Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vergaderingen op Woensdag 1 Juni

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vergaderingen op Woensdag 1 Juni

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Woensdag 1 Juni is er weer druk vergaderd door de vier fracties der regeringspartijen. Door hen moet beraadslaagd zijn over de voorstellen van het kabinet-Drees.

Deze voorstellen moeten volgens berichten in de pers het navolgende inhouden.

1. Vijf procent huurverhoging voor alle vooroorlogse woningen, ingaande met

1 September van dit jaar.

2. Daarmede verbonden op dezelfde datum een compensatie van de huurverhoging, niet door een nieuwe loonronde, doch door ingrijpende verandering van de belastingvoorstellen, en wel:

a. Volledige afschaffing van de omzetbelasting op textiel.

b. Afschaffing van de opcenten, stammende uit de bezettingstijd, op de grondbelasting voor bebouwde en onbebouwde eigendommen, hetgeen voor de schatkist des rijks een dervmg van 43 millioen betekent.

c. Verhoging van het afschrijvingspercentage voor de inkomstenbelasting van alle huizen van 10 tot 15 procent.

Hierbij zou de regering er naar staan om garantie van de zijde der huiseigenaren te verkrijgen voor een goede uitoefening van de onderhoudsplicht van de woningen.

Wordt er nu overeenstemming verkregen over de voorstellen van het kabinet-Drees, welke dit kabinet met eenparige stemmen moet aangenomen hebben, dan kan Mr. Burger de Koningin adviseren de ontslagaanvrage van het ministerie te weigeren en zal het gehele kabinet, inclusief minister Ir. Witte, met een regeringsverklaring en met een nieuw, minder kreupel wetsvoorstel inzake de huur en met omgewerkte belastingvoorstellen zich weder aan de Tweede Kamer kunnen voorstellen.

Volgens de berichten in de dagbladen moet de Kamerfractie van de P.v.d.A. tegen de regeringsvoorstellen nog al bezwaren hebben.

Deze fractie moet geen huurverhoging vóór 1 Januari 1956 wensen, en verder gesteld zijn op een nieuwe loonronde, zij het dan niet op zeer korte termijn, ter compensatie van de verhoogde huren. Ook wil de P.v.d.A. geen hogere belastingverlaging dan ƒ 502 millioen. Hiertegen zijn zowel van de zijde van de Kamerfracties, alsook van de regering, bezwaren ingebracht. Het laat zich dan ook aanzien, in zo verre er thans over de voorstellen der regering te oordelen valt, dat het bedrag van belastingverlaging van ƒ 502 millioen met verscheidene millioenen zal worden overschreden. Naar een voorlopige berekening zal de belastingverlaging — wat toe te juichen is — overeenkomstig de voorstellen der regering het bedrag van ƒ 560 millioen overschrijden. Het is hierbij nog immer de vraag of de P.v.d.A. daarmede uiteindelijk zal. instemmen.

Voorts moet de Kamerfractie van de Par­tij van de Arbeid een sterke overheidsinmenging ten aanzien van het onderhoud der woningen, ook in de particuUere sector, voorstaan. Deze fractie wil de garantieplicht van de huiseigenaren betreffende het onderhoud der woningen onmiddellijk vastgelegd hebben. Het kabinet en de vier Kamerfracties zouden tegen een dergelijk wetsvoorstel, waarin zulks bepaald werd, in het algemeen volstrekt niet afwijzend staan, doch wel tegen de onmiddellijke indiening van zulk een wetsvoorstel. In de eerste plaats achten zij een huurverhoging van vijf procent te gering om dit reeds nu in een wetsvoorstel of door enige andere regeringsmaatregelen vast te stellen. In de tweede plaats achten zij het onder de huidige omstandigheden, ook uit technisch oogpunt bezien, niet gewenst om het socialistische verlangen in een wetsvoorstel te belichamen. Zij wensen deze aangelegenheid dan ook eerst eens in rustiger sfeer en dan ook met raadpleging van deskundigen te bezien.

Of tenslotte de oplossing van de kabinetscrisis door bemiddeling van Mr. Burger op een mislukking zal uitlopen, valt thans niet te beoordelen; wel moet het vaststaan, dat het vastleggen van de garantieplicht van de huiseigenaren betreffende het onderhoud van de woningen een eis is, welke de socialistische Kamerfractie niet licht zal laten vallen.

Of het kabinet haar daarin tegemoet zal komen, ligt echter nog geheel in het onzekere. Na veel vergaderen, na veel loven en bieden, heeft men dan thans een samenstel van wederzijdse concessies gekregen, die voor de vier Kamerfracties wel de uiterste grens vormt, waartoe zij menen te kunnen gaan.

Tegen middernacht verstrekte Mr. Burger op Woensdag 1 Juni een communiqué, waarin hij mededeelde, dat de informatieve besprekingen, welke Dinsdagavond plaats gevonden hebben tussen hem, de meest betrokken ministers en de vier fractievoorzitters hem aanleiding hebben gegeven tot het vragen van enkele preciseringen aan de ministerpresident.

Dit heeft aanleiding gegeven, dat de raad van ministers Donderdag 2 Juni des morgens om 10 uur in zitting tezamengekomen is om zich over het antwoord aan Mr. Burger te beraden.

De uiteindelijke uitslag van al de beraadslagingen en bemoeienissen is geweest, dat het kabinet-Drees in ongewijzigde samenstelling terugkomt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1955

De Banier | 8 Pagina's

De vergaderingen op Woensdag 1 Juni

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1955

De Banier | 8 Pagina's