Brief uit Zeeland

CCCXXIX.

De vooruitzichten om tot de oplossing van de woningnood te komen zijn nog niet mooi. Immers, het zal, volgens de berekeningen, nog 10 jaren duren aleer de gewone toestand is verkregen.

Dan zal wel alles moeten lopen zoals men zich dat voorstelt en is er meer te rekenen met een nog langere duur dan met een kortere.

Dat is verontrustend, want de •woningnood brengt allerlei moeilijkheden met zich, zodat nu wel geschreven wordt van „vijand no. 1".

Het is tobben geweest van dat de herbouw is kunnen beginnen. Vooral in het eerst was er gebrek aan materialen. Dan weer aan geld, en nu schijnt het meer op de te weinige vaklieden te stuiten.

Onderscheidene grote bouwwerken zijn nu niet meer vrij en de regering kan daardoor in de goede richting leiden. Of daarmede de onnutte bouw, ja de bouw die meer ten verderve van ons volk dan ten goede leidt, zal worden tegengegaan, is nog een vraag.

Brood en spelen is een wens bij velen, en daarom zal het 'wel de vraag zijn of de bouw voor het geven van genot zal worden tegengegaan.

Maar al te duidehjk blijkt wel, dat de tegenwoordige instelling er meer op gericht is om de wdl van het volk te volgen dan om na te gaan wat Gods wet eist.

Het is echter wel goed, dat de aandacht steeds meer op het woningvraagstuk wordt gevestigd en dat alles in het werk wordt gesteld om het aantal woningen te vergroten.

Voor vele jonge mensen is het een teleurstelling, dat zij niet kimnen wonen en daarom maar moeten wachten om een gezin te vormen.

Anderen moeten samenwonen. Weer anderen moeten zich met iets behelpen, dat minderwaardig is. Sommigen moeten buiten hun gezin gaan werken, omdat er in de plaats, waar zij werk hebben, geen woning is. Som maar op, want de moeilijkheden zijn veel en groot.

Om tot een oplossing te komen wordt ook gedacht aan de zogenaamde systeembouw, dat wü zeggen het bouwen met materialen, welke tevoren op grote schaal in fabrieken zijn te vervaardigen, daardoor minder kosten met zich brengen en bovenal vlugger ter plaatse zijn af te werken.

Er kan inderdaad iets zitten in die gedachte. Toch zal ook gerekend dienen te worden met de plaats, waar de woningen zullen komen te staan, en de weersinvloeden, welke daar heersen.

Het is toch niet te loochenen, dat een woning in een beschutte stieek, hetzij in een bos of in een gebouwencomplex, minder zal lijden van weersinvloeden dan een woning, welke op vlak terrein, dicht bij de zee, gebouwd wordt.

Daarom kan, wat op de ene plaats voldoet, op de andere plaats ten enenmale ondeugdelijk zijn.

We leven in een tijd van gelijkstrijken, en het zou wel eens kunnen zijn, dat ook daarin de euvelen, welke daaruit voortvloeien, ondervonden werden.

Omdat we leven in een tijd, waarin alles geleid moet worden, is het ook wel een vraag, of wij daarin niet één der oorzaken moeten zoeken, dat het met de .oplossing van het woningvraagstuk zo langzaam gaat.

Er is nu gebrek aan geschoolde krachten. Worden die dan alle in de gelegenheid gesteld om te werken?

Wordt door het verdelen van het bouwvolume niet de mogelijkheid gevormd, dat op sommige plaatsen de werkkrachten niet kunnen bouwen?

Er zijn toch wel plaatsen aan te wijzen, waar de werkkrachten zich niet kunnen ontplooien, en dus niet mede kunnen werken aan de strijd tegen vijand no. 1, omdat er gesn bouwvolume is.

Dat zullen meestal wel de kleine en de kleinere plaatsen zijn, m.aar daar is ook nood, en als de woningvoorraad daar groter wordt, komt er plaats om te wonen. Of is het dan in strijd met het streven naar dirigisme, naar het alles leiden? Hebben soms heren met een zogenaamde „vooruitziende blik" uitgemaakt, dat daar geen woningen meer mogen komen, omdat zulks met hun plannen niet overeen komt?

Veel vertrouwen heeft uw briefschrijver in het inzicht van die mensen niet. Hij denkt eerder daaraan, dat „als de blinde de blinde leidt, zij beiden in de gracht vallen".

De S.G.P. heeft al menigmaal haar stem daartegen verheven. Het kan niet genoeg worden gedaan en herhaald. Regel en orde is er nodig, maar ook vrijheid, opdat het leven niet in een keurslijf wordt gedrongen, waarin het niet meer ademen kan.

Uw Zeeuwse Briefschrijver

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen