Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De K.N.P. met de K.V.P.  verenigd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De K.N.P. met de K.V.P. verenigd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na een jaar van onderhandelen heeft de K.N.P. (de partij van Welter) zich met de Kathoheke Volkspartij verenigd. Zij heeft het program van de K.V.P. aanvaard.

Eensdeels geeft dit ieder reden om er zich over te verwonderen, anderdeels niet. De heer Welter heeft destijds toch de gedragswdjze van de K.V.P. inzake de Indische kwestie niet kimnen goedkeuren. Deswege wüde de K.V.P. hem toentertijd niet op haar candidatenUjst voor de Tweede Kamerverkiezing plaatsen. De heer Welter is toen zelfstandig opgetreden. De K.N.P. is opgericht geworden. Hij werd haar afgevaardigde in de Tweede Kamer. Na de verkiezing van 1952 verkreeg naast hem professor Lemaire als vertegenwoordiger van de K.N.P. een zetel in de Tweede Kamer. Zo heeft dan de K.N.P. op dit ogenblik twee afgevaardigden in de Tweede Kamer.

De Indische kwestie is inmiddels opgelost. Zij behoort in zekere zin tot het verleden. Lange jaren is de heer Welter lid van de Rooms-Katholieke Staatspartij geweest. Hij werd eenmaal in het kabinet Colijn door deze partij aangewezen als minister. 2k> bezien behoeft het geen verwondering te baren, dat de heer Welter weer tot de K.V.P. als lid is toegetreden.

De tijd zal leren of die vereniging van de K.N.P. met de K.V.P. van blijvende aard is. Gedurig toch heeft hij, en ook professor Lemaire, in het parlement ia geheel andere zin gesproken en ook anders gestemd dan de K.V.P. De vraag is of dit in de toekomst ook zo zal zijn en ook zo zal bhjven. In de zaken, Indonesië betreffende en ook in andere zaken neemt hij, en ook professor Lemaire, een 'ander standpunt in dan de K.V.P. inneemt. Zal dit ook in het vervolg tot uiting komen?

Zeker is het, afgaande op de berichten in de dagbladen, dat de toetreding van de K.N.P. niet bij alle K.N.P.-ers in goede aarde gevallen is. Uit sommige kiesverenigingen, onder meer uit die van Amsterdam, Den Haag en Arnhem, zijn er protesten tegen de toetreding van de K.N.P. tot de K.V.P. opgegaan. Of deze protesten bij veel leden bijval vinden, valt op dit moment niet uit te maken. De algemene vergadering vam de K.N.P., waarin over deze aansluiting gehandeld en ook aUicht beslist zal worden, staat in October gehouden te worden.

