Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Grenswijziging Hellendoorn  en Wierden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Grenswijziging Hellendoorn en Wierden

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEEDE KAMER

Rede van Ir van Dis

Reeds lang bestond het voornemen om van de gemeente Wierden in Overijssel een stuk af te nemen en dit te voegen bij de gemeente Hellendoom. In Wierden bestond daarover grote ontstemming zowel bij de inwoners als bij het gemeentebestuur. Het wetsontwerp, dat deze grenswijziging regelt, was echter niet tegen te houden. Besprekingen noch adressen konden de indiening er van verhinderen, zodat het tenslotte ook door de Kamer in openbare behandeling werd genopien.

Namens de fractie der S.G.P. werd daarbij het woord gevoerd door Ir. van Dis, die daarbij als volgt sprak:

Mijnheer de Voorzitter!

Het onderhavige wetsontwerp betreffende de vs'ijziging van de grens tussen de gemeenten Hellendoom en Wierden geeft ons aanleiding daartegen onze bezwaren kenbaar te maken. Wij zullen hierbij niet ingaan op beschouwingen over samenvoeging van gemeenten in het algemeen, daar wij zulks reeds gedaan hebben bij het wetsontwerp in zake herindeling van de Bommelerwaard, dat verleden week aan de orde was. Wel echter wensen wij er op te wijzen, dat zich bij de voorgestelde wijziging der grenzen tussen

Hellendoom en Wierden

de bezwaren voordoen, die wij bij die gelegenheid in onze algemene beschouwingen hebben genoemd en die, kort samengevat, als volgt zijn weer te geven:

1. historische bezwaren; 2. financiële bezwaren; 3. staatkundige of politieke bezwaren.

Wat de

historische bezwaren

tegen de voorgestelde grenswijziging betreft, zij er op gevi'ezen, dat de bevolking van de gebieden, waar het hier om gaat, namelijk de buurtschappen Eversberg en Brakenbelt, zich zeer nauw verbonden gevoelt met de gemeente Wierden. Van enige noodzakelijkheid om van deze gemeente te worden afgescheurd en bij Hellendoom te worden gevoegd, wordt door die bevolking dan ook

niets gevoeld. Integendeel, meer dan eens heeft zij zich duidelijk uitgesproken voor het verbonden blijven met Wierden, zoals geschiedde in 1940, toen 96 pet. van de bewoners der betreffende gebieden zich ten gunste van Wierden uitsprak. In 1947 stonden zij nog steeds op hetzelfde standpunt. Toen toch bleek op een door de buurtvereniging „Eversberg" belegde vergadering, dat verreweg het

merendeel

der aanwezigen tegenstanders en slechts een-uiterst klein deel voorstanders van de grenswijziging was. En zo is het thans nog. Ook nu zijn de bewoners der betreffende buurtschappen er vrijwel unaniem tegen om bij de gemeente Hellendoom te worden ingelijfd. Dit blijkt overduidelijk uit het afschrift van een request, dat een comité van actie uit deze bevolking d.d. 1 Febmari 1955 aan Hare Majesteit de Koningin gericht heeft. In dit

request

geven de leden van dit comité onder meer te kennen:

dat zij tegen de voorgestelde grenswijziging ernstig bezwaar menen te moeten maken;

dat zij inwoners van de buurtschap Notter zijn en als comité hebben gemeend stelling tegen deze grenswijziging te moeten nemen;

dat zij als inwoners van het omstreden gebied nergens in zijn gekend en het er op gaat lijken, dat zij, precies als in de Meidagen van 1940, tegen hun wil worden ingelijfd bij de gemeente Hellendoom;

dat zij deze handelwijze ver van „democratisch" noemen en er daarom ernstig tegen protesteren;

dat zij het dienen van geen enkel belang in deze grenswijziging zien en deze wijziging zelfs onrechtvaardig vinden tegenover de gemeente Wierden in haar geheel en tegen de bewoners van het omstreden gebied in het bijzonder;

dat verschillende motieven, welke in het wetsvoorstel worden aangevoerd en door de Minister breed uitgesponnen, bestreden moeten worden;

