Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Duiienlands OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Duiienlands OVERZICHT

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Velen zeggen: Wie zal ons het goede doen zien? Verhef Gij over ons het licht Uws aanschijns, o Heerel" — aldus staat ons in Psalm 4 beschreven. De vraag: „Wie zal ons het goede doen zien? " is een aloude; zij is alle eeuwen door gesteld. Onder het goede is dan veelal door de vragers verstaan: Maatschappelijke welvaart en aards geluk, hetgeen zij dan op de aarde zoeken en van de aarde verwachten. Hoe velen hebben ook bij de wisseling des jaars, als zij elkander veel heil en zegen, een gelukkig en voorspoedig jaar hebben toegewenst. aan niets anders gedacht en helaas niets anders begeerd dan hetgeen aarde heeft en kan geven! Dat is wel droevig en baart niet dan teleurste op teleurstelling, en uiteindehjk de tenste duisternis. I !

De vervaardiger van de vierde Psal David, heeft het goede op een andei plaats en bij een ander kantoor mo; zoeken en vinden. Als hij deze Ps; vervaardigde, kon hij allerminst op aaitj se voorspoed en rust roemen. Hij h^ reeds als een groot en vermaard krijgs held eer en aanzien bekomen, was aj overwinnaar in de strijd door duizendq bejubeld, was hoveling en schoonzoq^ van koning Saul geworden, maar ha daarbij tevens in ruime mate ervaren, d*i 's werelds eer en aanzien het ware g< : luk niet kunnen geven, en niet van blïjj vende, maar van vergankelijke aard ziJlC Omechtvaardig verbannen, vervolgJ achterna gejaagd als een patrijs op (« bergen, zwierf hij in de wildernis roffi en moest hij zich in spelonken verschuy len. Elders vierde men allicht, terwdjl f deze psalm vervaardigde, in Israël i^ii oogstfeest, verblijdde men zich over i] oogst en ging men op in vermaak met di most. Maar todh, hoewel verdreven ei vervolgd, arm en berooid, wü hij nis ruilen met al degenen, die zich uitbundij verblijden in de overvloed des oogst< ^ en de most uit volle schalen drinken. 1% tegendeel, wel verre er van zich te h^ klagen over zijn naar de uiterlijke schiji zo hard en bitter lot, vindt hij overvloe dig reden om zijn lot te verkiezen bovej al diegenen, 'die zich in hun koren e most verblijden. De Heere had in liefd en genade Zijn aangezicht over hem ve; heven. En dit was de oorzaak, dat hi trots al zijn tegenspoed, vervolging bittere verdrukking, naar waarheid oprechtheid des harten kon getuigei „Gij hebt vreugde in mijn hart gegevei meer dan ter tijd, als hun koren en moi vermenigvuldigd zijn. Ik zal in vrede b zamen nederliggen en slapen; want Gi o Heere, alleen zult mij doen zeker w( nen". Hij had tot de Heere geroepen Deze had in benauwdheid hem ruimt gemaakt

Ook wij beleven thans benauwde en bf nauwende dagen. Er bestaat alle rede voor om het heden en de toekomst doi ker in te zien. Zelfs de luchthartigste zi dit niet kunnen ontkennen. De weeë en oordelen zijn niet van de lucht. E het ergste van al de weeën en oordele is wel de grote en schrikkelijke verhai ding, welke men thans onder de meru heid aantreft. Er is bij haar geen oi merking. Zij merkt de roede niet oi noch wie haar besteld heeft. Met allei lei middelen, en dat geheel in eige kracht, poogt men haar van zich af i wenden en beeldt men zich in een sooi van paradijsstaat op aarde te kunnen te zullen stichten; een staat, waarin ee: ieder mens volop aan koren en most, vol op aan aardse geneugten zal hebbei Doch naar de vreugde en vrede, weli David mocht kennen, wie vraagt daai naar? Aan Degene, Die hem in zijn bt nauwdheid in de ruimte had gesteld, vn heeft daar behoefte aan? Als in de dage van het heidendom vraagt ook thans d overgrote massa naar brood en spelen naar allerlei zinvermaak en zingeno' Heel de levenswijze der heidenen va , , laat ons eten en drinken en vrolijk ziji want morgen zullen wij .sterven", is bij z velen thans in zwang, waarbij bij ni( weinigen hunner een eigenwillige gods dienst in ere is, met christelijk voor ei christelijk na, een godsdienst zonde Christus en een godsdienst zonder Goi Behoeft het te verwonderen, dat onde dergelijke omstandigheden de vrede vai de aarde geweken is, en dat al wat aan gewend wordt om deze te stichten en di spaiming onder de voU^eren te verminde ren, op een mislukking uitloopt?

