Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is heel dikwijls een grote tegenstelling tussen theorie en praktijk, tussen woorden en daden — zo hebben de ouden reeds eeuwen geleden geheel naai' waarheid geconstateerd. Wat zijn er in de loop der eeuwen al een woorden gesproken, waarbij te constateren viel, dat de tong dergenen, die ze spraken, als boter was, maar hun hart een zwaard! Wat ook al een woorden geuit, die honingzoet klonken, mede om het vergif te omhullen, dat zij bevatten! Hoe vele woorden zijn er ook al van de tong gegaan, zogenaamd om het recht en belang van anderen te dienen, doch waarmede men huichelachtig niet anders beoogde dan het eigen belang te dienen. Men denke slechts aan Absalom. Hoe deze zich des morgens vroeg opmaakte en aan de zijde van de poort stond om de klachten der Israëlieten, die zich naar zijn vader David met hun rechtzaken begaven, te beluisteren. Men hore hem met vleiende mond spreken: „Zie, uw zaken zijn goed en recht, maar gij hebt geen verhoorder van des konings wege. Och, dat men mij ten richter stelde in het land! dat alle man tot mij kwame, die een geschil of rechtzaak heeft, dat ik hem recht sprake". Men merke voorts op, dat hij aan deze zo vi'elgevallige woorden nog even welwillende gebaren toevoegde. Als iemand toch naderde, om zich voor hem te buigen, zo reikte hij zijn hand uit en greep hem en kuste hem. En dit niet om deze mannen met daden ten dienste te zijn, maar om het hart der mannen van Israël te stelen en zelf koning in Israël te worden.

Ja, wat vroom klinkende woorden zijn er ook al gesproken om allerlei goddeloze daden te bemantelen, evenals Absalom ze ook eenmaal sprak, toen hij tot koning David ging en zeide: ' „Laat mij toch heengaan, en mijn gelofte, die ik de Heere beloofd heb, te Hebron betalen. Want uw knecht heeft een gelofte beloofd, als ik te Gerar in Syrië woonde, zeggende: Indien de Heere mij zekerlijk weder te Jeruzalem zal brengen, zo zal ik de Heere dienen". Deze woorden gehoord hebbende, zeide zijn vader, koning David, tot hem: „Ga in vrede". En Absalom ging naar Hebron, echter niet om vrede te stichten, niet om zijn gelofte te Isetalen, maar om de opstand en de oorlog tegen zijn vader voor te bereiden. En ach! hoe vele vs^elwiUende en o zo vi'elluidende, menigw^erf o zo vroom klinkende vi^oorden zijn er al geuit, waarmede de verrichte daden allerminst in overeenstemming zijn! Voorwaar, door al de eeuwen heen heeft er menigwerf een scherp contrast tussen woorden en daden, tussen theorie en praktijk bestaan, en helaas, zo is het menigwerf nog.

Over een scliril contrast tussen woorden en daden handelende, voi-men de woorden van de regering van de Sovjet-Unie met haar daden wel een heel scherpe tegenstelling. Zij heeft gedurig de mond vol over het kolonialisme der geallieerden en veroordeelt dit op een zo scherp mogelijke wijze, maar bedrijft dat kolonialisme zelf op een ontaarde wijze tegenover haar Oost-Europese vazalstaten; hetzelfde kan van de.'c regering met het volste recht ook gezegd worden ten aanzien van het imperialisme, dat zij de Westelijke geallieerden, en in het bijzonder Amerika, ten laste legt en eveneens in de meest krasse bewoordingen afkeurt, doch dit brengt zij zelf in de praktijk, waar zij er op uit is haar macht en invloedsfeer zo veel mogelijk uit te breiden.

Een even scherp contrast tussen theorie en praktijk treft men al evenzeer aan in de Organisatie der Verenigde Naties, die volgens haar statuten heet op te komen voor de rechten van de mens en ook voor die van de kleine volken, doch die gedurig onrecht tegenover de kleine volken bedrijft, onder meer tegenover dat der Molukken, welke gerechtvaardigde klachten zij niet eens wilde aanhoren. En zo zouden wij nog tal van andere voorbeelden kunnen aanhalen, waarbij er ook he» den ten dage tussen woorden en daden, theorie en praktijk, een grote kloof bestaat.