Voor de K.V.P. betekent de toetreding van de K.N.P. tot de K.V.P. een versterking. Alhcht zal zij — waarop de roomskatholieken zo gesteld zijn — na de verkiezing van 1956 weder de grootste politieke partij in ons land zijn. Zeker is dit echter niet. Het staat toch wel vast, dat niet alle kiezers, die in 1952 hun stem op de heer Welter uitbrachten, onder vwe er vele niet-rooms-'kathoheken waren, dit in 1956 ook zullen doen. Zij zullen alsdan stellig him stem niet uitbrengen op de hjst van de K.V.P., te meer niet waar professor Romme in alle kiesdistricten de lijstaanvoerder is. Daarbij komt nog, dat de K.V.P. de heer Welter, toen hij gescheiden van haar optrad, de kiezers als oer-conservatief heeft afgeschilderd. Van deze kwahficatie zullen de woordvoerders van de Partij van de Arbeid straks bij de verkiezingen in 1956 druk gebruik maken, en de toetreding van de heer Welter en de zijnen als een geduchte zwenking van de K.V.P. naar het conservatisme voorstellen. 2ïeker is het ook, dat de rooms-katholieke leden van de Partij van de Arbeid door de fusie van de K.N.P. met de K.V.P. nog al minder genegen zullen zijn om lid van de K.V.P. te worden, dan dat zij dat tevoren waren. Ook van hen staat te wachten, dat zij in het koor van de P.v.d.A. braaf mee zullen getuigen, dat de K.V.P., die er steeds zo belust op is geweest zich aan het voDc als 'n progressieve partij voor te stellen, door het opnemen van de K.N.P. danig de conservatieve richting is ingeslagen. Wat de stemmen van de rooms-katholieke arbeiders beti'eft, zou het stellig voor de K.V.P, een grotere aanwinst van stemmen hebben aangebracht, indien de r.k. leden van de Partij van de Arbeid tot haar waren teruggekeerd. De heer Welter heeft toch in de Kamer meermalen verklaard, dat hij conservatief is en het conservatisme zelfs verheerlijkt. Het zou dan ook niets vreemds zijn, indien de toetreding van de K.N.P. tot de K.V.P. aan de laatstgenoemde partij stemmen van de r.k. arbeiders zal kosten. Het mandement van de bisschoppen zal dit zelfs allicht niet kimnen verhinderen, gelijk het mandement het ook niet heeft kunnen bewerken, dat de r.k. Kamerleden uit de Partij van de Arbeid naar de K.V.P. zijn teruggekeerd. Ondanks dat mandement hebben velen hunner verklaard, dat, wat er ook mocht gebeuren, zij nimmer weer als lid tot de K.V.P. wilden toetreden. Het valt dan ook zeer te betwijfelen, of de fusie van de K.N.P. en de K.V.P. de laatsgenoemde partij een belangrijke aanwinst van stemmen zal brengen. Enerzijds ligt dit voor de hand, want tal van r.k., die voorheen hun stem op de candidatenHjst van de K.V.P. hebben uitgebracht, zullen deze nu ongetwijfeld op die van de K.V.P. uitbrengen, wanneer zij in 1956 ter stembus voor de verkiezing van de Tweede Kamer gaan; anderzijds kan de fusie de K.V.P. stemmen van de r.k. arbeiders kosten. Het is toch wel zeker, dat door de fusie aan de Partij van de Arbeid, en ook wel in zonderheid aan haar r.k. leden, een niet te onderschatten wapen in de hand is gegeven om de K.V.P. als een conservatieve partij aan de kiezers voor te stellen. Zij roepen daarmede voor menige arbeider een schrikbeeld op, in staat om hen üi weerwil van het mandement der bisschoppen hun stem op de candidatenHjst van de Partij van de Arbeid te doen uitbrengen; en dit zal te meer het geval zijn, daar op de candidatenHjst van de Partij van de Arbeid wis en zeker r.k. als candidaten voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer niet zullen ontbreken. Daartegenover staat, dat de K.V.P., daarin door het mandement der bisschoppen en hun verdere medewerking gesteund, er alles op zal zetten om in 1956 het verloren terrein weder te herwinnen en weder de grootste pohtieke partij in het land te worden. Daarom valt er met stellige zekerheid oök niet te zeggen of de toetreding van de K.N.P. dit al dan niet tengevolge zal hebben, al is de mogelijkheid daarvoor stellig aanwezig, dat de K.V.P. versterkt uit de stembusstrijd van 1956 in de Tweede Kamer terug zal keren.

Wat de opheffing van de K.V.P. zelf betreft, deze is wel zeer waarschijnlijk. Het dagelijks bestuur der K.N.P. heeft toch doen weten, dat, al zijn er in sommige kringen van de K.N.P. protesten opgegaan tegen de overgang van de K.N.P. in de K.V.P., daaruit in het algemeen niet de conclusie getrokken mag worden, dat de protesten afkomstig zijn van de representatieve figuren van de partijorganen der K.N.P.

Onder voorzitterschap van de heer Weiter zal het partijbestuur van de K.N.P. in verband met de bereikte overeenkomst tussen de onderhandehngsdelegaties der K.N.P. en K.V.P. dezer dagen vergaderen. In die vergadering zal de datum vastgesteld worden van de vergadering van de partijraad in de eerste helft van October, waar het voorstel in behandeling zal komen om tot opheffing van de K.N.P. te besluiten.

Voor de aanneming van dit voorstel is een meerderheid van 3/4 der zittende leden van de partijraad vereist. Wordt deze meerderheid niet behaald, dan zal op een nieuwe vergadering van de partijraad een meerderheid van de dan uitgebrachte stemmen van node zijn.

Inmiddels blijft de Kamerfractie van de K.N.P. in de Tweede Kamer tot de verkiezing van 1956 zelfstandig bestaan. De heer Welter en professor Lemaire zullen in hun kwahteit als afgevaardigden van de K.N.P. blijven fungeren. Zo is het dan ook te verwachten, dat de heer Welter straks bij de Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer een redevoering zal houden. Zal hij in die rede op hetzelfde aambeeld slaan als professor Romme, wat hij tevoren nimmer gedaan heeft? Zal hij in het vervolg dit doen inzake de Indonesische aangelegenheden en in nog al andere aangelegenheden, waarin hij dit tot dusverre niet deed? Zal hij zijn verzet tegen het samengaan van de K.V.P. met de P.v.d.A. opgeven? Zo dit geschiedt, dan zal dit ongetwijfeld voor zeer velen een bittere teleursteUing en voor niet weioigen een harde ontgoocheling zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 1955

De Banier | 8 Pagina's

De K.N.P. met de K.V.P.  verenigd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 1955

De Banier | 8 Pagina's