dat de gemeente Hellendoom ruim voldoende, gunstig gelegen industrie­ terrein bezit, n.l. in de buurtschap Hulzen, welke buurtschap zeer gunstig is gelegen tussen de dorpen Nijverdal en Hellendoom aan het riviertje de Regge;

dat genoemde buurtschap door haar ligging aan stromend water, alsmede doordat zij beschikt over een goed wegen-en stratennet, voor industrievestiging uitermate geschikt moet worden geacht;

dat zij er verder niet op gesteld zijn, dat er in de buurtschap Notter industrie wordt gevestigd, aangezien de bewoners van de landeHjke buurtschap Notter daar geen behoefte aan hebben, terwijl het landelijk schoon der buurtschap er ten zeerste door zal worden aangetast;

dat noch de gemeente Hellendoom. nóch de Minister, naar hun oordeel, voldoende oog hebben voor het landelijk schoon van de buurtschap Notter;

dat het niet alleen tot schade van de buurtschap Notter zou zijn, indien daar over enige tijd industrie zou worden gevestigd, doch ook onredehjk tegenover het gemeentebestuur van Wierden, dat geen toestemming kreeg om er in 1946 een fabriek van de N.V. Bieze Stork te Hengelo (O.) te vestigen;

dat zij menen, dat de grond te Notter als veengrond ongeschikt is voor fabrieksgebouwen en alleen geschikt is voor landbouwdoeleinden;

dat zij als bewoners van de buurtschap Notter steeds goed door het gemeentebestuur van Wierden zijn behandeld en zij geen enkele noodzaak tot grenswijziging kunnen zien.

Vervolgens delen zij mede, dat er vanwege de gemeente Wierden in de buurtschap Notter

tweemaal per week

zitting wordt gehouden voor het doen • van aangiften voor de burgerlijke stand, alsmede voor andere gemeentezaken, terwijl ook de gemeente-ontvanger er op gezette tijden zitting houdt voor de inning van de gemeentelijke belastingen; dat voorts het gemeentehuis van Hellendoom ongeveer even ver van Notter verwijderd is als dat van Wierden; dat er in de loop der jaren tussen het buurtschap Notter en de gemeente Wierden een hechte band is ontstaan, welke huns inziens zonder meer niet mag worden verbroken.

Mijnheer de Voorzitter! Op grond van al de hier vermelde bezwaren keuren de bewoners het voorstel der Regering

ten sterkste

af. Zij achten de voorgestelde grenswijziging allerminst nodig, zeker niet in de omvang als door de Minister in zijn wetsontwerp wordt voorgesteld. Wanneer zij een concessie zouden doen, zou die slechts inhouden een grenswijziging hoogstens tot aan het riviertje de Regge, dat een natuurlijke grens vormt tussen de gemeenten Wierden en Hellendoom.

Mijnheer de VoorzitterI Het zal toch door niemand kunnen worden ontkend, dat de

bezwaren

van de zijde der bewoners van het te annexeren gebied toch wel zeer duidelijk aantonen, dat deze bevolking niet bij Hellendoom wenst te worden gevoegd, doch bij Wierden wenst te blijven. De leden, die volgens het Voorlopig Verslag opgemerkt hebben, dat het hen getroffen had, dat de personen, die in het bij de gemeente Hellendoom te voegen gebied wonen, weinig interesse voor de kwestie aan de dag hebben gelegd, hetgeen zij daaraan toeschrijven, dat deze inwoners van Wierden op zo grote afstand van de kern dier gemeente wonen en voor nagenoeg alle voorzieningen op Hellendoom zijn aangewezen, hebben het dus wel

wanneer zij menen, dat de voorgestelde grenswijziging voor de betreffende bewoners een onverschillige kwestie is. Dat blijkt overduidelijk uit de zoeven door mij naar voren gebrachte bezwaren van de zijde der inwoners zelf. Terecht is door dezen opgemerkt, dat hier — en dat nog wel door hen, die altijd zo prat gaan op de democratie — wel zeer ondemocratisch te werk wordt gegaan door tegen de wil der bewoners hen bij de gemeente Hellendoom in te lijven. Ook de opmerking van de Minister in de Memorie van Antwoord, waarin, in aansluiting op de zoeven door mij aangehaalde passage uit het Voorlopig Verslag, wordt te kennen gegeven, dat de bewoners van het onderhavige gebied thans weinig interesse voor de voorgestelde grenswijziging aan de dag leggen, houdt dus

