Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenlands OVERZICHT

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vers ligt nog de Nieuwjaarsdag in ons geheugen, en reeds is alweder bijna^de helft van de maand Januari voorbijgegaan, en de andere helft zal even snel ten einde zijn. Neen, het is geen overdreven woord van Mozes geweest: „En wij vliegen daarhenen". Dit woord vindt dan ook geen tegenspraak. Het wordt als een zekere waarheid algemeen erkend. Doch een andere uitspraak, een bede, in dezelfde negentigste Psalm gedaan, hoe bitter weinig wordt daar acht op geslagen, hoe bedroevend klein onder de grote massa der mensen is het getal, dat de man Gods van harte nabidt; „Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een vidjs hart bekomen".

En toch zou dit zo heilzaam voor een iegelijk mens zijn. Het is geen inferieure school, geen onbekwame leermeester, naar wie Mozes ons verwijst. Niet één, die bij gebrek aan kennis ons niet kan leren, of ook niet één, wiens hoofd en hart met allerlei dwaalbegrippen vervuld zijn, zodat wij, zijn lessen volgend, voor tijd en eeuwigheid bedrogen zullen uitkomen. Neen, Hij is de allerbeste, allerbekwaamste en allerwehnenendste Leermeester, Die zich maar denken laat, en Die ons door Zijn onderwijs van de strikken der zonde en des doods zal doen wijken, en ons naar ziel en lichaam een veilige schuilplaats bereiden kan en zal. Hij is Degene, van Wie Luther zong:

Een vaste Burcht is onze God, Een Toevlucht voor de Zijnen.

En Mozes, sprekende namens heel de kerk van Christus, getuigde: „Heere, Gij zijt ons geweest een toevlucht van geslacht tot geslacht".

Doch hoe gezegend en weldadig het onderwijs op Jezus' school voor de mens ook moge zijn, er is onder hen ook niet één, die zulks van nature zoekt of zelfs begeert. Hoe staan zijn eigen wijsheid, eigengerechtigheid en ongerechtigheid hem daarbij in de weg! Nimmer zal hij zulks van harte zoeken, indien het hem niet door het onderwijs des Heiligen Geestes als Saulus vergaan is, dat hij al roemende onwijs geworden is. De zodanige zal zijn dagen leren tellen, zoals hij ze in het verleden heeft doorgebracht en in het heden doorbrengt, en hoe meer hij door Goddelijk onderwijs geleerd en geleid wordt, des te ellendiger en armer, onwaardiger en strafwaardiger zal hij in zichzelf worden, en ook voor de toekomst hoe langer hoe meer dat ondei-wijs van node krijgen, opdat hij daarin zijn dagen, ter eer van God, Hem welbehagelijk mag doorbrengen, en daarbij niet in zichzelf, in enig schepsel of in wat dan ook, zijn sterkte, tegenweer, vreugde en zaligheid zal bekomen, maar in God. Doch zulke mensen zijn in onze donkere dagen wat raars, wat zeldzaams, zeldzame parelen geworden. Ofschoon voor God in al zijn werken, woorden en gedachten verantwoordelijk, waarvan hij eenmaal voor Gods rechterstoel rekenschap zal hebben af te leggen, leeft hij daarhenen naar het goeddunken zijns harten, niet vrezende de toekomende toorn Gods.

Luther schreef, dat, wanneer hij de woorden las: „Want wij vergaan door Uw toorn; en door Uw grimmigheid worden wij verschrikt. Wie kent de sterkte Uws tooms en Uw verbolgenheid, naar dat Gij te vrezen zijt? " hij meer dan eens, met vrees en ontzetting vervuld, de Bijbel net verder kon lezen; doch bij wie treft gij thans deze ontzetting en vrees aan? Duizenden bij duizenden hebben de Oudejaarsnacht in allerlei zondig en ijdel vermaak doorgebracht. Boelganin zette het nieuwe jaar met een dans in; in Den Haag bedreef men daarin allerlei baldadigheid, en volgens de dagbladen waren ook in menige stad van Amerika de straten bezet met scharen van brooddronken lieden. En ook al moge men zich daaraan niet schuldig gemaakt hebben, bij wie is en was de oprechte vrees voor Gods toorn? De toorn Gods, waarvan de apostel Paulus spreekt: „Want de toom Gods wordt geopenbaard van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid der mensen; als die de waarheid in on-is gerechtigheid ten onder houden". Een toom, weUce eUc, die er oog voor heeft, 1; ook thans zichtbaar geopenbaard kan zien.

