Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenlands OVERZICHT

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Schier bladzijde na bladzijde worden wij in Gods Woord vermaand ons betrouwen niet op mensen te stellen. Er wordt in dat Woord zelfs de vervloeking uitgesproken over degenen, die zulks doen en vlees tot de arm van hun vertrouwen stellen. En ook hoe resoluut luidt de uitspraak in Psakn 146: „Vertrouwt niet op prinsen, op des mensen kind, bij hetwelk •geen heil is!"

Elk mens tooh kan dwalen. Hij is van zichzelf een dwaas, dool-en dwaalziek schepsel. Zelfs Gods kind, hoe bevoorrecht ook door de genade Gods, hem geworden, is uit en van zichzelf een verdorven vat. De geschiedenis der bijbelheihgen leert ons dit wel op een heel overtuigende wijze. Als Christus' ziel in de hof van Gethsémané tot de dood toe bedroefd is, dan vindt Hij Zijn discipelen op een steenworps afstand slapende; en als Hij gegrepen en gevangen genomen wordt, dan hebben zij allen Hem verlaten, komt de apostel Petrus Hem zelfs tot drie malen toe op een ontzettende wijze te verloochenen.

Welk een zonde beging, verleid door een oude profeet, de man Gods, van wie wij in I Koningen 13 lezen, dat hij tegen het altaar, waarbij koning Jerobeam stond om te roken, profeteerde, dat het vaneen ge­ scheurd zou worden, toen hij, tegen Gods gebod, bij de oude profeet te eten ging! Neen, neen, de Heere is jaloers op Zijn eer en deelt deze niet met enig schepsel. Ongetwijfeld kunnen Gods kinderen iemand tot een hand en voet op de weg der zaligheid zijn, doch indien zij dit zijn, hebben zij dit niet van zichzelf, maar door Gods Geest, Die in hen werkt, hen leidt en leert.

Doch al is dit buiten enig beding alzo, hoe geneigd is de mens om tot een mens te gaan, hoe hoog kan hij daar al tegen opzien, welke verwachtingen kan hij van hem hebben en welk een betrouwen al in hem stellen! En toch gaat het Woord van God te allen tijde en onder alle omstandigheden op, dat bij des mensen kind geen heil is.

Werd dit woord in onze donkere tijd maar waarlijk geloofd, dan zou de duisternis, welke er thans op zulk een ontzettende wijze heerst, er niet zijn en wel opklaren. Doch daar schort het nu juist zo aan. Het is juist omgekeerd. De menselijke wijsheid viert thans hoogtij. Daarmede gaat men heden ten dage vrij algemeen te rade. En waar het spreekwoord maar al te waar is: „Zoveel hoofden, zoveel zinnen", daar behoeft het geen verwondering te baren, dat er zo­ veel onenigheid, verdeeldheid en vijandschap, zoveel gekrakeel en getwist onder de mensen is, welke zo grote ellende en onheil teweeg brengen.

Onenigheid en verdeeldheid treffen wij thans niet alleen aan tussen de Westefajke en de Oostelijke mogendheden, maar ook heerst er thans een zekere ontstemming in Engeland tegenover Amerika, inzonderheid tegenover de Amerikaanse minister Dulles. Deze heeft, ook al om de kritiek van de democraten op zijn gevoerd beleid te weerleggen, zich beroepen op en ook al beroemd over het door hem gevoerde beleid als minister van buitenlandse zaken. Door dat beleid had hij het uitbreken van niet minder dan drie oorlogen kunnen voorkomen.

Het eerst was dat het geval geweest op Korea. Doordat er toen, zo stelt DuUes het voor, van Amerikaanse zijde verklaard werd, dat, indien het niet tot het sluiten van een wapenstilstand kwam, door Amerika van atoomwapens gebruik gemaakt zou worden, werd de wapenstilstand op Korea gesloten. Deze voorstelling van zaken vond in de Engelse pers, en niet alleen daarin, tegenspraak. Daarin werd betoogd, dat deze voorstelling van zaken niet met de waarheid klopte. En dit niet alleen. Daarenboven werd er nog aan toegevoegd, dat het dreigen mot het gebruik van atoombommen op de Aziaten een ongunstige indruk gemaakt had, voor wie het sedert lange tijd reeds een grief was, dat de atoombom in de wereldoorlog niet in Duitsland, maar in Japan geworpen is.

De tweede keer, zo heeft Dlilles verklaard, werd het uitbreken van een oorlog door zijn gevoerd beleid voorkomen. Dat was in Indo-China. Toen in April 1954 de toestatid aldaar zó ernstig werd, dat de Franse regering op tussenkomst van Amerika aandrong, had hij voorgesteld, dat men door een gemeenschappelijke actie een einde aan het conflict zou maken, en dat, indien communistisch China op zijn beurt zou ingrijpen, de communistische bases in Zuid-China door een atoombombardement zouden worden verwoest. Hoewel Frankrijk en Engeland op het laatste ogenblik weigerden het Amerikaanse voorstel te aanvaarden, was Dulles van mening, dat de Amerikaanse voorslag de Franse positie op de daarop volgende conferentie te Geneve had versterkt en dat de landen Zuid-Vietnam, Laos en Cambodja, welke aan het communisme ten prooi dreigden te vallen, daardoor daaraan ontkomen waren.

Deze verklaringen van Dulles hebben in Engeland groot opzien gebaard en geleid tot scherpe kritiek in twee couranten, welke in nauw contact met het Engelse departement van buitenlandse zaken staan.

Het ene blad noemt de verklaringen van minister DuUes verbazingwekkend en schrijft, - dat het belang van de poging van de minister-president Eden, om bij zijn bezoek aan de Amerikaanse regering tot een gemeenschappelijke Amerikaans-Engelse politiek betreffende het Oosten te komen, niet hoog genoeg kan aangeslagen worden, terwijl de diplomatieke medewerker van dat blad er op wijst, dat DuUes weer één der scherpste verschillen van mening, welke er tussen Engeland en Amerika bestonden, heeft opgerakeld.

Het andere blad is al evenmin over DuUes uitlatingen te spreken, verklarende, dat Dulles geen historicus is en in deze affaire blijk gegeven heeft, dat hij allerminst een groot diplomaat is.

Bij deze kritiek hebben zich ook andere Engelse bladen aangesloten, welke het bovendien er alle over eens zijn, dat het van het grootste belang is, dat de Amerikaanse en Engelse politiek inzake het Oosten tot een overeenstemming komt Of dit aan minister Eden bij zijn bezoek gelukken zal, is een open vraag, temeer, waar zijn positie nogal aan vrij sterke kritiek, niet alleen uit de gelederen van de labourpartij, maar ook uit die van zijn eigen partij, in het eigen land onderhevig is. Daarin legt men hem besluiteloosheid ten laste, alsook dat zijn beleid op verschillende punten gefaald heeft. En stellig heeft het hem volstrekt geen goed gedaan, dat de regering van Jordanië, nadat er betogingen, die een hevige en grootse vorm aangenomen hébben, in Jordanië plaats gevonden hebban tegen het aansluiten bij het verdrag van Bagdad, besloten heeft zich daarbij niet aan te sluiten. Evenmin heeft het Edens positie versterkt, dat het op Cyprus nog maar-steeds onrustig blijft.

Zo heerst dan ook in Engeland een grote verdeeldheid, en dat zelfs iij de eigen partij van Eden. Of dit de reden geweest is, dat ChurchiU zich naar Eden .begeven heeft en ©en onderhoud van esn uur met hem gehad heeft, is niet met alle zekerheid te zeggen, maar toch zal dit er wel niet geheel vreemd aan zijn.

Onenigheid, waar treffen wij deze al niet aan. Zij heerst al zo lang tussen Amerika en de Sovjet-Unie. En deze neemt veeleer nog toe dan af. Daarvan leggen de laatste verklaringen van president Eisenhower en minister Dulles een onwedersprekelijk getuigenis af. Dezen hebben dezer dagen een beroep op het Amerikaanse volk gedaan om toch vooral te beseffen, dat het nodig is maatregelen te nemen tegen de pogingen van de Sovjet-Unie, zich in het nabije Oosten en Aaë in te dringen. Op een persconferentie van minister Dulles onderschjreven zij een zoeven tevoren gepubliceerde verklaring van de Amerikaanse delegaties bij de Verenigde Naties, waarin er voor gewaarschuwd wordt, dat Amerika de concurrentiestrijd met de Sovjet-Unie op het gebied van economische hulp aan onderontwikkelde landen zou kunnen verliezen. 'Volgens deze verklaring is het nodig, dat Amerika als geheel alle verwikkelingen van deze strijd gaat beseffen. Dulles zeide daarbij geen reden te heb-Ijen om te geloven, dat er Britse plannen bestaan voor een gemeenschappelijke hulporganisatie voor het nabije Oosten en Azië. Daarom te meer achtte Dulles het nodig, dat het voorstel van president Eisenhower, vervat in zijn boodschap aan het congres, uitgevoerd zou worden. Het Amerikaanse volk had daaraan tot dusver geen voldoende aandacht geschonken, doch de uitvoering er van achtte Dulles noodzakelijk. Het bedrag, dat jaarlijks voor economische hulp zou worden uitgetrokken, zou niet veel groter worden, doch de voortzetting van de hulp diende verzekerd te zijn, zo oordeelde Dulles. Hij voegde daaraan toe, dat er kennelijk een verandering in de Icoude oorlog gekomen is. Economische en sociale vraagstukken staan nu op de voorgrond. De Sovjet-Unie gebruikt thans economische en sociale maatregelen als middel om militaire en politieke hindernissen te overwinnen. Amerika kan de concurrentiestrijd met de Sovjet-Unie winnen, niet door alleen maar meer economische hulp dan zij te bieden, maar ook door de volken te doen 'beseffen, dat hun vrijheid en onafhankelijkheid daarmede het best gebaat zullen zijn, indien zij zich bij de volken van het Westen aansluiten.

Ten aanzien van de proefnemingen met de atoombommen — en dat tekent de volle ernst van de onenigheid wel heel juist — verklaarde Dulles, gaan wij door. De aanmaak en het gebruik van deze wapens — aldus Dulles — dient voortgezet te worden totdat een uitvoerb, ".o.r ontwapeningsprogramma tot stand gekomen zal zijn. Hij hoopte, dat de middelen zouden gevonden worden om de lasten en kosten van de proefnemingen en de aanmaak en het ge^bruik er van, en het gevaar, dat zij voor de wereld medebrengen, te verminderen, doch Amerika moet op het gebied van de kernenergie de eerste plaats blijven innemen.

Dit zeide Dulles met betrekking tot de boodschap van president Eisenhower en tot wat daarmede in nauw verband staat. Ook van Russische zijde is door Boelganin over deze 'boodschap gesproken.

Doch ia geheel andere zin dan Dulles zulks deed. Hij betreurde het ten sterkste en gaf zijn scherpe afkeuring er over te kennen, dat in deze boodschap niet over de ontwapening was gesproken, waarbij vooral de atoombommen een doom in het oog van de Russische regering zijn. Telkens en telkens, te pas en te onpas, hameren de Russische autoriteiten op de afschaffing van het gebruik er van, en dit naar hun zeggen om de verwoestingen, welke het gebruik er van zal aanrichten; maar aan hun pleidooi zal stelhg ook niet vreemd zijn, dat zij betreffende deze wapens nog immer bij Amerika ten achter staan. -

De Russische regering heeft tevens weder aangedrongen op het houden van een conferentie op hoog niveau. Dit is zeer wel te verstaan; de conferenties zijn voor haar steeds een gelegenheid geweest voor propaganda. De WesteHjke mogendheden hebben echter tot dusver geen lust getoond om aan het Russische verlangen te voldoen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 1956

De Banier | 8 Pagina's

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 1956

De Banier | 8 Pagina's