Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR DE Jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR DE Jeugd

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM K OOS

Beste neven en nichten.

Van Jannie Rozendaal te Strijen werd het verzoek ontvangen of zij ook met het inzenden van de oplossingen der raadsels mag meedoen. Daar dit verzoek volgaarne ingewilligd wordt, is Jannie Rozendaal hiermede onze nicht geworden. Wij roepen haar als zodanig een hartelijk welkom toe en spreken daarbij de wens uit, dat zij bij leven en welzijn moge volhouden ook als er niet spoedig een prijs behaald zou worden. Wij laten thans de nieuwe raadsels volgen van

OPGAVE 396

Jongeren:

1. Noem de naam van:

a. de hogepriester, die aan de Heers Jezus vroeg of Hij de Christus was.

b. één der zonen van Jacob, door hem genoemd een sterk gebeende ezel.

c. een stad, op zeven heuvelen gebouwd.

d. de residentie van koning Salomo.

e. één der steden der Filistijnen genoemd in het eerste hoofdstuk van het boek Richteren.

f. de vierde der zeven Klein-Aziatische gemeenten.

g. de persoon, die door Elia op Gods bevel tot koning over Syrië gezalfd werd.

h. een ontrouw raadsman van koning David.

i. de landstreek tot waar Paulus het evangelie van Christus gebracht heeft, (zie Romeinen 15)

j. een priester zonder geslachtsrekening, die koning van Salem was.

Welke naam vormen de eerste letters van bovenbedoelde namen?

2. Een tekstgedeelte uit Psahn 119 bestaat uit veertig letters. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende bekend is?

14 30 1 18 11 8 21 zijn kostbaarheden.

5 27 4 10 is de naam, die Naomi zichzelf gaf nadat haar man en zonen haar ontvallen waren. 2

24 9 6 34 is een onedel metaal. 29 31 19 32 13 4 is een edel metaal.

17 15 37 7 is ook een edel metaal. 23 20 25 22 33 40 met de stem een muzikale opvolging van tonen voortbrengen.

38 2 3 12 is een handeling.

35 36 39 28 dient voor bedekking van het hoofd.

26 moet geraden worden.

16 is de eerste letter van de naam van Jozua's vader.

3. Zoek uit elk der volgende ziimen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte geven uit het boek Genesis na hoofdstuk 24 en vóór hoofdstuk 27.

a. Toen ging de hoofdman henen met de dienaren.

b. En het geschiedde tewijl de vroedvrouwen God vreesden, zo bouwde Hij haar huizen.

c. Aldaar schreef hij ook op stenen een dubbel van de wet van Mozes.

d. En daar geschiedden stemmen en donderslagen en bliksemen.

e. En een grote hagel elk als een talentpond zwaar, viel neder uit de hemel.

f. En Salomo stond voor het altaar des Heeren.

g. En vergeef Uw volk wat zij tegen U gezondigd zullen hebben.

h. En hij riep met een groot geroep tot degene, die de scherpe sikkel had.

i. En de tien hoornen, die gij gezien hebt, zijn tien koningen,

j. Men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid. Vredevorst.

k. Des nachts doorboort Hij mijn beenderen.

1. Door het Woord des Heeren zijn de hemelen gemaakt en door de Geest Zijns monds al hun heir,

m. En aan een iegehjk werden lange witte klederen gegeven.

Ouderen:

1. Een tekst uit één van de boeken der Kronieken bestaat uit zes en zestig letters. Welke tekst wordt bedoeld als het volgende gegeven is:

5 43 46 7 61 11 24 5 57 17 3 60 26 29 zijn twee tezamen vermelde koningen der Midianieten, die gedood werden.

6 31 58 47 15 62 9 is de plaats waar Israël verbleef vóór de woestijn Sinaï.

27 45 14 20 48 42 is de naam van een profeet van wie vermeld wordt, dat hij een zeer gewenst man was. b

55 40 13 32 8 21 64 23 37 is een volk, dat Ezau tot stamvader had. 1 16 18 12 33 10 betekent: van oneindig lange duur.

49 4 34 51 is een getal. 25 38 53 54 28 66 zijn watervogels. 38 2 35 41 39 betekent: een loot van de ene boom bij een andere boom inplanten.

59 50 30 52 56 zijn delen van het lichaam.

44 63 65 22 wijst op hoge temperatuur.

19 moet geraden worden.

2. Zoek uit elk der onderstaande zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte geven uit de Openbaring van Johannes na het vijftiende hoofdstuk.

a. En hij deed, dat kwaad was in de ogen des Heeren zijns Gods.

b. En de Heere de God hunner vaderen zond tot hen door de hand zijner boden.

c. Op de Pinksterdag waren te Jeruzalem vertegenwoordigers van verscheidene volkeren bijeen.

d. Van Judas, die de leidsman geweest is dergenen, die Jezus vingen.

e. Zalig hij, die in dit leven, Jacobs God ter hulpe heeft.

f. En worden om niet gerechtvaardigd uit Zijn genade door de verlossing, die in Christus Jezus is.

g. Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade te meerder worde?

h. Wij die der zonde gestorven zijn, hoe zullen wij nog in dezelve leven?

i. Want Johannes zeide tot hem: Het is u niet geoorloofd haar te hebben,

j. Deze kwam tot een getuigenis om van het Licht te getuigen.

k. Zij hielden Gods verbond niet en weigerden te wandelen in Zijn wet

3. Vul de ontbrekende woorden in de hieronder geplaatste zinnen in:

a. !... daar werd gezien aan de cherubs de gehjkenis van eens mensen hand onder him vleugelen.

b. Want .... zien nu door een spiegel in een duistere rede.

e. Zo zult gijüeden ook niet goed doen, die geleerd zijt kwaad te doen.

d. Want daar is niets verborgen, dat .... openbaar zal worden.

e. En zij, hetzij dat zij het horen zullen of hetzij dat zij het .... zuUen.

f. Een dienstmaagd kwam voor om .... luisteren, met name Rhode.

g. Dan zal Hij tot hen .... in Zijn toom en in 2ïïjn grimmigheid zal hij ze verschrikken.

h. Hetgeen van den beginne was, .... wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens.

i weten, dat een iegelijk, die uit God geboren is, niet zondigt,

j. Wie Mij /.... heeft, heeft de Vader ...., zeide de Heere Jezus tot Füippus.

k. Jezus antwoordde .... zeide tot hem: Zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn woord bewaren.

1. Gij hebt ...., dat Ik tot u gezegd heb: Ik ga henen en kom weder tot u.

m. Want hetzij dat wij eten, wij geen overvloed; en hetzij dat virij niet eten, vwj .... geen gebrek.

Welke tekst uit de Handelingen kan uit de ontbrekende woorden gevormd worden?

De oplossingen van de raadsels der opgaven 393 tot en met 396 kunnen ingezonden worden bij Oom Koos, Postbus 2019 te Utrecht.

Nieuwe neven en nichten zijn welkom. Men schrijve aan de voorzijde van de rief het woord Nieuw.

OOM KOOS

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 mei 1955

De Banier | 8 Pagina's

VOOR DE Jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 mei 1955

De Banier | 8 Pagina's