Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.XXI.

Verschil tussen dr, Kuyper en mr. Groen van Prinsterer in zake de vrijheid.

Geen vrijheid om in elke staat elk gevoelen uit te spreken en aan te prijzen, dat behoorde, zoals Groen in zijn „Ongeloof en Revolutie" verklaart, tot de beginselen der Hervorming. En zo is het inderdaad. Nimmer hebben de Hervormers, nimmer ook hebben de oude Gereformeerde vaderen, die de leer en de beginselen der Hervorming voorstonden en i'erbreid hebben, een vrijheid voorgestaan, waarbij ieder, hetzij deïst, pantheïst of atheïst, zijn gevoelens in het openbaar mocht uiten. Van een inquisitie hebben zij nimmer willen weten; ieder mocht volgens hen geloven voor zichzelf wat hij wilde, zonder dat een onderzoek daarnaar mocht worden ingesteld; de > ; onsciëntievrijheid werd alzo door hen, en dat in onderscheiding van Rome, met alle besHstheid voorgestaan. Bij die consciëntievrijheid moest het volgens hen echter blijven. Van een vrije meningsuiting voor ieder, tot zelfs voor het brute ongeloof toe, waarbij Gods bestaan in het openbaar ontkend en geloochend, ja waarbij God zelfs gehoond en gelasterd kan worden, daarvan waren zij op grond van Gods Woord even beslist afkerig, gelijk ook wel zonneklaar uit het onverminkte artikel 36 der Nederlandse Geloofsbelijdenis blijkt.

Hoe ver is Dr. Kuyper dan toch afgeweken van dat beginsel der Hervorming! De vorige maal hebben wij daar reeds iets van medegedeeld, vidj willen daarop thans nog weer eens terugkomen en nog meer daarvan naar voren brengen. Wij zagen reeds, dat Dr. Kuyper er voor was, dat ieder de vrijheid behoort te hebben om het Evangehe openhjk te bestrijden. Vrijheid alzo voor de Jood om in het openbaar tegen de Ghristus der Schriften op te komen; vrijheid voor de Mohammedaan om dit te doen tegen de Heilige Schrift; vrijheid voor de beoefenaar der ongelovige wetenschap om het werk der schepping en het bestaan van de Schepper publiekelijk te loochenen; vrijheid ook voor de bruutste atheïst. En dat niet alleen voor de enkeling der genoemde 'groepen, doch ook voor een vereniging van gelijkgezinden. Laten wij ten deze Dr. Kuyper zelf maar eens het woord geven. Hij vervolgde dan aldus:

„Maar ook de vereniging van geestverwanten tot zulk een doel moet vrij gelaten. Zelfs of zulk een vereniging de naam van kerk of gemeente of genootschap aanneemt, moet de staat om het even zijn. Ja al wüde zich een kerk van atheisten vestigen, men zou ze moeten laten begaan. M^n late groeien wat groeien wü en kan".

Ziehier Dr. Kuypers beginsel ten aanzien van de vrijheid blootgelegd. Op grond van dit beginsel, dat ook in het beginselprogram der A.R.P. tot uiting komt en nog immer door deze partij wordt voorigestaan, kan de vereniging van vrijdenkers in Nederland volop haar gang gaan. Zij kan geschiiften verspreiden en openbare vergaderingen beleggen, waarin onderwerpen worden behandeld, die een beslist godslasterlijk karakter dragen. Daartegen mag de overheid volgens het Anti-Revolutionnaire beginsql van Dr. Kuyper, en door hem ook van de A.R.P., niets doen. Zij moet de ongeloofspropaganda maar laten begaan, zij late maar groeien wat groeien kan en wil! te Leg nu dat beginsel eens naast dat der Hervorming, door Groen aldus weergegeven: „Geen vrijheid om in elke staat elk gevoelen uit te spreken en aan te prijzen", en ieder zal het toch moeten toestemmen, dat tussen die twee beginselen, tussen dat van Dr. Kuyper en dat der Hervorming, een hemelsbreed verschil, ja een diepe kloof bestaat. De vrijheid, door Dr. Kuyper en met hem door de A.R.P. voorgestaan, is dan ook niet de ware vrijheid, niet de vrijheid, die ons in Gods Woord wordt voorgehouden, maar een valse vrijheid, die tot ongebondenheid en losbandigheid leidt. Een vrijheid, die in het wezen der zaak zuiver revolutionnair is en waarvan Rome met recht zou kunnen zeggen, indien dit het beginsel der Reformatie zou zijn, dat de Reformatie de oorzaak der revolutie is. Zo is het echter niet. Wat Dr. Kuyper voorstond — wij toonden dit reeds aan — is niet het beginsel der Hervorming, doch staat diametraal daartegenover. Het is feitelijk niet anders dan een liberaal, ja een door en door onchristelijk beginsel, dat de ontkerstening van ons volk in sterke mate bevordert.

Groen zelf moest van zulk een beginsel, dat door Dr. Kuyper in 1878 in zijn blad „De Standaard", dus twee jaar na de dood van Groen, werd uitgedragen, absoluut niets hebben. Dit blijkt wel zeer duidelijk uit een ander gesclirift van hem, waarin passages voorkomen, waarop wij nu dit te pas komt, maar dadelijk even de aandacht zullen vestigen. Wij doen dit meer, omdat men het zo vaak ziet voorgesteld alsof Dr. Kuyper, en met hem de A.R.P. dezelfde beginselen voorstaan als weleer door Mr. Groen van Prinsterer voorgestaan werden. Dit is echter een totaal onjuiste en dus een valse voorstelling. Huldigde Dr. Kuyper het beginsel van; „Er zij gelijk recht op godsdienstig terrein voor allen", Groen verklaarde: „In Nederland mag men ons niet langer een gelijkheid opdringen, waardoor de openbaring op één lijn met de Koran (dit is het godsdienstig boek der Mohammedanen) en de Zendavesta (het godsdienstig boek der oude Perzen) wordt gesteld. Het prediken van onzedelijkheid en godverloochening behoort geen algemene vrijbrief te hebben".

Dit is wel heel andere taal dan van wijlen Dr. Kuyper. In deze twee passages uit Groens geschrift valt onmiddelHjk het beginsel der Hervorming te bespeuren, het beginsel, door Groen in zijn „Ongeloof en Revolutie" aldus weergegeven: „Geen vrijheid om in elke staat elk gevoelen uit te spreken en aan te prijzen". Hoewel wij op deze passage uit Groens geschrift wat uitvoerig zijn ingegaan en zelfs het Anti-Revolutionnair beginsel daarbij betrokken hebben, menen vsdj daarmede toch niet verkeerd gehandeld te hebben, daar het ook vooral voor de jongeren zo nodig is, dat zij het onderscheid weten tussen de beginselen, die naar Gods Woord zijn en die, welke daarvan afwijken, ja zelfs lijnrecht daar tegen indruisen.

Wij vervolgen dan nu met hetgeen Groen verder over het vrijheidsbeginsel der Hervorming in zijn > jOngeloof en Revolutie" schreef. Zij vsdlde, aldus Groen, een vrijheid, om, waar de overheid zich christelijk noemt, de geboden van Christus te onderhouden, of, zo plichtvervulling belet wordt, naar elders, ter opvolging van wat de consciëntie voorschrijft, te wijken.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 december 1955

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 december 1955

De Banier | 8 Pagina's