Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

L.

Groen's Handboek bestreden.

In zijn Voorrede op de derde druk van zijn Handboek der Geschiedenis van het Vaderland heeft mr. Groen van Prinsterer er nadrukkelijk op gewezen, dat hij geen neutrale beschrijving der historie wenste te geven, dat wil zeggen een historiebeschrijving waarin God en Diens geopenbaarde Woord buiten beschouwing worden gelaten. Dat Groen hiervan niet wilde weten en steeds maar wees op de leidingen Gods in de historie alsmede op de nauwe samenhang tussen de oordelen Gods en het verlaten van Gods wet en het verzaken van Zijn Woord werd hem door velen van zijn tijdgenoten uiterst kwalijk genomen. Hoe zeer men zijn gaven en historiekennis ook erkende en prees, zijn telkens ver-^^ijzen naar Bijbelteksten en zijn opkomen voor de leer der reformatie in een Handboek der Vaderlandse Geschiedenis was dezulken een doom in het oog. Om eens een proeve te geven van hetgeen Groen alzo naar het hoofd geslingerd kreeg, verwijzen wij naar het blad „De Tijdgeest", dat onder redactie stond van de liberale heer de Bosch Kempen In 1841 werd in dit blad, nadat eerst zijn grote bekwaamheden geroemd worden, als volgt over Groen en diens Handboek geschreven: „En echter betreuren wij met velen, dat de Heer Groen van Prinsterer door zijn godsdienstige en staatkundige beginselen dikwijls, bij het veelvuldige goede, hetwelk hij door zijn kennis en door zijn aandringen op nauwgezette plichtsbetrachting bij overheid en burger teweegbrengt, een richting aan de publieke mening geeft, die, op onware voorstelling gegrond, niet dan nadelig voor het Vaderland kan werken. Het goede, het voortreffelijke in de geschriften des Heeren Groen van Prinsterer behoeft geen aanbeveling. Het werk eens meesters beveelt zich zelf aan.

Het Handboek echter bevat, naar onze mening, valse beginselen omtrent de oorsprong van de Monarchale regerings­ vorm hier te lande, gewaagde stellitigen omtrent het Godsbestaan, en een anti-Katholieke geest, die in de Vaderlandse Geschiedenis niet te huis behoort.

Een tweede verkeerde strekking in het Handboek des heeren Groen van Prinsterer, welke wij als gevaarlijk voor de beoefening der Vaderlandse Geschiedenis beschouwen, is de bepaalde aanwijzing, waarin Gods almacht, wijsheid, rechtvaardigheid en genade zich ki de lotgevallen van ons Vaderland geopenbaard hebben. Niemand, die de naam van Christen draagt, zal er aan twijfelen, dat God alles in allen werkt, dat er geen haar op ons hoofd gekrenkt wordt, veelmin een enkele geschiedkundige gebeurtenis voorvalt, zonder Zijn leiding, zonder Zijn bestuur, zonder Zijn werking. Maar kunnen wij in de Geschiedenis die leiding, dat bestuur, die werking ontdekken? Geeft de Heilige Schrift een licht om het donkere en raadselachtige der wereldgebeurtenissen op te helderen, en zoude, indien zulk een licht al eens aanwezig ware bij de algemene strekking der gehele wereldgeschiedenis, dat licht evenzeer aanwezig zijn bij een tijdvak van enige honderden jaren? Wij geloven, dat onze Heere is groot van kracht, maar tevens, dat het onbegrijpelijk is, hoe Hij regeert. Alles behoort tot onze verbetering te worden aangewend; maar wij geloven, dat het een machteloos trachten is, om in de Geschiedenis van een land de wegen op te merken van Hem, die gezegd heeft: Mijn gedachten zijn niet uw gedachten; en uw wegen zijn niet mijn wegen; maar zoveel hoger de hemel is dan de aarde, zijn ook Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan uw gedachten. Op grond van dit ons geloof achten wij de beschouwing der Geschiedenis, zoals de heer Groen die beproeft heeft, een ijdele verwaandheid des mensen, die niets dan dwaling kan voortbrengen. Als Handboek voor de geschiedenis der godsdienstige verlichting in de Nederlanden, bevat het geschrift een schat van hoogst belangrijke opmerkingen, waar de schrij-• ver zich vermeet in Gods albestuur in te dringen, verwekt het dikwijls een schouderophalen over het ijdele der poging".

Wij zullen er maar niet verder mede gaan. Het is duidelijk genoeg, dat in dit stuk geen atheïst aan het woord is, maar iemand, die er godsdienst op na houdt. Een godsdienst echter, waarbij uit Gods Woord naarstig wordt aangegrepen wat in de kraam te pas komt, maar terzijde geschoven wordt wat uit dat Woord niet welgevallig is. Een godsdienst waarbij men het liefst maar spreekt over God als een God van liefde en over het mensdom als over kinderen van één Vader, maar waarbij de deugden van Gods heiligheid en rechtvaardigheid, alsook 't feit, dat vanwege de zondeval Gods toorn op heel het menselijk geslacht van nature rust, het liefst maar worden verzwegen.

Groen liet zich door dergelijke beoordelingen als hierboven weergegeven, dan ook niet van de wijs brengen, Noemde de schrijver uit „De Tijdgeest" zijn Handboek al uiterst partijdig en zijn alles overwinnende liefde voor het streng Gereformeerd beginsel de bron van het kwaad. Groen antwoordde daarop, dat hij in dit opzicht hoopte ongeneeslijk te zijn.

In de Voorrede bij de derde druk van zijn Handboek heeft hij zich ten deze nog nader verklaard. Hij schrijft daarin onder meer: „Ik ben niet van oordeel, dat verloochening of ontveinzing van beginsels een voorwaarde of een waarborg ener prijselijke en gewenste onpartijdigheid is. Ik heb overal gesproken op de toon van Christen en Protestant. Ik heb met blijkbare belangstelling, doen zien dat, op de belijdenis van het evangelie, de opkomst en bloei, op de verzaking van het evangelie, de ondergang van Nederland gevolgd is. Ik heb met ingenomenheid opgetekend hoe de waarheid in Christus zich ook op de Nederlandse bodem krachtig betoond heeft ter nederwerping van de sterkten, waarachter bijgeloof en ongeloof zich hadden verschanst, en hoe, trots moordzieke dweepzucht, in het bloed van martelaren en geloofshelden de grondslag gelegd is van een Republiek, klein in omvang en die straks voor elke vijand scheen te moeten zwichten, en die echter haar vlag op alle zeeën wapperen, haar gezag, wijd en zijd, in alle wereldstreken eerbiedigen deed en de aanzienlijkste mogendheden in rijkdom, in vermogen, in beslissende invloed op het lot van koningen en volken, minstens geevenaard heeft".

Vond Groen's Handboek enerzijds bestrijding, van andere zijde werd het zeer gewaardeerd, juist omdat daarin de geschiedenis werd bezien bij het licht van Gods Woord.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1955

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1955

De Banier | 8 Pagina's