Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een bijzander getuigenis en een onuitsprekelijk voorrecht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een bijzander getuigenis en een onuitsprekelijk voorrecht

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

En die gereed waren, gingen met hem in tot de bruiloft. Mattheüs 25 : lOb

Hij heeft uitgeroepen: „Het is volbracht". En Hij is die Man van Gods raad, de Man van smarten, de Man van het huwelijk, Die niet rusten 2al totdat Hij de ganse zaak zal hebben voleindigd.

En die Keve Heüige Geest komt als de grote Toepasser het alles toe te passen en deelachtig te maken. Hij bereidt hen voor de eeuwige zaligheid en heerlijkheid. Hij maakte hen van dood levend, Joh. 6 : 63. Hij overtuigde hen, Hij ontdekte hen. Hij bracht hen toch Christus als het einde der wet tot, rechtvaardigheid een iegelijk, die gelooft. jHij getuigt met hun Geest, dat zij kinderen Gods zijn en verzegelt hen tot de dag der verlossing. Het is wel een ellendig en een arm volk in zichzelf, maar zij zijn toch zo rijk en gelukkig in God. Hij bekleedt hen met de klederen des heus en de mantel der gerechtigheid. Hij maakt hen gereed voor de bruiloft des Lams.

De wijzen hebben de belijdenis des harten. Zij hadden zichzelf ook zeker bedrogen, maar Gods Geest heeft met hen getwist, zodat zij het niet wagen konden op iets uitwendigs. Zij hebben het door genade mogen verstaan: „Alleen door U geeft mijn lamp haar licht". Daarom was het hun steeds om de zalving des Heiligen Geestes te doen. Zij hebben het geleerd, dat zij het op een „misschien" niet wagen konden voor de eeuwigheid. O, het is zulk een weldaad, wanneer de Heilige Geest maar met ons blijft twisten totdat onze ziel rust vindt in God door Christus. Zonder afsnijding is er geen inlijving, en op de inlijving volgt de aanneming.

Het licht van de belijdenis des harten brandt door, wijl het altijd weer gevuld wordt met de olie des Heihgen Geestes. En toen het geroep kwam, zijn de slapende maagden wakker geworden. Christus slaapt nooit, maar Hij waakt aan alle zijden. Zij waren maar rokende vlaswieken, maar zij hadden olie in hun vaten. De lampen begonnen weer helder te branden. Zij gingen aanstonds de Bruidegom tegemoet met heüige vreugde. Zij gmgen met Hem ter bruiloft in. De deur stond voor hen open en zij mochten met de Bruidegom binnentreden. Dat lange wachten is nu vergeten, en ook geen schaamte meer, dat zij in slaap waren gevallen. O, wat een wonder, wat een eeuwig wonder voor die bruid van Christus!

Rechtvaardig was het geweest als ze eeuwig buiten hadden moeten blijven. Maar zij gaan binnen op grond van de gerechtigheid van Christus. Daar is geen traagheid meer, geen inzinking, geen afwijking, daar zijn zij voor eeuwig verlost van het lichaam der zonde en des doods. Daar hebben zij geen last meer van de val van Adam. Daar zullen zij niet meer klagen en bedroefd zijn over hun dwaasheid, over hun onverstand en dwaze dingen, die zij hier gedaan hebben. Als een reine maagd, zonder vlek of rimpel, gewassen in het bloed des Lams, gaan zij de bruiloftszaal binnen. Zij gaan die zaal binnen met Christus, bun Bruidegom, Die hen zo uitnemend heeft liefgehad. En omdat Hij naar hen verlangde, daarom verlangden zij ook naar Hem. Daar zullen zij altijd met de Heere zijn. Hier was het een komende en een gaande Jezus, maar die verwisselingen zijn nu ook voor eeuwig geëindigd. Het is een zalige, volmaakte vereniging, waar nooit meer een einde aan komen zal. Het is een feestvreugde, die niet een nacht, een dag, een maand, een jaar of een eeuw zal duren, maar het is tot in aller eeuwen eeuvwgheid toe.

