Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het eigen Land

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het eigen Land

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dezer dagen hebben in Den Haag besprekingen plaats gevonden tussen de ministers Suurhoff, Zijlstra, Mansholt, De Bruyn, en de staatssecretaris Dr. van Rijn enerzijds, en een delegatie van de Stichting van de Arbeid anderzijds.

Naar in politieke kringen vernomen en in de pers medegedeeld werd, is in deze bijeenkomst het standpunt der regering uiteengezet inzake de wensen, welke er in de kring van vorengenoemde stichting ten aanzien van de lonen en prijzen be- staan en zal de stichting ter beraadslaffjng over de uiteenzetting van het rege-^gsstandpunt op 2 September a.s. bijgenkomen om haar zienswijze daarover yast te stellen en deze aan de regering daarna kenbaar te maken.

In een vroegere bijeenkomst van de genoemde regeringspersonen met de delegatie van de Stichting van de Arbeid had deze delegatie aan de regering haar wensen uiteengezet, waaraan destijds de regeringspersonen het luisteren hebben toegedaan.

In zover er over die bijeenkomst wat uitgelekt was, stond de regering destijds op het standpunt, dat er in de lonen en prijzen thans geen wijziging aangebracht dient te worden, en dat het thans voor 's lands welzijn een vereiste is, dat, gelet op de huidige economische toestand, rust in de Ionen en prijzen bestaat.

Dit standpunt heeft de regering ook ingenomen op de laatst gehouden bijeenkomst. De regering heeft als haar oordeel uitgesproken, dat voorkomen moet worden, dat men in een vicieuze cirkel terecht komt, in een cirkel, waarin eerst de lonen en dan de prijzen verhoogd worden, omdat dit op een waar-devermindering van onze gulden en uiteindeHjk op inflatie uidoopt. Bovendien had deze verhoging, eerst van lonen en dan van prijzen, naar het oordeel der regering nog dit als groot bezwaar tegen, dat zij funeste gevolgen voor onsje export zou hebben. Onze producten zouden alsdan in het buitenland geen aftrek meer hebben, daar zij te duur geworden zijn en op de buitenlandse markt niet meer verkocht zouden kuimen worden, hetgeen noodwendiger wijze tengevolge zou hebben, dat er bedrijven gesloten zouden moeten worden en er werkloosheid zou ontstaan.

Betoonde op deze bijeenkomst de regering zich als een besHste tegenstandster van een ogenblikkehjke verhoging van Ionen en prijzen, zij wees daarmede een loonronde in de toekomst niet af.

Het feit, dat zij thans over cijfers beschikt, die er op wijzen, dat de welvaart in ons land dit jaar wederom 5 procent zal stijgen, moet haar tot de oveituiging gebracht hebben, dat men de rust in de lonensector niet volstrekt kan handhaven tot eind 1956, wanneer zij de wettelijke ouderdomsvoorziening en een huurverhoging van 25 procent wil invoeren.

Al acht de regering een algemene loonsverhoging thans niet raadzaam, en is zij van mening, dat de tijd niet rijp is voor invoering van de gedifferentieerde, bedrijfstaksgewijze loonvorming, waarover de Sociaal-Economische Raad trouwens nog een rapport heeft uit te brengen, toch ligt het, naar het schijnt, wel in haar bedoeling een eerste stap in de richting van de vrijere loonvorming te maken, waarover het overleg tussen de regering en de Stichting van de Arbeid nog gaande moet zijn.

Voorts, al wil de regering dan de rust ten aanzien van lonen en prijzen gehandhaafd zien, heeft zij desniettemin twee concessies gedaan.

De eerste raakt een onderdeel van de zogenaamde secundaire arbeidsvoorwaarden, namelijk de lengte van de vacanties en het bedrag van de vacantiebijslag.

Zij is principieel bereid de richtlijnen voor de rijksbemiddelaars in deze zin te herzien, dat loonregelingen onder bepaalde voorwaarden voor goedkeuring in aanmerking worden gebracht, indien de duur van de vacantie tot maxunaal 15 werkdagen wordt uitgebreid en de vacantietoeslag van 2 op 4 procent van het jaarloon wordt gebracht. De voorwaarden, welke gesteld zullen worden, strekken er echter toe, dat het principiële loon-en prijsbeleid niet in gevaar gebracht wordt. De maximale wijziging van de vacantieregelingen zal immers alleen aan die bedrijfstakken worden toegestaan, waar de kostenstijging van in totaal drie procent van de jaarlijkse loonsom gedragen kan worden door de ontwikkeling van de productiviteit in die tak, zodat uit deze wijziging geen prijsstijgingen zullen voortvloeien; terwijl de werkgevers en werknemers in de ibedrijfstak het hierover eens zullen moeten zijn en de huidige collectieve arbeidsovereenkomsten zijn verstreken.

De tweede concessie, welke de regering ' toegezegd heeft, is, dat zij bereid is om haar algemene loon-en prijsbeleid ten toets te brengen. Zij heeft zich namelijk bereid verklaard om deze keer ten aanzien van het vraagstuk van de hoogte van de lonen een verzoek tot de Sociaal-Economische Raad te richten, niet om over wijziging in de lonen advies uit te brengen, maar om nog eens de sociaaleconomische stand van zaken en de daarin schuüende mogehjkheden voor de naaste toekomst te onderzoeken en daarover verslag aan de regering uit te brengen. Bij dit onderzoek en in het uit te brengen verslag zal de Sociaal-Economische Raad moeten uitgaan van twes sociaal-economische wenselijkheden, welke binnen afzienbare tijd naar algemeen gevoelen verwezenlijkt zullen moeten worden. De Raad zal in zijn berekeningen namelijk moeten betrekken een nieuwe huurverhoging van 25 procent en de compensatie, welke bij invoering van een huurverhoging van 25 procent aan de huurders zal moeten worden gegeven, alsook verslag moeten uitbrengen over de lasten, welke uit het onlangs ingediende wetsontwerp betreffende de ouderdomsverzekering zullen voortvloeien. Daarbij zal de Raad zich ook wel gaan bezighouden met de lasten, welke uit de wijziging van de vacantieregeling zullen voortvloeien, alsook met de lasten van het in te dienen wetsontwerp, rakende het Deltaplan.

Uit het bovenstaande valt af te leiden, dat er ten aanzien van de lonen-en prijzenpohtiek nog zeer veel onzekerheid bestaat. Welk een regeling er uiteindelijk getroffen zal worden, valt niet met enige zekerheid te zeggen. Het zal er in deze stelhg veel van afhangen hoe de economische toestand in ons land en ook niet minder daarbuiten, zich zal ontwikkelen. Er zijn economen van naam, die van mening zijn, dat de heden bestaande hoogconjunctuur niet alleen in dit jaar, maar ook nog in 1956 zal voortduren, maar ook economen van naam, die dit gevoelen niet delen; doch als het er op aankomt, dan weten zij het geen van allen, hoe het in de toekomst verlopen zal. Het blijft in deze in zekere zin maar raden en gissen, want met besliste zekerheid valt over de toekomst niets te zeggen.

Het is ook uit die oorzaak, dat wij thans niet nader op deze aangelegenheid zullen ingaan, daar alles betreffende de onderhavige aangelegenheid nog te zeer in de lucht zweeft. Loopt de welvaart achteruit, wat altijd mogelijk is, dan zullen er wel noodwendiger wijs andere plannen beraamd en andere maatregelen genomen moeten worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1955

De Banier | 8 Pagina's

Uit het eigen Land

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1955

De Banier | 8 Pagina's