Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De banneling op Patmas

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De banneling op Patmas

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Ik, Johannes, die ook uw broeder ben, en medegenoot in de verdrukking, en in het Koninkrijk, en in de lijdzaamheid van Jezus Christus, was op het eiland, genaamd Fatmos, om het Woord Gods en om de getuigenis van Jezus Christus. En ik was in de geest op de dag des Heer en. Openbaring 1 : 9—10b

De profeet Jesaja schrijft in 'het 55e hoofdstuk zijner profetie: „Want Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijne wegen, spreekt de Heere".

Hoe wordt dat ook geopenbaard in het leven van de apostel Johannes, die wij in dit Bijbelboek aantreffen op het eiland Patmos, gevangen en verbannen, in de verdrukking om het Woord Gods en om de getuigenis van Jezus Christus, ten dage toen de vervolgingen en de verdrukking van allen, die Zijn Naam beleden, geopenbaard werden. Och, dat de druk kwam, behoeft niet te verwonderen, noch voor Johannes, noch voor de ganse kerk, als strijdend deel hier op aarde zijnde. Want door alle tijden is het toch op het levende kind gemunt. Dat leven, dat uit God geboren is, komt toch in de bestrijding, wordt toch aangevochten. Ja leert het: „Van buiten strijd en van binnen vrees". O, hoe onbegrijpelijk zijn toch 's Heeren leidingen met Zijn volk op aarde.

Johannes, een kind en knecht des Heeren, verkerende in het midden zijns volks, in-en uitgaande in het midden der gemeenten, wordt als in een ogenblik uit dat alles weggerukt. Hij komt in druk en banden terecht om het Woord Gods. Wij lezen, dat de waarheid zegt: „Als iemand lijdt, dat hij toezie, opdat hij niet lijdt als een kwaaddoener". Maar ach, de meeste tijd moet de kerk bekennen te lijden als een kwaaddoener. Door eigen schuld in de banden, door eigen schuld in de duisternis, door eigen schuld in de verlatenheid, door eigen schuld in de verre afstand. Ja kortom, dat , , eigen schuld" leert de kerk te stamelen bij de aanvang, en voortdurend blijft het aan hun zijde maar eigen schuld, zodat zij veelal zichzelf niet hoger krijgen kunnen dan een kwaaddoener, die het in staat en in stand steeds-verzondigt voor God. Maar nochtans zijn er tijden in het leven van dat volk, dat het door genade anders ligt. Zo ook in deze bij Johannes. Verbannen om het Woord Gods. O, daar mogen wel eens tijden zijn, dat de ere Gods, de hoogheid van het Wezen Gods en de kracht van de waarheid Gods met zaligmakende bediening op het hart gebonden worden en de eerste en hoogste plaats innemen, zodat ze met David inleven: „Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten, maar de Heere 2; al mij aannemen". Dan mogen ze iets er van ervaren, dat de Heere de hoogste plaats inneemt in hun hart. O zeker, het zijn uren van korte duren. De tijden zijn zo weinig en de ogenblikken zo gering, dat ze in waarheid God bedoelen en de eer van dat hoge Wezen op het oog hebben; nochtans, ze worden op de weg beleefd. En dan mag de mond wel eens opengaan en getuigenis afleggen. O, dan kunnen ze het hebben om met Johannes gevangen en gebonden te worden. Dan kmmen zij vertrapt en verguisd worden en dan kunnen zij de roving hunner goederen met blijdschap ervaren. Dan is het mogelijk om met de apostelen eens verblijd te worden, dat men waardig gekeurd wordt niet alleen Zijn Naam te belijden, maar ook voor Zijn Naam smaadheid en verdrukking te dragen. Dan zegt dat volk menigmaal: O God, mocht ik daar meer van hebben, iets van die gezegende voetstappen te drukken. Maar helaas, de meeste tijd moeten ze in het dorre wonen en lijden als een kwaaddoener. De praktijk leert, dat een christen moet gaan leren christen te worden, en een van God tot God bekeerd volk moet gaan vragen om bekeerd te worden. Ze roepen uit: „Heere, bekeer mij, dan zal ik bekeerd zijn".

Zo ontmoeten wij Johannes op het eüand Patmos. Wij zuüen ons maar niet inlaten met hetgeen de ongewijde schrijvers van hem vermelden. Gods Woord vermeldt ons, dat hij een verbannene op het eiland Patmos was om het Woord Gods. De weg des Heeren liep voor Johannes over Patmos. Maar daar is licht voor nodig om dat te mogen zien. Gods volk is toch met de wetenschap niet geholpen; dat moeten ze gedurig ervaren. Daarom heeft dat volk steeds maar nodig, dat hun belijdenis, hoe wetenschappelijk zuiver ook, steeds beleving worden moet. Ja, onze ouden plachten te zeggen: Het komt maar op de bediening aan. Wij lezen, dat Gods weg is in de zee, en Zijn voetstappen in zeer diepe wateren. Hoe moet dat volk dan in de diepten gebracht worden om Zijn voetstappen eens te vinden.

Och, toen Johannes naar Patmos werd gebracht, kon het met het getuigenis van Jezus Christus in het hart; maar er te komen en er te zijn, dat zijn twee zaken, zoals de praktijk leert. Het wordt ruim ingeleefd, maar moet menigmaal nauw en donker uitgeleefd worden.

Johannes had op Patmos ook zichzelf meegenomen. Wat een tegenvaller is dat voor al het volk, na elke inleving en beleving zichzelf over te houden. Daarom zullen ook voor Johannes op Patmos niet aUe dagen gelijk geweest zijn. De Heere heeft toch de ene dag tegenover de andere gesteld, en dagen van licht en van duisternis wisselen zich toch af in het leven van Gods volk. Ja, de praktijk leert, dat ze wel eens uitroepen: O God, ik heb gemeend en wel eens mogen geloven met U begonnen te zijn, maar kan bij tijden niet anders behjden dan dat ik met mijzelf eindig; ja ik vrees ten enenmale verwerpelijk te worden.

Ook Johannes heeft zichzelf meegenomen naar Patmos, en zie, ook daar zijn de vijanden niet slapende bevonden. Het kan zijn, dat men in de weg des Heeren is, en nochtans besloten is en niet uit kan komen. Als Job op de ashoop zit, loopt Gods weg dwars over de ashoop, en Job weet, dat zijn Verlosser leeft. Maar hij vloekt in de weg des Heeren zijn geboortedag en ziegt tot het graf „Gij zijt mijn vader", en tot het gewormte: „Mijn moeder en mijn zuster".

David, in de weg des Heeren, vluchtende vooi Saul, met de zalfolie op zijn hoofd en de machtige belofte, dat het koninkrijk zijne zal zijn, ziet in de weg des Heeren niet anders dan dat hij één der dagen in de handen van Saul zal om-Acimc.i. En Johannes, een geroepen knecht, met de zendbrief en de lastbrief van zijn Zender begiftigd, zit daar op Patmos, ogenschijnhjk uit zijn werk gerukt; ja, daar zullen toch de spotters wel op hem afgekomen zijn en het „heah!"geroep hebben doen horen. Daar is die knecht, niet aan Gods zijde, maar aan eigen kant, toch wel eens knecht-af geraakt en heeft zich leren vinden als een afgedankte soldenier, zonder enig ereteken. Hij heeft zichzelf in de schande waargenomen en uitgeroepen: „O God, zou ik mijzelf die eer niet aangenomen hebben, dewijl niemand die zal kunnen aannemen, dan die van God geroepen is, gelijk Aaron?

Johannes, een kind van God, daar is toch geen twijfel aan. Een lief kind des Heeren. De apostel, welke Jezus liefhad. Zie, wij vinden hem op Patmos. O, wat zullen er een tormenten van de hel op hem gekomen zijn. Hoe hebben de wederpartijders het uitgeroepen: „Hij heeft het op de Heere gewenteld! dat Hij hem nu uithelpe!" Hoe zullen de spotters hebben gevraagd: '

Waar is God, op Wie gij 'bouwdet, En aan Wie g' uw zaak betrouwdet? .

En ai zie dan: Geen geweer in de strijd te hebben. Ja, menigmaal geen woord te hebben om zijn smaders te kunnen antwoorden. Hoe gaan ze dan in het zwart vanwege des vijands onderdrukking. En ook dan ontwaren ze bij de Heere niet te kunnen komen, tenzij de Heere ZeU eens komt.

Krimpen a. d. IJ.

Ds. M. A. MIERAS

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 1955

De Banier | 8 Pagina's

De banneling op Patmas

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 november 1955

De Banier | 8 Pagina's