Wat binnen is, dat is voor eeuwig binnen, en wat buiten is, dat is voor eeuwig buiten. En het geldt hier maar niet een gewone bruiloft, doch een feestmaal, waar Jezus Zelf de Gastheer, de Bruidegom is, een nooit eindigende maaltijd van de heiligste en hoogste vreugde. Op de bruiloft te Kana in Galiléa ontbrak er wijn, en toen heeft Christus water in wijn veranderd, maar in de hemel is geen gebrek meer en daar zijn ook de wateren van verdrukking niet meej: . Daar is het eeuwig vol, eeuwig vrij en eeuwig blij. Een volle ontplooiing van alle menselijke vermogens, een rijke genieting van volkomen geluk. Een harmonisch samenzijn, vol licht en vrolijkheid, vol zaligheid en heerlijkheid. Het geloof is daar verwisseld in een eeuwig aanschouwen, de hoop, die hier in het hart gewerkt was door Gods Geest, is daar voor altijd verwezenlijkt, maar de liefde, die uitgestort is door de Heilige Geest, vergaat nimmermeer en gaat de hemel in. Het zal daar een wederzijds eeuwig liefhebben zijn. Daar zal die jongen van de Sunamietische vrouw niet meer roepen: „Mijn hoofd, mijn hoofd!" Daar zal Timotheüs geen zwakke maag meer hebben, en Paulus niet meer klagen over een scherpe doom in zijn vlees en een engel des satans, die hem met vuisten slaat. Geen inwoner zal daar meer zeggen: ik ben ziek; want het volk, dat daar is, zal vergeving van alle ongerechtigheid hebben.

Hun blijdschap zal dan onbepaald. Door 't licht, dat van Zijn aanzicht straalt, Ten hoogsten toppimt stijgen.

Maar nu tenslotte, mijn medereizigers naar de grote eeuwigheid, hier in dit leven moet de beslissing vallen met betrekking tot onze eeuwige toekomst. O, laten wij toch met ernst bedenken, dat de scheidslijn van verkiezing en verwerping niet ligt tussen wereld en kerk, maar dat zij dwars door de kerk heen loopt. Zeer duidelijk heeft Christus het verklaard, dat in de grote, beslissende dag der dagen het Koninkrijk der hemelen gehjk zal zijn aan tien maagden, welke hun lampen namen en uitgingen, de Bruidegom tegemoet. Van onszelf hebben wij niets, maar dat het ons uit genade geschonken mocht worden, om ook in deze de souvereiniteit Gods te handhaven, maar ook de verantwoordelijkheid van de mens niet los te laten. Wij liggen er zo voor open om af te wijken en door te vloeien, zowel in het één als in het ander. Enerzijds God van onrecht gaan beschuldigen, en anderzijds het schepsel op de troon te verheffen. De verborgen dingen zijn voor de Heere, onze God, en de ge­ openbaarde voor ons en onze kinderen, Deut. 29 : 29.

Dit staat vast, dat als wij buiten blijven, dan hgt de voUe schuld voor ons en zal de mens eenmaal in het oordeel op duizend vragen niet één antwoord kiumen geven. Het zal zijn: „Gij hebt niet gewild". Zij hebben niet kunnen ingaan vanwege hun ongeloof.

Maar dat volk, dat binnen mag komen, zal het nooit aan zichzelf toeschrijven, maar dat komt er alleen omdat God het gewild heeft. Het ligt geheel buiten het schepsel, doch het is alleen die vrije gunst, die eeuwig Hem bewoog.

En degenen, die buiten blijven, zijn er nog nooit in hun leven buiten gezet, en zij hebben er ook nog nooit buiten gestaan. In onze oppervlakkige tijden zijn er wat mensen, die menen gered en behouden te zijn. Maar helaas, zij zijn nog nooit omgekomen en nimmer verloren gegaan. Zij denken vast in de hemel te komen, maar zij hebben in hun leven nog nooit met de hel kennis gemaakt; en wanneer wij daar vreemd van zijn, dan is ook in ons leven de hemel nooit in waarheid voor ons geopend.

Grand-Rapids

Ds. W. C. LAMAIN

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1955

De Banier | 8 Pagina's

Een bijzander getuigenis en een onuitsprekelijk voorrecht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1955

De Banier | 8 Pagina's