Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Repliekrede

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Repliekrede

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijnheer de Voorzitter!

Ook na de rede van de Minister zijn wij van oordeel, dat de voorgestelde grenswijziging allerminst noodzakelijk is. In de weg van samenwerking zou er door gemeenschappelijke regelingen veel ten goede bereikt kunnen worden, gelijk dat in het verleden het geval is geweest in zake de

uitbreidingsplannen,

waarbij beide hier in het geding zijnde gemeenten betrokken waren. In een stuk van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden aan de raad, waarin het gaat over een schrijven van 7 Juni 1949 van Gedeputeerde Staten van Overijssel in zake een ontwerp van wet tot wijziging van de grens tussen de gemeenten Hellendoorn en Wierden, wordt dienaangaande het volgende aan de raad medegedeeld:

„Om in de toekomst tot een betere bebouwing te komen vond op 26 Augustus 1948 op uitnodiging van Gedeputeerde Staten te Zwolle een bespreking plaats tussen de gemeentebesturen van Hellendoorn en Wierden onder leiding van een commissie uit Gedeputeerde Staten.

Tijdens deze besprekingen, waarbij tevens tegenwoordig waren de ontwerpers van de uitbreidingsplannen voor de gemeenten Hellendoorn en Wierden, respectievelijk de heren ir. Sluiter te Enschedé en ir. Knuttel te Deventer, werd volledige overeenstemming omtrent het ontwerpen van uitbreidingsplannen bereikt.

De ontwerpen zouden op elkaar aansluiten en daaromtrent zouden de ontweipers zich nader met elkaar verstaan.

Dit overleg heeft plaats gevonden en wij hebben onze goedkeuring aan het ons door ir. Knuttel voorgelegde ontwerp gehecht.

Moeilijkheden bij de eventuele samenstelling van uitbreidingsplannen werden daarbij opgeruimd.

Het argument „randbebouwing" komt door bovengenoemde overeenkomst geheel te vervallen".

Mijnheer de Voorzitter! Uit deze passage blijkt toch wel overduidelijk, dat er door overleg en samenwerking tussen de gemeenten in kwestie tot een oplossing van bestaande vraagstukken te komen zou zijn zonder dat tot de voorgestelde grenswijziging wordt overgegaan.

Dat burgemeenster en wethouders van Wierden er evenzo over denken, komt tot uiting in de navolgende passage uit hetzelfde stuk:

„Het argument, als zou zich eens een moeilijkheid hebben voorgedaan met de uitoefening van het bouw-en woningtoezicht bij de verbouw van een gebouw, staande op de grens, ontkennen wij ten sterkste, want ons zijn die moeilijkheden niet bekend. Het ver^ baast ons, dat Gedeputeerde Staten dit argument hebben overgenomen, zonder hiernaar bij ons te hebben geinfonneerd.

Extra-uitgaven bij het treffen van voorzieningen in het randgebied zijn niet te verwachten. De verschillende diensten te Wierden zijn wel zo economisch ingericht, dat geen extrakosten bij het uitvoeren van werken te Notter en Zuna gemaakt worden. Bovendien zijn personen in dienst der gemeente in de buurtschappen woonachtig.

Nu overeenstemming met de gemeente Hellendoom omtrent het uitbreidingsplan werd bereikt, is het absoluut niet noodzakelijk, uit stedebouwkundig oogpunt grenswijziging te doen plaats vinden. Wij vragen ons af: Geldt het tekort aan cultuurgrond zwaarder voor Hellendoom dan voor Wierden? "

Mijnheer de Voorzitter! In hetzelfde stuk van burgemeester en wethouders van Wierden wordt voorts ook nog gewag gemaakt van de kwestie der industrievestiging, welke eveneens wordt aangevoerd om de grenswijziging te verdedigen. Hieromtrent staat in bedoeld stuk het volgende vermeld:

„Wanneer er één motief is, dat komt te vervallen, dan is het wel het motief, dat wordt aangevoerd voor industrievestiging. Dat er onder de gemeente Hellendoom geen gronden meer Uggen, die geschikt zijn voor industriedoeleinden, wijzen wij met kracht van de hand. Voor uitbreiding van de tegenwoordige industrie aldaar is voor de eerste 40 jaren volop grond aanwezig en in eigendom bij deze industrie-ondernemingen of particulieren.

Maar dit is niet het enige, waarop wij in dit verband de aandacht wülen vestigen. Een veel belangrijker pvmt is er, dat een radicale wijziging brengt. Wij doelen op het standpunt, dat de Provinciale Planologische Dienst inneemt, n.l. dat te Nijverdal de vestiging van industrie niet bevorderd mag worden".

Terecht laten burgemeester en wethouders hierop volgen:

„Dit doet de deur toch wel geheel dicht".

Tenslotte, Mijnheer de Voorzitter, moet ik er bij bhjven, dat aan deze grenswijziging inderdaad beslist een politieke bijsmaak zit. Ik heb dit gisteren al duidelijk gemaakt en zal het thans niet herhalen. De Minister is hierop echter met geen enkel woord ingegaan, niettegenstaande de door mij naar voren gebrachte uitlating van een R.-K. raadslid veelzeggend is en voor velen in de betrokken streek verklaring geeft van het feit, dat deze grenswijziging met alle geweld wordt doorgezet.

Nadat de Minister de sprekers, die aan de replieken hadden deelgenomen n.l. de heren Ritmeester en van Dis, beantwoord had, werd over het wetsontwerp beslist. Hierbij bleek, dat slechts vier leden zich tegen verklaarden, zodat het aangenomen was.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1955

De Banier | 8 Pagina's

Repliekrede

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1955

De Banier | 8 Pagina's