Niet alleen treft men een schrikkelijke verharding des harten aan, maar ook kan s 't op de aarde maar niet tot rust en vrede ': komen. Daarvan legt de jaarlijkse boodschap van de Amerikaanse president — een boodschap, welke van gelijke aard is als ten onzent de Troonrede een sprekend getuigenis af. Daarin werd door hem om speciale bevoegdheden van het congres gevraagd voor een economiscli hulpprogramma op lange termijn voor niet-communistische landen, als wapen tegen de Sovjet-Russische tactiek van verdeling, verleiding en dubbelhartigheid. Het voorstel van president Eisen-b hower is — zo wordt verklaard — vooral dringend nodig geworden na de agressie-f| ve Russische politiek in het Nabije Oos-'| ten en Azië van de laatste tijd. ';

In zijn boodschap ontvouwde president j.; Eisenhower plannen om de overkomst •' naar Amerika te vergemakkeHjken, de begroting in evenwicht te brengen, Europa ; bij de ontwikkeling van de atoomenergie i te helpen, en beschuldigingen van rassen-; discriminatie in dé Verenigde Staten van; j Amerika te onderzoeken. |

Zijn voorstel voor nieuwe hulp, dat in a Europa met grote ingenomenheid is ver-| nomen, maar in het congres welHcht met'| minder, beval de president aan met d« opmerking; „Opdat onze vrienden grotere kracht kuimen bereiken, waarnaar wij gezamenlijk streven, moeten zij verzekerd zijn van een lange duur en bestendigheid in de economische hulp voor ontwikkelingsprojecten en - programma's". Daarom vroeg hij dan ook bevoegdheid, verplichtingen op lange termijn aan te gaan, waarvoor het congres! elk jaar opnieuw geld zou moeten toewij' zen. Hierbij wordt verwacht, dat het voorstel van Eisenhower een programma zal inhouden, dat over een periode vat tien jaar zal lopen.

Voorts sprak de president in de boodschap als zijn mening uit: A. De laatste conferentie te Gtenève heelt aangetoond^ dat de Russische regeringsautoriteiten niet bereid zijn de noodzakelijke voorwaarden voor een blijvende wede in het leven te roepen.

B. In Europa zullen de Verenigde Staten van Amerika alles doen om niet alleen de militaire kracht van het Noord-Adantische verdrag te versterken, maar ook de politieke samenhang en eenheid van doelstelling. Daarbij staat tevens het bevorderen van de eenwording, vooral op het gebied van vreedzaam gebruik van de atoomenergie, op de voorgrond,

C. Wat Azië aangaat, landen, welke ondanks de communistische dreiging voor hun vrijheid blijven strijden, zullen steun blijven ontvangen.

D. In het Nabije Oosten zullen de Verenigde Staten alles in het werk stellen een eerlijke oplossing van het geschil tussen Arabische landen en Israël te bevorderen.

Men kan uit deze boodschap geen andere conclusie trekken dan deze, namelijk, dat de Amerikaanse regering van de volle overtuiging is, dat de koude oorlog nog heel wat jaren zal blijven woeden, en dat de onrust op de wereld thans wel in hevige mate heerst.

Tot het bevorderen van de rust heeft ook al de uitslag van de verkiezingen in Fankrijk stellig niet bijgedragen. De teleurstelling is in alle landen, behalve in de communistische, waarin men daarover verheugd is, vrij groot. In de politieke kringen van Washington en Londen heeft de uitslag een bepaald grote ongerustheid verwekt. In Itahë vrezen de democratische partijen, dat de uitslag van de Franse verkiezingen zijn invloed zal doen gelden op de verkiezingen van 1958. Wat gisteren in Frankrijk gebeurde, kan ook in 1958 in Italië geschieden — zo werd er van democratische zijde in Italië gezegd en geschreven. Ook in West-Duitsland is men over het algemeen allesbehalve ingenomen met de uitslag. Zo werd van socialistische kant opgemerkt, dat één der hoekstenen van het Noord-Atlantische pact los is geraakt en schommelt tussen uiterst links en uiterst rechts.