helemaal

geen steek, 's Ministers opmerking wordt wel zeer grondig tegengesproken door de door mij naar voren gebrachte punten uit het adres van het actiecomité. Of is dit de Minister niet voldoende? Aan een opinie-onderzoek hecht de Minister, zoals hij in de Memorie van Antwoord opmerkt, ook al een beperkte waarde; wij vragen: wat hadden deze bewoners dan moeten doen om de Minister kenbaar te maken, dat zij tegen de voorgestelde grenswijziging zijn? Hadden zij dan wellicht allen naar Den Haag moeten komen om van hun bezwaren tegen de voorgestelde grenswijziging te doen blijken?

Overgaande tot het tweede punt: de

financiële bezwaren,

Mijnheer de Voorzitter, wensen wij er op te wijzen, dat de voorgestelde grenswijziging voor de gemeente Wierden uit financieel oogpunt uitermate ongunstig is.

De Minister deelt te dien aanzien zelf in de Memorie van Antwoord mede, dat de inkomsten der gemeente Wierden met ƒ 159.000 zullen verminderen, de uitgaven met ƒ 41.000, zodat deze gemeente van de grenswijziging jaarlijks een geldelijk nadeel zal ondervinden van ƒ 118.000. Dat dit - hoewel niet direct — voor de gemeente Wierden na verloop van enkele jaren, als de reserves zullen opgebruikt zijn, nadelige gevolgen zal hebben, wordt in de Memorie van Antwoord zelf toegegeven. De Minister merkt toch op:

„Voor wat de verdere toekomst betreft, zal inderdaad verwacht moeten worden, dat het gemeentebestuur van Wierderi door het geslonken budget genoodzaakt zal worden de uitvoering van de betrekkelijk talrijke grote werken, welke het zich voornomen Jieeft tot stand te brengen, te temporiseren".

Mijnheer moge dit de Voorzitter! De Minister

geen bezwaar

vinden om de voorgenomen grenswijziging door te zetten, het gemeentebestuur van Wierden denkt daar heel anders over. Het ziet er een grote benadeling van Wierden in.

De grote werken, waarvan in de Memorie van Antwoord gewaagd wordt, had het gemeentebestuur reeds eerder tot uitvoering willen brengen. Vanwege de noodlijdenheid in vorige jaren kon daartoe echter niet worden overgegaan. Bij aanneming van dit wetsontwerp zal het het gemeentebestutir andermaal on- mogelijk gemaakt worden de uitvoering dezer werken ter hand te nemen, Terwille van een grenswijziging, waarvan de noodzaak noch door het gemeentebestuur van Wierden, noch door de inwoners van het betreffende gebied wordt ingezien en erkend, zullen de inwoners der gemeente dus moeten boeten.

Ten derde, Mijnheer de Voorzitter, wensen wij nog een enkele opmerking te maken over de

staatkundige of politieke

bezwaren. In de Memorie van Antwoord wordt ten opzichte hiervan vermeld, dat deze grenswijziging geen verandering van essentiële betekenis in de in de gemeente Wierden bestaande politieke verhoudingen zal brengen. Door het gemeentebestuur van Wierden wordt deze verklaring uit de Memorie van Antwoord echter geenszins gedeeld. Terwijl toch, zoals verwacht kan worden, de fracties van de K.V.P. en de P.v.d.A. minstens even sterk zullen blijven bij de nieuw te houden verkiezingen, zullen de overige fracties een aanzienlijke verzwakking ondergaan en de meerderheid, die zij thans hebben, verliezen. Gezien voorts de uitlating van een raadslid der K.V.P.-fractie in de raadsvergadering van 1 September 1953, luidend:

„Hoelang of het nog duren zal, weet nog niemand, maar wel moeten wij er ons op voorbereiden, dat, de grenswijziging doorgang vindt en dan weet men ook, dat de C.H. niet meer zo hoog van de toren blaast als grootste partij en dan hopen wij in de rechten te treden, die zij zich zou aanmatigen. Men zal ons die rechten dan niet kunnen ontzeggen".

krijgen wij sterk de indruk, dat aan de grenswijziging maar al te zeer een

politieke bijsmaak

zit, welke er van R.-K. zijde aan gegeven is, blijkens de zoeven geciteerde uitlating van een Wierdens raadslid, behorende tot de K.V.P.

