Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De geschiedenis herhaalt zich. Het waren Israels profeten, die Israels volk keer op keer voorgehouden hebben, dat er van vrede geen sprake kon zijn, indien deze buiten God de Heere gezocht werd. De valse profeten daarentegen werden niet moede het volk naar de mond te spreken, door hun voor te spiegelen, dat de vrede zeer wel te verkrijgen was, ook al werd daarbij Gods aangezicht niet gezocht en in Zijn wegen niet gewandeld. Het is zeer wel te verstaan, dat de valse profeten bij het voUc zeer geliefd waren en grote opgang maakten, want een iegelijk mens wenst naar de raadslagen van zijn eigen hart te wandelen, wil zich niet voor Gods aangezicht verootmoedigen en beeldt zich in, dat hij desondanks wel in vrede zal kunnen leven, en geen taal is hem welgevalhger dan „vrede, vrede en geen gevaar". De mens is van nature een rustzoeker, één, die op rust en vrede, voorspoed en welvaart gesteld is en waant deze met eigen middelen en krachten wel te kunnen bekomen. Al komt hij daarmede bedrogen uit, wordt hij keer op keer daarin teleurgesteld, nochtans zal hij in zijn grote verdwazing en blindheid niet aflaten deze dingen buiten God om te zoeken en naar eigen believen en inzicht zijn leven in te richten. In deze herhaalt zich de geschiedenis eeuw na eeuw weer.

Ook in de eeuw, waarin vsdj leven, is de­ ze geschiedenis teruggekeerd. Wat is er door de wijzen en machtigen dezer wereld al een vrede en rust voorgespiegeld. Hoe hebben zij de Volkenbond en de Organisatie der Verenigde Naties aangeprezen als instituten, door weDce dat doel zeer wel bereikt kan worden, en het openlijk met hun daden bevestigd, dat men daarbij God niet van node heeft en zich niet naar de uitspraken van Zijn geopenbaard Woord behoeft te richten!

Wat heeft al dat pogen hun nu anders gebracht dan teleurstelling op teleurstelling, gelijk de dag telkenmale door de nacht wordt gevolgd. Hoe zien wij toch in deze heerlijk, klaar en helder bevestigd, dat Gods Woord de waarheid bevat. Wat is tegen dat Woord in de loop der eeuwen al ingebracht, en nochtans heeft het zich als de verkondiging van de waarheid bevestigd. En hoe veilig gaat hij, die zijn schreden daarnaar mag richten.

Dit geeft ons de gang van zaken in de wereld ook thans weder te aanschouwen, dat het verlaten en versmaden van Gods Woord en het betrouwen op de vleselijke arm teleurstellingen, zelfs heel bittere teleurstellingen aan de mens baart. Openlijk is dat ook in de pers uitgesproken door degenen, die, ook al weer geheel buiten God om, naar humanistisch inzicht de eenheid van Europa willen grondvesten, nadat zij van de uitslag van het in het Saargebied gehouden referendum over het statuut kennis genomen hadden. Zij hadden zo vurig gehoopt en daarop hun verwachting gesteld — ofschoon hoe dichter de dag van de stemming in het zicht kwam, hoe langer hoe minder — dat met de aanneming van het statuut de eerste steen gelegd zou worden voor de door hen zo vurig gewenste eenheid van Europa. Dit is echter niet gebeurd. De Saarlanders hebben met overweldigende meerderheid van stemmen dat statuut afgewezen, wat, op Duits standpunt zich plaatsende, begrijpelijk is. Was dat statuut aangenomen, dan zou het volk van het Saargebied als een soort van Europese natie voortaan geleefd hebben. Van Duitse zijde heeft men daar tegen aangevoerd, dat de Saarlanders van eeuwen her Duitsers waren, en dat het statuut een voor Frankrijk geschikte gelegenheid bood om het Saargebied in de toekomst bij Frankrijk in te lijven. De stembusstrijd is voorafgegaan door een felle verkiezingscampagne, waarin men gebruik gemaakt heeft van een verre van prijzenswaardige propaganda. Dat de uitslag zo geweest is als hij geweest is, is voor een zeer groot deel daaraan toe te schrijven, dat in het Saargebied thans ook de duitsgezinde partijen vrijelijk mochten spreken en propaganda voeren, en ook mochten stemmen. Daar hebben deze partijen dan ook wel gebruik van gemaakt, want er is in het Saargebied druk gestemd, zodat de uitslag als een uitspraak van de gezindheid van het Saarlandse volk te beschouwen is, wat ook door de voorstanders van de Europese eenheid erkend wordt. Mede heeft de stemming in het Saarland ten gevolge gehad, dat het ministerie Hofmann, dat feitelijk op de Franse bajonetten steunde, is afgetreden en wellicht door een zakenkabinet zal worden vervangen, totdat er nieuwe verkiezingen zullen plaats vindeii.

