Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De antferming van de goede Herder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De antferming van de goede Herder

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

En Hij, de scharen ziende, werd innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, gelijk schapen, die geen herder hebben. Mattheüs 9 : 36

Niemand minder dan Jezus sdet die ellende en noemt de toestanden van de mensen bij de ware naam. O, dat we daar toch naar gingen luisteren. Menigeen weet zich zo goed te redden en kan het zo goed uithouden onder de valse profetie. Zij zijn rijk en verrijkt geworden en hebben geens dings gebrek. Velen reizen in deze toestand af naar de eeuwigheid en worden in hun stervensvire zalig gesproken door hun verleider, de wolf in schaapsklederen. Rustig leggen de stervenden hun hoofd op dat woord neer en denlccu so de ecu\vigheid aan te kunnen doen. Vreselijke toestanden. De Heere zal het bloed van de hand dezer herders afeisen.

Tot op deze dag laat de Heere weten: Ik zie en ken uw nood. Ik weet hoe het komt, dat ge gevild en geschonden zijt, Hij weet of ge er iets van beleefd hebt, of dat ge onverschiUig zijt ondanks de gevaarhjke toestand, waarin ge verkeert. Hij ziet, dat deze mensen geen herder hebben. En schapen zonder herder moeten omkomen.

Hoe gaat het dan met mensen, die een goede herder hebben; met hen die leven onder de zuivere bediening van het Woord? Komt het met hen in orde? De Schrift zegt het ons duidelijk. Judas genoot drie jaar de omgang met de Profeet, Priester en Koning, en toch kwam hij om. Zo zuUen er velen 2djn, die het Woord gehoord hebben, en die toch verloren zullen gaan.

Hoe staat het met u, medereiziger naar de eeuwigheid? Hebt ge een weinig uw vijandig hart leren kennen? Weet ge er iets van, dat ge vermoeid en verstrooid zijt? En dat ge na ontvangen genade door uw doolzieke hart geregeld dreigt af te dwalen van het rechte spoor? De Heere kent uw ellende, maar wéét gij ook, dat de Heere van uw ellende op de hoogte is? Dan gaat ge met de vermoeidheid en verstrooidheid naar de Heere, omdat de Heere u opzocht in uw nood. Ziet, wat er srtaat in Mattheüs 9 : 36: En Hij, de scharen ziende, werd innerhjk rnet ontferming bewogen over hen". We hebben hier te maken met de ontferming van Christus. Deze ontferming is een bewogen ontferming.

De hoogste Profeet is ook de enige Hogepriester. Hij is gekomen om Zich op te offeren, om ongelukkigen te zegenen en voor verlorenen te bidden.

Zijn hogepriesterhjk hart is bewogen met ontfei-ming. Hij kende de kwade pr^tijken van de luierende priesters in Zijn dagen. Zij gaven hoog van zichzelf op en zeiden met de mond veel op te hebben met hun volk, doch in de uitoefening der zaken Week er niets van waar te zijn. Hierover is reeds genoeg gezegd. De zielen van de mensen zijn door een verkeerde behandeling bijkans hopeloos verscheurd. Zij zijn gaan dwalen, zochten het nu eens hier en dan weer daar, maar nergens vonden zij uitkomst. De prediking wees niet heen naar de Christus, Die komen zou en nu gekomen was. Neen, hun prediking begon met en eindigde in ds rneris.

Wat waren zij moe. Zij zochten leiding, maar waar zij ook heengingen om de waarheid te beluisteren, zij werden verleid.

En nu is het hier de Profeet, Priester en Koning, Die leiding kan, wil en zal geven. Hij is de Verlosser van eUendigen, en eUendigen kunnen alleen verlost worden als de profeet hun de verlossing verkondigt op schriftuurUjke wijze.

Christus kan dat volmaakt, en de geroepen dienstknechten kunnen het gebrekkig als God het geeft. Deze Profeet is echter de Verlosser Zelf en predikt Zijn verlossing aan de scharen. Dat kurmen de geroepen predikers niet; zij prediken over de verlossing van de Verlosser. Deze opmerking is niet overbodig. Immers menig mens verwacht de verlossing van de prediker, die over de verlossing spreekt. Men kent niet de drang der ziel, die schreeuwt om het woord der verlossing van hemelswege te mogen horen. De ongelukkigen hebben geen rust, aleer zij iets weten van de gronden der verlossing, en Hem kermen. Die de verlossing heeft teweeg gebracht. Zij kunnen niet rusten onder de opleggende handen van een prediker, maar zij leren door genade de weg te betreden naar Golgotha, om rust te mogen vinden onder de doorboorde handen van Christus. Zij willen en moeten het weten, of het handschrift hunner zonden aan het vloekhout is gehecht, waaraan de dierbare Borg is genageld geworden. Zij haken naar de waarheid of de Waarheid zich voor leugenaars tot een vloek heeft laten maken, opdat Hij hen met Zijn zegening vervullen zou.

