VOOR DE Jeugd
OOM KOOS
Beste neven en nichten!
Bij de intrede van het nieuwe jaar wens ik alle neven en nichten des Heeren onmisbare zegen toe.
Aan die zegen toch is, zowel voor het natuurlijke als voor ihet geestelijke, alles gelegen. Van de Heere moeten immers alle goede gaven komen. Hij is het, Die ons het verstand geeft om te kunnen leren, en de kracht en lust om te werken. Mochten wij dit allen, oud en jong, maar meer bedenken en onze diepe afhankelijkheid van Hem maar meer gevoelen, opdat wij de Heere in alles nodig mochten leren krijgen.
Voordat wij nu overgaan tot het geven van de oplossingen der raadsels van de opgaven 421 tot en met 424, moeten wij eerst melding maken van het toetreden van twee nieuwe neven, te weten Jan van Belzen te A. (Z.) en Henk Boon te B., vervolgens van een nieuwe nicht, die de naam draagt van Aletta Scheurwater te H.I.A. Alle drie roepen we een hartelijk welkom toe.
Mochten er jongens en meisjes zijn, die het goede voorbeeld van het zoeven genoemde drietal willen volgen, dan moeten zij dit maar even schrijven aan Oom Koos, postbus 2019 te Utrecht. Vergeet echter niet aan de voorzijde van de brief het woord NIEUW te schrijven.
Nu nog een woordje tot Dirk Floor te Bunnik. Deze staat vermeld als prijswinnaar in „De Banier" van 3 November 1.1. Van hem werd echter nog geen briefkaart ontvangen, waarin hij het verlangde boek opgeeft. Wil je dit alsnog direct doen. Dirk? Dus op een briefkaart met postzegel van 7 cent er op en deze zenden aan Oom Koos, postbus 2019 te Uh-echt, met vermelding van het uitgekozen boek.
Thans volgen de oplossingen van de raadsels der opgaven 421 tot en met 424.
OPGAVE 421
Jongeren:
1. Zes dagen zal men het werk doen, doch op de zevende dag is de sabbat der rust. (Nebo, Mozes, Aaron, zalig. Rachel, nist, dwerg, satan, neven, Bethesda, week, zeden, p, 5 x d). 2. Nimrod (Nehemia, Israël, Manasse, Rebekka, Othniël, Demas). 3. Pilatus. Ouderen:1. En de. dood en de hel werden geworpen in de poel des vuurs. (Doëg, verwennen, leeuw, Endor, Polen, episode, Rus, iheden, ddd). 2. Want ons schild is van de Heere. 3. 'Hananja (Hur, Aner, Naïn, Abner, Nun, Jaël, Adonia).
OPGAVE 422
Jongeren:
1. Ook waren alle drinkvaten van de koning van goud. (Gersom, Dorkas, David, Goël, vink, Elkana, Eva, kano, wond, kolen, tien, neen).
2. Sisera (Salomo, Ismaël, Saul, Ezra, Rafidim, Alexander).
3. Simeon.
Ouderen:
1. En ik ben de Joden geworden als een Jood, opdat ik de Joden winnen zoude. (Jona, Joab, Jozua, Kedron, wonder, edik, genie, twee, neo, spinnen, dolen, Deen, Nd., 2 x d). 2. En zijn hoofd en haar was wit gelijk als witte wol. 3. Lachmi (1 Kron. 20 : 5).
OPGAVE 423
Jongeren:
1. Want daar zijn geen banden tot hun dood toe. (Dan, ijzer, twee, Nathan, Obed, Nun, Dagon, do, tante, o).
2. Ezechiël 22 : 30.
3. Godvrezend, godvruchtig, godzalig.
Ouderen:
1. En zij bonden 'hem met twee koperen ketenen en voerden hem naar Babel. (Manahen, Heman, Bijbel, zonde, Meden en Perzen, bever, woekeren, netto, keet).
2. Er blijft dan een rust over voor het volk Gods.
3. Nergal Sarezer Rabmag (Eleazar, Basan, merg, rag, r).
OPGAVE 424
Jongeren:
1. Het land en alle zijn inwoners waren versmolten. (Zoar, Lea, Ester, Daniël, Sem, wijn, heler, loven, winter, neen, n).
