Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

LXIV.

Nog andere toehoorders van Groen's voorlezingen, onder wie dr. Capadose.

Tot de belangstellende toehoorders van Groen's voorlezingen, die later gezamenlijk onder de titel „Ongeloof en Revolutie" werden uitgegeven, behoorde ook een geboren Belg, die reeds op 20-jarige leeftijd naar Nederland kwam om te Leiden in de rechten te studeren, n.l. Mr. C. D. A. de Quertenmont. Zeer waarschijnlijk heeft hij met Groen ook de lessen van Bilderdijk gevolgd, in elk geval is het zeker, dat hij meer de opvattingen van Bilderdijk deelde dan Groen, die wel veel in Bilderdijk respecteerde en daarvan ook blijk gegeven heeft, maar die anderzijds toch aanmerkelijk van hem verschilde. Zo was Bilderdijk een voorstander van de absolute monarchie, waarbij de vorst regeert zonder grondwettelijke instellingen, dus onder meer zonder Tweede Kamer. Groen daarentegen was voorstander van de constitutionele instellingen en alzo ook van invloed des volks door middel van de Kamer.

De zo even genoemde De Quer'tenmont nu stond ten deze dichter bij Bilderdijk dan bij Groen. Hij was het echter met laatstgenoemde geheel eens, dat de revolutie een noodzakelijk gevolg is van het stelselmatig ongeloof. De beide eerste voorlezingen heeft hij niet bijgewoond. Eerst bij de derde voorlezing behoorde hij door bemiddeling van Capadose tot de toehoorders.

Een geheel andere figuur was de bescheiden Prof. Dr. J. P. E. Voute, die tot de oudste toehoorders behoorde. Hij was hoogleraar üi de logica en wijsbegeerte, alsmede in de wis-, natuur-en sterrenkunde te' Amsterdam geweest en aldaar in kennis gekomen met de vrienden van het Réveil. Geboren in 1793, overleed hij op 58-jarige leeftijd. In 1834 vestigde hij zich in Den Haag, waar hij veel goed deed en ook evangeliseerde. Hij stelde groot belang in Groen's voorlezingen, wiens scherpte hij echter ook wel eens critiseerde. Ook legde hij Groen enkele punten voor, welke hem moeilijkheden opleverden, zoals o.a. de onderdanigheid jegens de overheid en de vrijmoedige beoordeling harer daden. Hij kan desniettemin tot Groen's geestverwanten gerekend worden.

Een volgende toehoorder was Mr. G. Dslprat, die in 1801 geboren werd en in 1900 overleed. Hij behoorde tot de grootste vrienden van Groen en heeft ook met hem gelijk te Leiden in de rechten gestudeerd. Hij was eerst advocaat, daarna raad-adviseur van Financiën. Wat godsdienst betreft behoorde hij tot de Waalse kerk, waartoe de aanhangers van het Réveü over het algemeen behoorden.

Voorts moet vermeld worden Mr. J. W. Geflcen, die reeds als student Groen's geschriften met instemming gelezen had. Later echter bleek hij het met Groen in sommig opzicht niet eens te zijn. Zo kon hij Groen's zienswijze in zake het „droit divin", dat wil zeggen het „Goddelijk recht der overheid" niet geheel delen, al erkende hij wel, dat de overheid Gods dienares is en haar macht van God ontvangt.

Ook Jhr. Mr. J. A. Singendonck deelde aanvankelijk tenvolle Groen's beginselen. De voorlezingen werden door hem nog met grote belangstelling en instemming gevolgd. Later kwamer echter een keerpunt, namelijk omstreeks 1853, toen hij 44 jaar was. Geleidehjk heeft hij toen met Groen gebroken, eerst op kerkehjk, daarna op politiek terrein. Hij sloot zich aan bij de etische richting en volgde in de politiek de richting van Groen's tegenstander Van der Brugghen, die zijn zwager was. Singendonck verklaarde toen tegenover Groen, dat de richting, die hij onder diens leiding gemeend had alleen goed te zijn, hem nu voorkwam in vele opzichten nadelig te zijn voor wat hun beiden dierbaar was, namelijk het christelijk geloof. Het is duidelijk, dat deze heer sterk onder de iavloed van zijn zwager Van der Brugghen, die evenzeer tot de etisch-irenische richting behoorde, was gekomen. ZeH heeft Singendonck geen functie op politiek terrein bekleed. Als griffier der Eerste Kamer had hij er echter wel mede te maken, doch uitsluitend als toeschouwer en toehoorder.

Het behoeft niet te verwonderen, dat ook Dr. A. Capadose tot de belangstellenden behoorde, al was hij te elfder ure pas door Groen uitgenodigd nadat Capadose zelf Groen's voornemen om voorlezingen te gaan houden bij gelegenheid van een bezoek, dat Groen hem bracht, ter sprake had gebracht. Ook dr. Capadose was het niet in alles eens

met Groen. Dit betrof inzonderheid Groen's oordeel over Bilderdijk. Capadose was namehjk van gevoelen, dat Groen Bilderdijk niet billijk beoordeelde. Groen toch had in zijn tweede voorlezing ook Bilderdijk ter sprake gebracht. Hij had aangaande hem o.m. verklaard, dat hij grote eerbied koesterde voor de grootste dichter wellicht van ons land in die tijd en dat hij er zich ten zeerste over verheugde, dat Bilderdijk zich der waarheid niet geschaamd en op grond zijner over'tuiging tegen de afgoden der eeuw met bewonderenswaardige veerkracht en zelfopoffering, getuigenis had afgelegd. Groen had daarbij echter ook onomwonden te kennen gegeven, dat hij niet alles onderschreef wat Bilderdijk in geschiedenis en staatsrecht geleerd had. Het ging hierbij over hetzelfde onderwerp, dat hierboven met betrekking tot De Quertenmont reeds is aangesneden, namelijk over de uitsluitend monarchale gevoelens van Bilderdijk, waardoor Bilderdijk volgens Groen te weinig, ja vrijwel ganselijk niet, het verschil erkende tussen wezenlijke monarchie, zoals zij op eigen en veelszins beperkt gezag der vorsten berust en de autocratie, die, onder de naam van monarchaal bevvónd, uit de anarchie, als onvermijdelijk gevolg ontspruit. Groen wees in dit verband op Bilderdijk's houding in 1787 ten aanzien van Willem V en voorts ten opzichte van Napoleon, voor wie hij aanvankelijk met geestdrift bezield was.

Capadose nu meende, dat Groen al te zeer het verschil in plaats van de overeenstemming met Bilderdijk naar voren had gebracht. Desniettemin heeft hij alle voorlezingen bijgewoond èn uit vriendschap voor Groen èn omdat de door deze behandelde onderwerpen hem groot belang inboezemden.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 1955

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 1955

De Banier | 8 Pagina's