Zulk een Verlosser is hier ZeU Prediker. Wü het goed met ons zijn, dan zullen wij uit Zijn mond, door Geestesbediening, iets van die prediking moeten horen.

De hoogste Profeet behandelt de Zijnen rechtvaardig. Hij verkondigt htm de ver­ lossing. Iemand, die verlost moet worden, zit in de boeien, in de gevangenis. Het is onze dodelijke veimoeidheid, dat we van nature onbekend zijn met ons gevangen zijn in de banden van zonde, dood en ellende. Maar deze Profeet maakt het de Zijnen bekend. Hij laat ons zien en horen waar we aangeland zijn en wat er van ons terecht zal komen als we hiervan niet verlost worden. Zo leert Hij door Zijn rechte woordbediening de gevangene roepen om uitredding. De „geredden" vinden dit niet nodig.

Velen — zo was het vroeger en zo is het nu — zijn verlost zonder ooit ontdekt te zijn geweest aan hun gevangenschap.

Maar ik vraag u, wat moet Christus aan en voor u doen? Het volk van God heeft het anders geleerd, heeft het van de Heere geleerd, dat Hij alleen verlossen kan. En als zij dan een bhk naar binnen •krijgen te slaan, worden zij de onwaardigen, maar ook de kloppers op het ontfermend hart van de Heere, als zij zeggen: „Heere, indien Gij wilt. Gij kunt mij reinigen". Ze spreken niet over moeten, zij zeggen niet gereinigd te zijn. Integendeel, zij leggen het voor Gods aangezicht neer: „Indien Gij wüt. Gij kunt ': ..J!'. En zo laat de Heere Zich door Zijn eigen werk overwinnen. Zulke bedelaars laat Hij nooit tevergeefs de hand ophouden. Als er maar schuld in die hand hgt, schuld door de zonde.

Eer zij roepen, zal Hij antwoorden, en het is reeds een Goddelijk antwoord als de ziel vragend wordt gemaakt om reiniging. Om tot dit vragen te kurmen komen, hebben we de zuivere bediening van het Woord nodig, die ons laat zien horen, dat we gevallen Adamskinderen zijn en dat dezen alleen uit de val kunnen worden opgericht door de tweede Adam, en dat Hij dat doen - wü.

De hoogste Profeet moet naar Gods eigen en naar Zijn eigen Woord die verlossing verwerven.

In onze tekst staat, dat Christus bewogen was m.et innerlijke ontferming. Hij is bewogen, deze Prediker. Hij legt in Zijn prediking Zijn hogepriesterlijk hart. Hierdoor toont Hij, dat Hij een getrouw dienaar Zijns Vaders is. Hij zorgt voor het heü van Zijn volk. Daartoe kwam Hij in het vlees, om waar te maken: „Zie, Ik kom; de rol des boeks is met Mijn Naam vervuld".

Hij is aangedaan als Hij deze scharen ziet. Hij kijkt er maar niet naar om de zaak te laten zoals zij is, maar geeft Zich in Zijn bewogenheid aan deze mensen. Aan allen? Alleen aan degenen, die Hem van de Vader gegeven zijn. Deze Hogepriester ziet de totale verlorenheid en geeft Zich over in deze verlorenheid. Hij gaat staan in de plaats, waar de geschondenen moeten omkomen. Hij brengt Zichzelf als het offer, dat de zondaar alleen met God verzoenen kan. Hij zal als Hosiepriester de verlossing verwerven. Hij gaat in de genvangenis om eUendigen dat land te bereiden door Zijn sterke hand. Zo worden haters van God vrienden, omdat Hij in de verwerving van de verlossing Zichzelf liet haten, terwijl Hij in die bittere strijd niet ophield Zijn Vader te beminnen, al stootte Deze Hem van Zich af.

Scheveningen Ds. J. C. v. Ravenswaay

Ds. J. C. v. Ravenswaay

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1955

De Banier | 8 Pagina's

De antferming van de goede Herder

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1955

De Banier | 8 Pagina's