De vergadering van de ministerraad op Dinsdag 31 Mei

Zaterdagavond 28 Mei achtte men vrij algemeen, dat de kans voor de oplossing van de ministeriële crisis gunstig stond. Minister Beijen, die voor een vergadering naar Messina moest vertrekken, zeide bij zijn vertrek op Schiphol, dat de ministeriële crisis thans opgelost was, doch de bovenvermelde vergadering van de raad van ministers heeft het anders uitgewezen.

De langdurige vergadering van de raad van ministers heeft niet tot de in vele kringen verwachte oplossing geleid. De ministerraad toch heeft het voorstel-Burger, in de vorm, waarin het was gegoten, niet aanvaard.

Ook een avondvergadering op die dag tussen een delegatie uit de ministerraad, de kabinetsformateur en de fractievoorzitters van de vier regeringspartijen leverde geen resultaat op.

De voornaamste moeilijkheden betreffen de wijze, waarop de 5 procent huurverhoging voor de huurders zou moeten worden gecompenseerd. Daarvoor bestaan twee mogelijkheden, overeenkomstig het gevoelen van de onderhandelaars, namelijk een loonsverhoging en een belastingverlaging.

Betreffende de loonsverhoging stuit deze voornamelijk op de afwijzende houding, welke de minister van Economische Zaken daar tegenover aanneemt. Deze is er beducht voor, dat een loonsverhoging onze export in gevaar brengt, hetgeen hem van de zijde van de P.v.d.A. schijnt betwist te worden. Van die kant moet men druk bezig zijn om materiaal bijeen te brengen om de bezwaren van de minister van Economische Zaken uit de weg te ruimen.

Aangaande de belastingverlaging wordt voornamelijk in de sfeer van de omzetbelasting gezocht, wat de moeilijkheid madebrongt, dat de regering een aanzienlijk groter bedrag aan belastingen zal derven dan in overeenstemming is met de hum'verhoging, indien men aan elke huurder een afdoende compensatie, , wil verschaffen.

De minste moeilijkheid om tot een overeenkomst tussen de regering en de haar steunende partijen te geraken, bestond in de fiscale compensaties, welke aan de huiseigenaren zouden worden toegekend, omdat de huurverhoging slechts vijf procent zou bedragen. Nochtans zijn ook op dit punt bezwaren gerezen, omdat de beoogde verhoging van het afschrijvingspercentage slechts ten goede zou komen aan particuUere personen en naamloze vennootschappen, en niet aan pensioenfondsen en andere stichtingen, of aan woningbouwverenigingen, omdat deze noch inkomstenbelasting, noch veimootschapsbelasting betalen.

Op de avond van Dinsdag 31 Mei heeft er ook nog een conferentie plaats gevonden tussen een commissie uit de raad van ministers, de kabinetsformateur Mr. Burger en de voorzitters van de vier Kamerfracties.

Ook deze conferentie moet geen beslissend resultaat hebben opgeleverd.

Wel cirkelt het bericht, dat de ministers tegenover de kabinetsformateur en de voorzitter van de Kamerfracties onderscheidene opmerkingen hebben gemaakt, waarover zowel de kabinetsformateur als de voorzitters der Kamerfracties en ook de Kamerfracties in nieuw ^beraad zuUen treden, hetgeen dan in heeft, dat er aan de avond van 31 Mei nog geen definitieve beslissing gevallen was.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen