Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brief uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brief uit Zeeland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCCXVIII.

Op hetgeen geschreven is in de 313e brief wordt gevraagd nadere inlichtingen te geven, en wel over de zin dat de overheid verantwoordelijk is en de onderdaan niet heeft te bepalen wat goed en recht is, doch wel in acht moet nemen dat hij slechts dan niet mag gehoorzamen als het de ere Gods zou gelden.

Nu meent de vrager dat een onbekeerd mens nooit de ere Gods kan bedoelen en dus geen grens heeft, althans dat meent uw briefschrijver uit de vraag te moeten stellen.

Inderdaad een onbekeerd mens kan de ere Gods niet bedoelen, maar dat is ook de grens niet. Het gaat er niet om wat wij bedoelen, maar het gaat om de ere Gods.

Och, zo gemakkelijk wordt er geschuild achter het onbekeerd zijn. Alsof dat een vrijbrief geeft om alles maar te kunnen en te mogen doen.

Laten we maar voorop stellen dat er geen tweeërlei wet is, één voor een bekeerde en één voor een onbekeerde.

Voor ieder geldt Gods wet. Ieder heeft de plicht de ere Gods te betrachten. Kan een mens dat dan, kan een onbekeerd mens dat dan? Weineen. Nooit in eigen kracht. Maar de verantwoordelijkheid is daarmede niet weg.

Het is mij bekend dat de oprichter van de S.G.P. op het inbrengen van de verontschuldiging dat zij dit of dat niet konden omdat zij onbekeerd waren wel het antwoord gaf: „Je moogt niet onbekeerd zijn". Bedoelde hij dan dat een mens zichzelf kan bekeren. O neen! Maar hij bedoelde wel de verantwoordelijkheid te stellen.

Maar hoe moet het dan? We hebben veel onderwijs gehad, en moeten we dan maar over alles heen gaan omdat we onbekeerd zijn?

Neen, en nog eens neen! In het houden van Gods geboden is groot loon. Het kan wel zijn, dat de consciëntie getuigt als we tegen hetgeen ons geleerd is doen.

Kan dan een onbekeerd mens wel consciëntiebezwaren hebben? Zeer zeker. Uit kracht van zijn opvoeding kan het geweten wel getuigen. En ook die consciëntie dient te worden geëerbiedigd, niet alleen door de overheid, maar zeer zeker ook door de persoon zelf.

Dus niet zo stellen, nu ben ik onbekeerd, dus kan ik de ere Gods niet beogen en moet dus de overheid maar in alles volgen.

Ieder moet in de wegen Gods wandelen. Het gaat er ook niet om dat wij slechts niet mogen gehoorzamen aan de overheid als die iets eist waardoor wij worden belet om de ere Gods te bedoelen, maar als hetgeen de overheid eist strijdt tegen de ere Gods.

Dus niet in het persoonlijke ligt de zaak, maar in het feit of de ere Gods wordt aangerand.

Gaan we het zo maar stellen, dan ligt de zaak wel gemakkelijker, althans om te begrijpen, want voor de nakoming moeten wij wel uitroepen, wie is tot deze dingen bekwaam.

Mochten we maar veel eigen onbekwaamheid gevoelen en dan God nodig hebben om door Hem geholpen te worden.

De strekking van brief 313 was om te waarschuwen tegen het al te gemakkelijk weigeren. Een mens is een liefhebber van zichzelf. Hij wil eigen zin en mening zo graag op de voorgrond stellen. Het is geen lichte zaak om de overheid ongehoorzaam te zijn. De overheid is toch Gods dienaresse. Petrus leert ons zowel de goede als de harde te gehoorzamen. De grens is, het zij nogmaals gesteld: „De ere Gods".

God is alleen de volstrekte souverein. De overheid is aan Hem onderworpen, dus geen volstrekt souverein. Zij is slechts Gods dienaresse.

Het zal niet gemakkelijk zijn om ook hierin de juiste weg te vinden. Maar dat vindt zijn oorzaak in ons verduisterd verstand, dat wij niet willen vragen: „Wat wilt Gij dat we doen zidlen". Als we de overheid menen te moeten weigeren de gehoorzaamheid, dan zullen we dat toch nooit op eigen gevoelen mogen doen, maar biddend moeten werkzaam zijn of God ons de weg wijst. Slechts in Zijn kracht zullen we kunnen wederstaan. Slechts het wederstaan in Zijn kracht is goed. Dus niet maar alles doen omdat we onbekeerd zijn, maar ook niet alles maar nalaten omdat we menen zulke echte bekeerde mensen te zijn. Het is een zeer ernstige zaak. Maar dan ook zeer ernstig voor de overheid, want zij mag ook niet eisen wat tegen Gods eer is. Zij draagt de verantwoordelijkheid tegenover God, en niet op dat wij er ons maar achter dekken zouden.

Uw Zeeuwse Briefschrijver.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1955

De Banier | 8 Pagina's

Brief uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1955

De Banier | 8 Pagina's