Mijnheer de Voorzitter! Wij zullen het bij deze opmerkingen laten. Gezien de ernstige bezwaren, verbonden aan de voorgestelde grenswijziging, dringen wij er ten sterkste bij de Minister op aan deze, voor de gemeente Wierden zo belangrijke zaak, opnieuw in studie te willen nemen. Het wil ons voorkomen, dat door middel van samenwerking zeer wel gemeenschappelijke regelingen tot stand zouden kunnen komen, wanneer de Minister na nadere studie bereid zou zijn een grenswijziging voor te stellen, die niet verder gaat dan de Regge, zoals door de inwoners van het te annexeren gebied, gelijk uit hun request blijkt, zou kunnen worden geaccepteerd.

Na de beantwoording der sprekers door de Minister, werd gerepliceerd. Hierbij hield Ir. van Dis de volgende zonder hiernaar bij ons te hebben geinfonneerd.

Extra-uitgaven bij het treffen van voorzieningen in het randgebied zijn niet te verwachten. De verschillende diensten te Wierden zijn wel zo economisch ingericht, dat geen extrakosten bij het uitvoeren van werken te Notter en Zuna gemaakt worden. Bovendien zijn personen in dienst der gemeente in de buurtschappen woonachtig.

Nu overeenstemming met de gemeente Hellendoom omtrent het uitbreidingsplan werd bereikt, is het absoluut niet noodzakelijk, uit stedebouwkundig oogpunt grenswijziging te doen plaats vinden. Wij vragen ons af: Geldt het tekort aan cultuurgrond zwaarder voor Hellendoom dan voor Wierden? "

Mijnheer de Voorzitter! In hetzelfde stuk van burgemeester en wethouders van Wierden wordt voorts ook nog gewag gemaakt van de kwestie der industrievestiging, welke eveneens wordt aangevoerd om de grenswijziging te verdedigen. Hieromtrent staat in bedoeld stuk het volgende vermeld:

„Wanneer er één motief is, dat komt te vervallen, dan is het wel het motief, dat wordt aangevoerd voor industrievestiging. Dat er onder de gemeente Hellendoom geen gronden meer Uggen, die geschikt zijn voor industriedoeleinden, wijzen wij met kracht van de hand. Voor uitbreiding van de tegenwoordige industrie aldaar is voor de eerste 40 jaren volop grond aanwezig en in eigendom bij deze industrie-ondernemingen of particulieren.

Maar dit is niet het enige, waarop wij in dit verband de aandacht wülen vestigen. Een veel belangrijker pvmt is er, dat een radicale wijziging brengt. Wij doelen op het standpunt, dat de Provinciale Planologische Dienst inneemt, n.l. dat te Nijverdal de vestiging van industrie niet bevorderd mag worden".

Terecht laten burgemeester en wethouders hierop volgen:

„Dit doet de deur toch wel geheel dicht".

Tenslotte, Mijnheer de Voorzitter, moet ik er bij bhjven, dat aan deze grenswijziging inderdaad beslist een politieke bijsmaak zit. Ik heb dit gisteren al duidelijk gemaakt en zal het thans niet herhalen. De Minister is hierop echter met geen enkel woord ingegaan, niettegenstaande de door mij naar voren gebrachte uitlating van een R.-K. raadslid veelzeggend is en voor velen in de betrokken streek verklaring geeft van het feit, dat deze grenswijziging met alle geweld wordt doorgezet.

Nadat de Minister de sprekers, die aan de replieken hadden deelgenomen n.l. de heren Ritmeester en van Dis, beantwoord had, werd over het wetsontwerp beslist. Hierbij bleek, dat slechts vier leden zich tegen verklaarden, zodat het aangenomen was.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1955

De Banier | 8 Pagina's

Grenswijziging Hellendoorn  en Wierden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1955

De Banier | 8 Pagina's