En het is zeer te vrezen, dat dit ook weer tot uiting zal komen in de pogingen, welke de Russische regering thans aanwendt om volgens haar zeggen de wereldvrede te bevorderen. Met dat doel en voorgeven heeft zij een nota gericht tot de Westduitse regering, waarin zij de Westduitse bondskanselier uitnodigt om haar in Moskou te komen bezoeken. In de aanhef van haar aan de Westduitse regering verzonden nota verkondigt zij als haar mening, dat de belangen van de vrede en de veiligheid van Europa, evenals de belangen van het Russische en het Westduitse volk eisen, dat er een goede verstandhouding tussen deze volkeren tot stand komt. De afwezigheid van zulk een goede verstandhouding strekt alleen tot voordeel van agressieve krachten, die belang hebben bij het voortbestaan van spanning in de betrekkingen tussen de volken - zo wordt er vervolgens in de Russische nota verklaard. Verder wordt in deze nota gezegd, dat op het ogenblik zekere agressieve krachten van zekere staten plannen beramen om Rusland en West-Duitsland tegen elkander op te zetten en de verbetering van hun wederzijdse verstandhouding te verhinderen. Verwezenlijking van die plannen - aldus de nota - kan tot een nieuwe oorlog leiden, welke stellig een slagveld van Duitsland zou maken, hetgeen verhinderd kan worden indien goede betrekkingen tussen deze beide landen gevestigd worden. Ook wordt in de nota nog gewezen op de goede handelsbetrekkingen, welke tussen Rusland en Duitsland in het verleden bestaan hebben.

Deze nota, welke vier en een halve pagina beslaat, werd in Parijs door de Russische ambassadeur afgegeven op de Westduitse ambassade, welke daar thans ook gevestigd is. In de nota wordt de souvereiniteit van West-Duitsland erkend.

Het is te begrijpen, dat het bekend worden van deze nota onder de Westelijke geallieerden groot opzien gebaard heeft. In Londcnse diplomatieke kringen is men beducht, dat deze nieuwe zet van de Russische regering op het politieke schaakbord gevaar op zal leveren voor de aanstaande conferentie van de vier mogendheden op het hoogste niveau.

Deze vrees is echter niet gewettigd. De Russische minister van buitenlandse zaken, Molotof, die, op weg naar San Francisco, Parijs aandeed, verklaarde tegen de Franse premier Faure, na afloop van een lunch, dat de Russische regering accoord gaat met het voorstel van de Westelijke geallieerde regeringen om de conferentie van de vier grote mogendheden op 18 Juli aanstaande te Geneve te doen beginnen.

In sommige kringen in Amerika en Engeland — en voor deze opvatting bestaat wel gegronde reden, ook als men let op de inhoud van de Russische nota aan West-Duitsland, waarin gesproken Vi'ordt over zekere agressieve krachten van zekere staten (waarmede klaarblijkelijk de Westelijke Europese staten en in het bijzonder Amerika bedoeld zijn) — is men van oordeel, dat de Russische regering met haar nota beoogt West-Duitsland van de Westelijke geallieerden af te trekken, en niet minder om de herbewapening van West-Duitsland, welke haar zulk een scherpe doorn in het vlees is, alsnog te verhinderen.

Voor deze opvatting bestaat te meer grond, als men weet en er acht op geeft, dat de Oostduitse radio als tolk van de Russische regering heeft bekend gemaakt, dat de Russische regering er op rekent, dat Oost-en West-Duitsland nog enige tijd gescheiden naast elkander voort zullen bestaan, aan deze mededeling toevoegende, dat Dr. Adenauer naar Moskou is genodigd met het oog op een verbetering in de betrekkingen tussen Oosten West-Duitsland. En het heeft in deze wel veel te zeggen, dat de perschef van het Sovjet-ministerie van buitenlandse zaken tegelijkertijd aan Westduitse journalisten, die thans Moskou bezoeken, mededeelde, dat Dr. Adenauers bezoek aan de Russische hoofdstad de mogelijkheid zou openen voor latere onderhandelingen tussen de Westduitse en Russische regeringen over alle vraagstukken in verband met de hereniging van West-en Oost-Duitsland.

Of het de Russische regering echter gelukken zal West-Duitsland van de Westelijke geallieerden los te maken en de herbewapening van West-Duitsland te verhinderen, dient sterk betwijfeld te worden. De Westduitse minister van buitenlandse zaken Von Brentano verklaarde toch in een radiorede: Niets moet en niets zal wajziging brengen in de fundamentele doelstellingen van de Westduitse buitenlandse politiek. Het volk beseft, dat West-Duitsland onafscheidelijk verbonden is met de vrije wereld, en het wil dit ook blijven. Een geneutraBseerd West-Duitsland is uitgesloten, zo vervolgde de minister en voegde daar aan toe, dat Rusland ten aanzien van een verbeterde verstandhouding tussen West-Duitsland en Rusland niet moet concluderen, dat de Westduitse regering bereid is Oost-Duitslands souvereiniteit de facto te erkennen.

Dit laatste schijnt volgens de verklaring van een Oostduits regeringspersoon ook niet in de Russische bedoeling te liggen. De Russische regering staat er alleen op, dat de Westduitse regering in Moskou een ambassadeur uit Oost-Duitsland naast zijn eigen ambassadeur zal aantreffen.

Van Russische zijde betoont men er zeer op gesteld te zijn en er haast bij te hebben om een bespreking met Dr. Adenauer te hebben, zó zelfs, dat Molotof bij zijn kortstondig verblijf in Parijs verklaarde, dat zijn regering er prijs op zou stellen, met Dr. Adenauer, voordat de conferentie van de vier mogendheden op hoog niveau platas had, te confereren, en dat deze conferentie ook op een andere plaats dan Moskou gehouden kon worden.

Men ziet hieruit hoe zeer de Russisch© regering er belust op is een onderhoud met de Westduitse bondskanselier Dr. Adenauer te hebben, waarbij zij stellig zal proberen om allicht met voor Adenauer prachtige voorstellen hem van de Westelijke mogendheden af te trekken.

Dit onderhoud zal bij leven en welzijn ongetwijfeld plaats vinden. Alle partijen dringen daar in West-Duitsland op aan. En Dr. Adenauer zelf heeft verklaard daartoe bereid te zijn. Doch de Russische hoop op een onderhoud alvorens de viermogendhedenconferentie op hoog niveau gehouden wordt, is inmiddels in rook opgegaan.

Volgens een laatste bericht, dat stellig wel juist zal zijn, zullen de ministers van buitenlandse zaken op 17 Juni aanstaande in New-York tijdens een lunch met de Westduitse kanseher Dr. Adenauer besprekingen voeren. Adenauer blijkt — zoals president Eisenhower volgens zijn verklaring, afgelegd tegenover Amerikaanse journalisten, ook stellig verwachtte — de zijde van de Westelijke mogendheden te kiezen en met hen eendrachtig te wilen blijven samenwerken.

Dit is stellig een bittere teleiurstelhng voor de Russische autoriteiten. Dezen putten zich op het ogenblik — waaraan de herbewapening van Duitsland, die de positie van de Sovjet-Unie zo geducht verzwakt heeft, stellig niet vreemd is — in welwillendheid tegenover de Westelijke mogendheden, in het bijzonder tegenover Engeland en Frankrijk, uit.

Dit kwam in Parijs al heel duidelijk aan de dag. Molotof betoonde zich daar één en al hartehjkheid tegenover de Franse ministers Faure en Pinay, die hij voor een bezoek in Moskou uitnodigde. Tegen wie hij tevens zeide: Laten wij het verleden laten rusten; laten wij geen tijd verknoeien met ons af te vragen wie de schuld heeft van de gerezen moeilijkheden, maar laat ons vastbesloten de ogen op de toekomst gericht houden, waarin de Sovjet-Unie een veelvuldig en vriendschappelijk contact met de Franse regering wenst.

En diezelfde welwillendheid der Russische regering valt ook al in Moskou zelf op te merken. Het was aldaar, wat vroeger nooit gebeurd was sedert de communisten in Rusland aan het bewind zijn, dat de Russische premier Boelganin op 'n tuinfeest in de Engelse ambassade, dat ter ere van de verjaardag van de Engelse koningin gevierd werd, verscheen. En dit in gezelschap van meer Russische regeringspersonen.

Bij al de betoonde vriendelijkheid en de zo welwdllend kHnkende woorden der Russische autoriteiten is het echter de grote vraag of in deze woorden en daden, theorie en praktijk, wel met elkander in overeenstemming zullen blijken te zijn. Om dit te betwijfelen, is er reden te meer voor als men weet, dat Molotof te Parijs verklaarde, dat de bewapeningswedloop tot staan gebracht diende te worden. En ziet, in - flagrante strijd daarmede verklaarde, kort nadat Molotof deze verklaring afgelegd had, de Oostduitse vice-premier en leider van de Oostduitse communistische partij, Walter Ulbricht, stellig met medeweten en goedkeuring van de Russische regering, dat Oost-Duitsland een leger op de been zou gaan brengen, waarbij rekening gehouden moest worden met de invoering van niet minder dan een twee-tot driejarige dienstplicht. •

In het kort nog het navolgende.

De ministers van buitenlandse zaken van Amerika, Engeland en Frankrijk zijn voornemens op 16 en 17 Juni in New York bijeen te komen om de viermogendhedenconferentie met de Sovjet-Unie voor te bereiden.

Het Engelse parlement is op 9 Jimi door koningin Elisabeth geopend met een rede, welke weinig nieuws bevatte.

Inmiddels is de spoorwegstaking in Engeland nog niet geëindigd.

Attlee, die aangekondigd had, dat hij in October als leider van de Labourpartij af zou treden, is op zijn voornemen teniggekomen. Dit op veler verzoek, ook op dat van zijn tegenstander Bevan, hetwelk er wel het meest toe bijgedragen heeft, dat Attlee op zijn voornemen is teruggekomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juni 1955

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juni 1955

De Banier | 8 Pagina's