Wat in de uitslag van het referendum wel heel duidelijk uitgekomen is, is, dat de Saarlanders Duitsers zijn en wensen te blijven. In vele kringen vreest men, dat de uitslag van het Saarlandse referendum geen goed zal doen aan de verstandhouding tussen West-Duitsland en Frankrijk. De Westduitse minister-president Dr. Adenauer, die reeds enkele weken ziek te bed ligt en in wiens gezondheidstoestand in de laatste dagen een verergering is ingetreden, heeft aan de Franse minister van buitenlandse zaken Pinay een telegram verzonden, waarin hij de wens uitsprak, dat de uitslag van de Saarlandse verkiezing geen afbreuk zou doen aan de verstandhouding tussen West-Duitsland en Frankrijk. Een telegram, dat door de Franse minister op vriendschappehjke wijze is beantwoord, hetgeen echter niet verhindert, dat de eerste steen voor de Europese eenheid niet is gelegd, waarop in de kringen van de voorstanders van de Europese eenheid de hoop gevestigd was.

De conferentie te Geneve

De ministers van buitenlandse zaken van Amerika, de Sovjet-Unie, Engeland en Frankrijk zijn thans allen te Geneve aangekomen en hebben reeds een aanvang met de beraadslagingen gemaakt, welke de Franse minister echter niet alle heeft kunnen bijwonen, dewijl hij door de Franse minister-president Faure opgeroepen werd om onmiddellijk naar Parijs te komen, want het bestaan van het Franse kabinet liep weer groot gevaar. Er was door het ministerie een motie van vertrouwen ingediend, waarvan dit vreesde, dat deze niet aangenomen zou worden. Maar toch is het aan Faure gelukt ook ditmaal — dat is in korte tijd de derde keer — het kabinet uit het vuur te slenen, zij het dan met een kleinere meerderheid dan de eerste twee keren. Pinay kon dus naar Geneve als minister terugkeren.

In Geneve verklaarden de ministers een­ parig, dat zij de dusgenaamde geest van Geneve wensten te bewaren. Zielfs de Russische minister Molotof legde zulk een getuigenis af, waar hij bij zijn aankomst verklaarde: Wij zuUen onze uiterste best doen een oplossing te vinden voor de vraagstukken, waarvoor wij gesteld worden, geïnspireerd door een oprecht verlangen om de koude oorlog te beëindigen.

De eerste rede, welke hij in de vergadering hield, was daarmede echter allerminst in overeenstemming. Hij begon met een lofrede op de Sovjet-Unie, waarvan Jiij zeide, dat deze sinds de vorige conferentie van Geneve aan de top heeft gestaan om de geest van Geneve te dienen, büjkens het verlagen van haar strijdkrachten met 640.000 man en het prijs geven van de basis* Porkala in Finland, zodat Rusland op dit ogenbhk geen enkele militaire basis op vreemd grondgebied heeft. Hierbij gaf hij terloops een steek onder water aan Amerika, wanneer hij sprak, dat dit een voorbeeld is om het probleem van müitaire bases op vreemd grondgebied op te lossen. Ook al had voorts volgens hem de Sovjet-Unie in de geest van Geneve gehandeld door diplomatieke betrekkingen met West-Duitsland aan te knopen en een verdrag met Oost-Duitsland te sluiten. Ook hierin kon hij de Sovjet-Unie als een voorbeeld ter navolging in het bijzonder aan de grote mogendheden voorhouden, waarbij hij de verzuchting slaakte, dat dit voorbeeld door hen helaas niet gevolgd werd. Zijn lofspraak op de Sovjet-Unie vervolgende, prees hij het collectieve veiligheidsverdrag voor aUe Europese landen, benevens de Verenigde Staten van Amerika, aan, het betreurende, dat de Westelijke mogendheden daarvan tot dusver niet hadden willen weten. Ook had volgens hem de Sovjet-Unie het hij het rechte einde, als zij niet voor een directe hereniging van Duitsland was, daar deze met verloop van tijd van lieverlede tot stand moest komen. Tevens verklaarde hij, dat de militaire alhanties der Westelijke mogendheden moesten verdwijnen en dat het geen nut had om over controle-en inspectiemaatregelen te spreken, zo lang men nog atoom-en waterstofbommen maakte. Kort samengevat haalde Molotof al de oude Russische koeien weder uit de sloot en bleek er in het Russische standpunt niets veranderd te zijn, zodat tal van bladen geconcludeerd hebben, dat de kloof tussen de Westelijke en de Oostelijke mogendheden nog even diep is als tevoren. Goed en wel beschouwd is deze zelfs nog verdiept. Hadden toch de drie Westelijke mogendheden tevoren steeds verklaard, een verenigd Duitsland de vrije keus over de toetreding tot het Noord-Atlantische pact te willen laten, nu is uit hun voorstellen gebleken, dat zij de Russen geen veiligheidsgaranties willen geven, indien een verenigd Duitsland niet tot het Noord-Atlantische pact toetreedt. Bovendien 'hebben de drie Westelijke mogendheden te kennen gegeven, dat zij zich in dit geval alle rechten voorbehouden bij de ondertekening van een vredesverdrag met een verenigd Duitsland.

Nieuw en verrassend op de conferentiete Geneve was het voorstel, dat aan heide zijden van de Oostgrens van een herenigd Duitsland in het gedemilitariseerde gebied, dat de Westelijke mogendheden begeren, nu ook nog in deze zone een radamet opgebouwd moet worden, dat aan de Westzijde door Russisch militair personeel, en aan de Oostzijde door militairen van het Noord-Atlantisch pact zou moeten worden bediend. Dit radarnet moet dan dienen als een maatregel tegen onverhoedse luchtaanvallen van één van de beide kanten, terwijl ook ia zekere zin als iets nieuws, dat op de conferentie ter sprake is gekomen, beschouwd kan worden, dat Molotof krachtiger dan tevoren op het sluiten van handelsovereenkomsten tussen de Westelij- ke an de Oostelijke mogendheden heeft aangedrongen.

De toestand in het Nabije Oosten

Is het verloop van de Geneefse conferentie tot dusver al zeer teleurstellend, niet minder is dit de toestand in het Nabije Oosten, welke, al staat hij niet op het program, ook zeker op deze conferentie wel besproken zal worden, hetzij openbaar in de vergaderingen, hetzij in particuhere gesprekken van de ministers.

De toestand in het Nabije Oosten is toch zorgwekkend. Dit mede tengevolge van de wapenleveranties van de communistische landen aan Egypte. Reeds is een deel van de wapenleveranties door Tsjecho-Slowakije in de havens van Egypte ontscheept.