Zo laat het zich toch ook bij de intred van het nieuwe jaar 1956 aanzien. D van Geneve, welke de vrede op laarde, of althans een aanmerkelijke afbeming van de spanning onder de vol-Iken zou brengen, waarvan men in 'het nu achter ons hggende jaar zo veel verwachtte, heeft aheeds de laatste adem-^^i^j. gegeven. Dit trad wel heel diiidelijk ^^j^ (jg jjag in de redevoeringen, welke Boelganin en Chroestsjef in de vergade-^.j^g^jj ^^^ jg opperste sovjet, welke enigg (Jagen ter hehandehng van de begro-^jjjg ^^j^j. 1955 bijeen is geweest, hielden, lg^gjgajjjji hernieuwde daaria zijn aanval ^p , jg WesteUjke mogendheden, welke 'hij de beoefening van koloniahsme verweet, en welke hij aansprakelijk stelde voor de momische achterhjkheid van 'het Midden-Oosten. Begrijpelijk zette hij daarbij de Sovjet-Unie een grote pluim op de j^gg^j^ als hij zeide, dat Azië, waaria de Q^gtQ mensen der wereld wonen, door de Russische revolutie tot ontwaking was gekomen. Ten aanzien van het kolonia-(lisme van de Westerse mogendheden , , „eeg ook Portugal een veeg uit de pan. |]5]yeneens bleek uit Boelganins redevoeijjjjg^ tJat het verdrag van Bagdad de lj^yssgn nog altijd een doom in het oog •

ohroestsjef sprak precies in de trant van Boelganin. Ook bij hem waren, zoals dat nu al zo vele jaren door de Russen is oplgedist, de Russen de uitnemendste peronen uit heel de wereld; degenen, die de vrede wilden en afkerig waren van kolonialisme; Engeland en Amerika waren ook nu weer inzonderheid de booswichten. De laatsten bedi-even 'het koloniahsme en wilden daar tot geen prijs afstand van doen. Zij waren ook, in zo verre zij koloniën bezeten hadden, er de oorzaak van, dat aldaar op economisch terrein een schrikbarende achterstand bestond. Met Imn redevoeringen, zo verklaarde hij tevens, hadden zij — al hjkt het daar maar al te zeer op — Azië niet tegen het Westen willen ophitsen. Dit belette hem echter niet scherp te velde te trekken tegen de verklaring van de Amerikaanse minister Dulles aangaande de rechten van Portugal op Goa, en tegen de Kerstboodschap van president Eisenhower, welke hij een grove inmenging noemde in de zaken van de Oost-Europese volken.

Uit deze redevoeringen blijkt al wel zeer duidelijk, dat er in de verhoudingen tussen het Westen en 'het Oosten in werkelijkheid hoegenaamd niets is veranderd. Zij is in wezen nog even .spannend en nog evenzeer vol van oorlogsgevaar als zij nu al jarenlang is geweest. Noch de conferenties der laatste jaren, noch de vergaderingen van de Organisatie der Verenigde Naties, ook de laatstgehoudene, hebben daar enige wezenlijke verbetering in aangebracht.

Ook de vredesbesprekingen op Malakka, waarop nu al zeven en een half jaar een guerflla-oorlog wordt gevoerd, hebben daar niets ten goede in veranderd. De premiers van Malaikka en Singapore zijn er tijdens de dezer dagen gevoerde onderhandelingen te Baling in Noord-Malakka met de vertegenwoordigers van de communisten niet in geslaagd enige vredesregeling tot stand te brengen. De vertegenwoordigers van de communisten stonden er onder meer op, dat zij als pohtieke partij erkend zouden worden. Dit hebben de premiers echter met alle beslistheid van de hand gewezen. Zij stelden daarbij de commimisten voor de keuze zioh over te geven en gebruik te maken van de in September aangeboden amnestie, of repatriëring naar China. De vertegenwoordigers van de communisten boden daartegen aan 'de strijd te willen staken, warmeer de federale regering van Malakka de volledige controle over de binnenlandse veiligheid en de strijdkrachten zouïiebben overgenomen van Engeland. Daar wilden de premiers echter niets van weten, zodat tenslotte ook deze conferentie op een volkomen misliikking is uitgelopen. Kort na afloop van de conferentie ver­ klaarde een hooggeplaatste pohtiehmotionnaris, dat de operaties tegen de commimisten onmiddellijk na intrekking van de amnestie zouden 'beginnen.

Evenmin is de rust wedergekeerd in Palestina. Zowel Israël als Egypte schendt nog steeds de bestaande overeenkomsten door troepen te legeren in gedemilitariseerde gebieden — aldus heeft generaal Bums, 'het hoofd van de commissie, ingesteld door de Organisatie der Verenigde Naties voor toezicht op het bestand tussen Isi-aël en Egypte en de Arabische volken, in een communiqué verklaard, dat te Jeruzalem dezer dagen werd gepubliceerd, nadat hij was teruggekeerd van de besprekingen met Egyptenaren te Gaza.

Uit dit overzicht blijkt, dat er nog heel wat benauwenis en reden tot benauwenis op de wereld bestaat. Het ergste hierbij is wel, dat er met David niet wordt gevraagd om door de Heere lut de benauwenis in de niimte te worden gesteld, Die toch machtig is om uit alle benauwdheid, welke dan ook, in ruimte te stellen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 1956

De Banier | 8 Pagina's

Duiienlands OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 1956

De Banier | 8 Pagina's