Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brief uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brief uit Zeeland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCXIII.

De verdediging van ons land eist vele ffers. Velen staan tegenover die verdeiging enigszins twijfelachtig, althans anneer het er om gaat om daaraan zelf eel te nemen.

iet zo, dat dienst geweigerd wordt, dat r gewetensbezwaren zijn tegen het dieen, maar toch altijd een zekere reserve. et is ook niet te loochenen, dat er bewaren kunnen zijn. Die bezwaren gelen ook wel de sfeer, waarin de persoon erblijven moet, en ook wat er geëist ordt, met sport en spelen, alsook met ndere, weinig waardering vindende areid.

Ook zal bij velen een tegenheid aanwezig ijn, omdat er opleiding wordt gegeven ot vernielen, en wel vernielen van zijn edemens.

Toch mogen wi] nooit vergeten, dat ons and verdedigd moet worden en dat God de overheid het zwaard niet te vergeefs gaf. Het is tot straf van de kwaaddoeners en tot prijs van hen, die goed doen. Het kan dus ook tot straf zijn van hen, die ons land, die ons bestaan belagen, maar het zal dat bovenal moeten zijn tegen hen, die ons volk willen beroven van de mogelijkheid om God te dienen naar Zijn wil.

Het kan daarom wel wat eng worden, want de machten van tegenwoordig zijn algemeen niet gericht op de onderhouding van Gods Woord en Zijn dienst.

Toch hebben wij ons voor ogen te stellen, dat de verantwoordelijkheid op de overheid rust en dat de onderdaan niet van het standpunt kan uitgaan, dat hij heeft te bepalen wat goed en recht is. Er is wel een grens, namelijk als daden worden gevraagd, waardoor Gods eer wordt aangetast. „Vreest God en eeit de koning". De vreze Gods dient dus voorop te gaan, en als het eren of gehoorzamen van de Koning daarmede niet in overeenstemming is te brengen, dan zal dat achterwege moeten blijven.

Doch laat een iegelijk toch nauw onderzoeken. Niet als onze vwl of ons gevoel meent, dat wij de koning niet moeten gehoorzamen, mogen wij dat weigeren, maar als het gaat om de ere Gods. Dan zal al het eigene moeten wegvallen, want een eigenwillige godsdienst is afgodendienst.

Het is zo nodig dat ook tegenwoordig te schrijven. Vooral tegenwoordig, omdat er zo veel is, dat er op wijst, dat onze overheid, helaas, niet zich ziet als Gods dienaresse, te handelen hebbend naar Zijn wH.

Paulus schrijft aan de Romeinen: „Alle ziel zij de machten, over haar gesteld, onderworpen, want daar is geen macht dan van God, en de machten, die er zijn, zijn van God verordineerd".

Paulus schrijft er niet bij, dat dit alleen geldt voor de overheid, die erkent, gelooft en aanvaardt, dat zij Gods dienaresse is.

En is er nu al bezwaar tegen het verplicht dienen, hoeveel te meer wordt dat gevonden tegen het vrijwillig aanvaarden van een dienst.

De dienst bij de Nationale Reserve, bij de Bescherming Bevolking, enz.

Toch dient men er wel mede te rekenen, dat ook daarin ons land zich verdedigt. Toch dient ook daardoor de persoon de overheid om het zwaard te hanteren, ook al zal het bij de B.B. niet gaan om iemand te doden, maar wel om getroffenen te helpen.

Ook is er wel tegenstand bij ons volk, omdat er bij die onderscheidene diensten wel zaken voorkomen, die niet te aanvaarden zijn.

Gedoeld wordt op de feestavonden, die er gegeven worden en waar helaas een deel van ons volk blijkbaar niet meer buiten kan.

Er kan niet geraden worden om daar maar overheen te stappen. Wel om zich daarvan te onthouden. Maar moet dat dan een reden zijn om zich geheel te onttrekken? Moeten wij niet veeleer als voorwaarde stellen bij het toetreden, dat daaraan niet kan of zal worden medegedaan?

Moeten, ja mogen wij onze steun onthouden, omdat er zaken zijn, die wij niet kunnen aanvaarden? Maar er is toch mogelijkheid zich daaraan te onttrekken? Dienen wij ook daarin dan geen voorbeeld te geven?

Dienen wij niet getrouw te zijn in onze verplichtingen? Het is tegenstrijdig om te leren, dat de overheid gehouden is zich aan Gods geboden te houden, ja de naleving daarvan te eisen, en ons afzijdig te houden, menende dat een ander dat wel doen zal.

Zeker, het is moeilijk. Het is een terrein, waarop verleidingen voorkomen, maar is dat ook niet in de handel en in al onze bestaansbronnen?

Uw Zeeuwse Briefschrijver

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1955

De Banier | 8 Pagina's

Brief uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1955

De Banier | 8 Pagina's