Dit heeft de toestand in het Nabije Oosten nog verscherpt. Deze was al ver van vreedzaam. Gedurig hebben er overvallen, nu eens van Egyptische zijde op Israëhsche nederzettingen, en dan weer van IsraëHsche kant op die van Egypte plaats gevonden, wat ook al het geval was tsn aanzien van de Israëliërs en de Syriërs. De toestand is in genoemd gebied nog al meer^espannen geworden door die leveranties. Deze leveranties zijn er de oorzaak van geworden, dat de Israëlische minister van buitenlandse zaken, Mosje Sjaret, zich naar Geneve begeven heeft, waar hij een onderhoud met de Westelijke ministers gehad heeft. In dat onderhoud heeft hij er bij hen op aangedrongen, dat ook door hun regeringen wapens aan Israël zouden worden toegezonden. Dit hebben deze ministers echter geweigerd te doen, verklarende, dat zij er op dit ogenblik niets voor gevoelen om Israël wapens te leveren en zo een bewapeningswedloop te ontketenen. Wel hebben de ministers verklaard, dat hun regeringen zich garant blijven verklaren inzake de handhaving van de bestaande toestand in het Nabije Oosten. De IsraëHsche regering achtte deze verklaring echter niet bevredigend en zal alles doen om wapens te kopen, desnoods van de communistische landen.

Met dat al is de toestand zeer gespannen, welke nog verergerd is door een Israëlische aanval op het Egyptische fort El Koentüla, waarbij tien Egyptenaren werden gedood en ongeveer 30 Egyptenaren werden gevangen genomen. Deze aanval, welke als een vergeldingsmaatregel tegen een Egyptische aanval werd uitgevoerd, heeft bij de Westelijke ministers grote ongerustheid verwekt. Zij zijn van oordeel, dat een eventuele door de communistische rijken gesteunde Arabische aanval op Israël niet alleen een bedrieging voor de Joodse staat zelf vormt, maar in feite voor heel de vrije wereld. Daarom werken de Westelijke delegaties in Geneve thans aan een gemeenschappelijke verklaring, welke neerkomt op een bevestiging van de drie-mogendhedenverklaring van Mei 1950, waarin hun regeringen zich uitspreken voor het handhaven van de bestaande toestand in het Nabije Oosten, en overeengekomen zijn om stappen te zullen nemen ter voorkoming van agressie van de ene partij tegen de andere. Ook is men in de diplomatieke kringen te Geneve van oordeel, dat de Westelijke ministers bij Molotof er op zullen aandringen, dat de communistische landen de wapenlevering aan de Arabische rijken stop zetten, hoewel niemand gelooft, dat deze aandrang bij Molotof enig succes zal opleveren.

Stellig dreigt er het gevaar, dat in het Nabije Oosten een oorlog uitbreekt. Al werd van Israëlische zijde verklaard, dat Israël niet met wapengeweld zal optreden als Egypte in het Egyptisch gebied blijft, de minister Mosje Sjaret zeide daarentegen in Geneve, dat Israël zal vechten als het moet vechten, toen er van de zijde der Westelijke ministers op aangedrongen werd, dat Israël niet tot het gebruik van wapenen zou overgaan. En in Kaïro is de generale staf in een spoedvergadering bijeengekomen. De Egyptische troepen aan de Oostelijke grenzen werd. gelast de uiterste waakzaamheid te betrachten en op alles voorbereid te zijn, terwijl ook van regeringswege al in dezelfde trant gesproken werd als Mosje Sjaret sprak, namelijk dat Egypte zal vechten als het moet vechten.

In Indonesië is de volledige uitslag van de verkiezingen nog steeds niet bekend. Voor zover er nadere gegevens daaromtrent bekend zijn geworden, loopt de partij van de Masjoemi, die van de regering, nog steeds in op die van Soekarno. Of als gevolg daarvan de Indonesische regering onder het voorzitterschap van minister Harahap het aangedurfd heeft een anti-Soekarno-man, met name kolonel Nasoetion, tot stafchef van het leger te benoemen, valt niet uit te maken, doch het is een feit, dat deze kolonel in zijn vorige functie hersteld is. Daaruit was hij in vroegere jaren wegens een aandeel in een tegen Soekarno gerichte actie ontslagen. Deze kolonel is een Sumatraan en van christelijke religie.

In Engeland heeft de regering om financiële redenen, om inflatie te voorkomen, de belastingen moeten verhogen en andere maatregelen moeten treffen, weUce voor de bevolking verre van aangenaam zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 november 1955

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 november 1955

De Banier | 8 Pagina's