2. Kedorlaomer (Mamré, lood, roek).
3. Tubalkaïn (Tyrus, Uzzia, Barak, Abel, Lamech, Kores, Ada, Izak, Naboth).
Ouderen:
1. En hij werd van de kinderen der mensen verstoten, en zijn hart werd de beesten gelijk gemaakt. (Ahasvéros, Izébel, Amalek, - ««enen, nederig, dr., Denen, heden, twee, ijver, ijken, gekrijt. Testament, Nd., 2 X w).
2. En gij hebt alzo Gods gebod krachteloos 'gemaakt.
3. Sallum (Sem, Ada, Lot, Levi, Ur, Mara). Nu volgen de nieuwe raadsels van
OPGAVE 429
Jongeren:
1. Door vei-plaatsing van de letters van JAFAKSA
kan men de naam verkrijgen van een persoon ten tijde van Jezus' verblijf op aarde.
2. Noem de naam van: a. een apostel des Heeren, die de tong een onbedwingelijk kwaad noemde. b. een slaaf, die weggelopen was en die door Paulus naar zijn heer teruggezonden werd. c. Jozefs moeder. d. de koning van Perzië, die het koninkrijk van Belsazar ontving. e. Hiskia's vader. f. de vader van koning Joas. g. een Syriër, die naar de Jordaan kwam om genezing te zoeken. Welke naam vormen de beginletters van bovenbedoelde namen?
3. Een tekstgedeelte uit het Evangelie van Marcus bestaat uit vijf-en-veertig letters. Zoek dit tekstgedeelte uit de volgende gegevens:34 2 10 41 13 is de naam van een koning, die met zijn ruiters in de zee verdronk. 11 15 17 39 27 was de zoon van Jefunne. Hij werd door Mozes als verspieder uitgezonden. 1 42 24 19 is een mengkleur. 40 32 23 33 5 is een getal. 22 6 45 4 30 bevinden zich aan de
voet. 25 9 16 38 is een dapper man. 37 20 29 36 is een klein getal. 35 44 43 21 7 is een persoon, van wie in één der psaknen wordt vermeld, dat hij van de jeugd aan 'bedrukt en doodbrakende was. 8 12 26 28 is een loopvlak. 3 18 31 is een omheining. 14 moet geraden worden.
Ouderen: °
1. Maak uit PETROS - f AIS de naam van een gelovige, genoemd in de brief aan de Romeinen.
2. Zoek uit elk der onderstaande zinnen een woord, zó, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen, uit één der algemene brieven van de apostel Johannes. a. En de zalving, die gijlieden van Hem ontvangen hebt. b. En dit is de verkondiging, die wij van hem gehoord hebben. c. Vele valse profeten zijn uitgegaan in de wereld. d. Niet gelijk Kaïn, die uit den boze
a was en zijn broeder doodsloeg. e. De Heere Jezus zeide tot Peh'us: Simon, Jona's zoon, hebt gij Mij lief? f. Gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn os, noch zijn ezel. g. Opdat Hij hetgeen iets is, teniet zoude maken. h. Zij zijn in de rust ingegaan, die daar overblijft voor het volk Gods. i. Zo iemand de tempel Gods schendt, die zal God schenden. j. En de wereld gaat voorbij en-haar begeerlijkheid. k. De bezoldiging der zonde is de dood.
3. Zoek uit de volgende gegevens een tekstgedeelte van 57 letters:11 30 16 35 was de broeder van Jacob. 1 36 40 3 is een verbond. 21 15 22 48 44 10 50 41 betekent knaging van het geweten. 38 42 7 4 19 47 54 57 is een zichtbaar overblijfsel van een wond. 32 39 52 45 56 is een jaargetijde. 12 8 55 46 26 betekent dorst lessen. 18 25 49 5 28 43 13 is een muntstuk uit het Nieuwe Testament. 37 51 4 53 betekent slok. De 2 31 23 33 17 is een schepping Gods.
34 29 9 27 is een watervogel. 14 20 is een voegwoord.
De oplossingen dezer raadsels mogen nog NIET ingezonden worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 1956
De Banier | 8 Pagina's