Inderdaad geeft de uitslag der Franse verkiezingen grotelijks reden tot bezorgdheid. De communisten hebben daar een aanzienlijke winst in zetels behaald. Zij zijn met omstreeks vijftig zetels in de nationale vergadering vooruitgegaan en vormen daarin met 150 zetels de sterkste partij. Deze vooruitgang lijkt echter meer dan zij in werkelijkheid is, want het stemmenaantal van de communisten is, procentsgewijze berekend, achteruit gegaan. Dit neemt echter niet weg, dat zij thans in de Franse tweede kamer zeer sterk vertegenwoordigd zijn.

Daarbij komt nog, dat Poyade met zijn actie tegen de hoge belastingen en dehuidige gang van zaken in regering en parlement een groot succes bij de verkiezingen heeft behaald. Men schatte, dat zijn partij een vier-of vijftal zetels zou verkrijgen, en ziedaar. ... zij verkreeg er 52. Gevraagd naar de plaats, welke zijn partij in de kamer zou innemen, of zij haar plaats aan de rechterof linkerzijde zou irmemen, gaf hij ten antwoord, dat dit hem niet kon schelen; maar wel, dat haar vertegenwoordigers zich stipt aan him program zouden houden. Deden zij zulks niet, dan waren er volgens hem middelen genoeg om hen tot rede te brengen, zelfs al zouden de lantarenpalen, die er genoeg waren, daartoe dienen om hen daaraan op te hangen. De communisten en de Poujadisten wor­

den tot de anti-parlementaire partij gerekend. Samen vormen zij bijna een derde van de kamer. Zij maken het bestaan van een constante regering van Frankrijk al wel zeer moeilijk, dewijl zij met hun groot stemmenaantal bij stemmingen veel gewicht in de schaal kunnen leggen. Daartegenover beschikt het republikeinse front van Mendes-France, waaronder 93 zetels van de socialisten en 43 zetels van de radicalen te rekenen vallen, met zetels van andere links georiënteerde partijen over 188 zetels, en het front van het centrum en rechts, dat van Faure, over 214, waaronder de eigenlijke geestverwanten van Faure en de partij, de M.R.P., die der rooms-katholieken, die bij de verkiezingen achteruit zijn gegaan, 7 Gaullisten, 96 onafhankelijken en 8 andere rechtsen zijn, terwijl de uitslag der verkiezingen betreffende de 30 zetels voor Algerië nog niet bekend zijn.

Zoals de zaken thans staan, is men algemeen van oordeel, dat het uiterst moeilijk zal vallen een regering samen te stellen, welke in de kamer een meerderheid zal kunnen verkrijgen, terwijl er op één punt bij vele parlementsleden overeenstemming bestaat, en wel hierover, dat het huidige kiesstelsel veranderd dient te worden, waaraan de communisten hun groot aantal zetels grotendeels te danken hebben.

Kent men in Frankrijk grote moeilijkheden inzake de regering, ook in Engeland tobt men daarmede. Niet alleen in de oppositiepartij, maar ook in de conservatieve partij is men ontstemd over het beleid van het ministerie van buitenlandse zaken. Men is daarin niet weinig ontstemd 'over de leverantie van tweedehands tanks aan Egypte. Premier Eden heeft deze ontstemming zoeken weg te nemen door aan te kondigen, dat er te dezer zake expres een witboek zal uitgegeven worden, maar daarmede is de ontstemming niet weggenomen. Men blijft er zelfs van conservatieve zijde op aandringen, dat, wat minister Eden steeds vermeden heeft, er in het Engelse lagerhuis een debat over deze aangelegenheid zal gehouden worden. Ook is van verschillende 'Zijden de Engelse regering verweten, dat zij gedurig mensen in het buitenland op posten plaatst, die daarvoor niet deugen, waaraan men onder meer toeschrijft, dat Jordanië zich niet bij het verdrag van Bagdad heeft aangesloten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 januari 1956

De Banier | 8 Pagina's

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 januari 1956

De Banier | 8 Pagina's