van de defensieverhoging zal de druk der vermogensbelasting verder worden verminderd door verruiming van de belastingvrije bedragen, mede ter verlichting van diegenen onder de vergeten groep, die van een klein kapitaaltje moet leven.

e. De regering overweegt een bijzondere tegemoetkoming in fiscaal opzicht aan bejaarde belastingplichtigen en wteduwen.

f. De regering is niet voornemens de hogere inkomens van de voor te stellen verlaging uit te sluiten.

Aangaande deze mededelingen inzake de belastingverlaging staat wel vast, dat het stellig verzet in het parlement zal ont­ moeten, dat de regering besloten heeft aan een maximum belastingverlaging van ƒ 500 millioen vast te houden. De belastingdruk blijft toch zelfs na de verlaging van ƒ 500 millioen ongemeen zwaar. Gezien de opbrengst der 'belastingen konden de belastingen zonder enig bezwaar nog verder verlaagd worden; behoorden zij ook verder verlaagd te worden. Het is toch een vaststaand feit, hetgeen de regering nimmer heeft tegengesproken, of heeft kunnen tegenspreken, dat de zo hoge belastingen der laatste jaren een rem op meerdere bloei in menig bedrijf gelegd hebben. Door die opbrengst kon menig bedrijf niet de zo dringend nodige verbeteringen en vernieuwingen aanbrengen. Bracht het, omdat de verbeteringen en vernieuwingen beslist geen uitstel konden lijden, deze aan, dan moest het vreemd kapitaal opnemen en kon het dit menigwerf niet anders doen dan door het bij de één of andene bank op te nemen, waardoor het onder zware druk kwam te staan.

Geen wonder dan ook, dat er met het oog op de algemene welvaart van meer dan één zijde, ook de S.G.P.-fractie heeft dat bij voortduring reeds geruime tijd gedaan, op aangedrongen is geworden, dat de belastingen verlaagd zouden worden. Het is dan ook voor een zeer groot deel aan die aandrang te danken, dat de regering er dan eindehjk, wat zij al veel eerder had moeten en kunnen doen, toe overgegaan is om voorstellen tot verlaging van de belastingen bij het Parlement in te dienen. Een belastingverlaging had beslist eerder moeten plaats vinden ten aanzien van het bedrijfsleven, waarvan het, naar de mens gesproken, toch moet komen; want raakt dit in verval, dan zal het zijn terugslag op het maatschappelijk bestaan van al de burgers des lands doen gevoelen; maar de verlaging had ook ten aanzien van de particulieren al lang behoren te geschieden. De regering heeft meer dan eens bij onze 'bevolking op sparen aangedrongen, maar door de hoge belastingen behoorde dit voor zeer velen tot de onmogelijkheid. Niet het minst werd door de zo zware Mastingdruk der laatste jaren dat deel van onze landgenoten getroffen, dat tot de zogenaamde vergeten groepen behoort. Dit deel zag het leven steeds duurder worden, zijn inkomsten namen niet toe, neen, zij verminderden, doordat mede door de regeringsmaatregelen de gulden steeds in wa£u-de zakte. Het betrof hier een deel van ons volk, dat in zeer vele gevallen door noeste arbeid een klein kapitaaltje bijeen gespaard had, waarvan het op bejaarde leeftijd hoopte te kurmen leven. Dit deel is door de gang van zaken en ook al mede door de belastingdruk in benarde omstandigheden gekomen. Het heeft het ongetwijfeld in deze tijd uiterst moeilijk om op behoorlijke vvdjze in het levensonderhoud te voorzien.

Waar nu de regering een ander deel der bevolking wel door allerlei maatregelen te hulp kwam, daar beging zij onrecht door de vergeten groepen deze hulp niet te bieden.

Zij heeft nu aangekondigd, dat zij haar belastingverlaging ook ten gunste van de vergeten groepen wil doen plaats vinden, waar zij aangekondigd heeft, dat de druk der vermogensbelasting verder zal worden verminderd door verruiming van de belastingvrije bedragen, mede ter ver-Hchting van diegenen onder de vergeten groepen, die van een klein kapitaaltje moeten leven. Tevens heeft zij aangekondigd, dat zij een bijzondere tegemoetkoming overweegt in fiscaal opzicht aan bejaarde belastingplichtigen en weduwen. Hoe de regering deze verlaging zal inkleden, daarover ontbreken ons op dit ogenblik nadere gegevens, gelijk dat ook wel in den brede het geval is met de andere aangekondigde belastingverlagingen. Daarom zullen wij er dan ook niet meer vaA zeggen, alleen willen wij er nog over opmerken, dat het ons teleurgesteld heeft, dat de regering met haar 'belastingverlagingen niet de grens van ƒ 500 mfllioen wil overschrijden. Een verdere verlaging toch is onder de gegeven omstandigheden zeer wel mogehjk en zou heel ons voDc ten goede komen.

Voorts heeft de regering nog medegedeeld in een Nota aan de Eerste Kamer, op een vraag van rapportevirs over persberichten na behandeling in de ministerraad, dat zij, gezien de ontwikkeling van loneij en prijzen tot de conclusie gekomen is, dat zij op dit ogenblik geen hmn'verhoging moet voorstellen voor woningen met lage huurwaarde, en slechts een kleine huurverhoging voor duurdere woningen. Dit brengt — aldus deelt de regering mede — mede, dat het probleem van die huurbelasting bij handhaving van de gedachte, in de Troonrede tot uiting gebracht, voorshands buiten beschouwing kan worden gelaten. Dewijl wij over deze aangelegenheid nog kort geleden onze zienswijze kenbaar gemaakt hebben, zullen wij thans over deze mededeling der regering in geen nadere beschouwing treden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 1955

De Banier | 8 Pagina's

Uit het eigen land

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 1955

De Banier | 8 Pagina's