Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Goedertierenheden der Heeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Goedertierenheden der Heeren

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het zijn de goedertierenheden dei Heeren, dat wij niet vernield zijn. Klaagliederen 3 : 22a

III.

Maar voor een ijdele, goddeloze wereld Kullen die goedertierenheden des Heeren niet eeuwig duren. Al wil de Heere lang de zondaar verdragen, omdat bij Hem duizend jaren zijn als één dag en één dag als duizend jaren, eens neemt Zijn lankmoedigheid gewis een einde en dan gaat Hij Zich verheerHjken in Zijn recht. Als Hij lang genoeg gewaarschuwd heeft door Zijn Woord, en men geweigerd heeft te horen en heeft vastgehouden aan de zonde, dan komt de dag der wraak Gods. Hij zal dan met een allergenegendst willen Zichzelf handhaven in Zijn recht, en Zijn volle toorn doen nederdalen op de vaten Zijns toorns.

En dat volkomen rechtvaardig, want Hij heeft ons goed en naar Zijn evenbeeld geschapen, naar Zijn beeld en gelijkenis. Maar als de mens in ere was, heeft hij het niet verstaan, noch zijn uitnemendheid erkend, maar heeft zichzelf willens de zonde onderworpen, zodat hij in al zijn wegen goddeloos, verkeerd en verdorven geworden is, en al zijn uitnemende gaven verloren is. Door de ongehoorzaamheid van Adam heeft zich de erfzonde uitgebreid over het ganse menselijke geslacht, zodat door elk mens gezondigd wordt met gedachten, woorden en werken.

En dat wordt allerwege genoegzaam I openbaar. Hoe worden de weldaden, die I vloeien uit de algemene goedheid Gods, I door duizenden bij duizenden in de zonde doorgebracht. Hoe wordt de zonde ingedronken als water, vanwege de ruime aardse middelen, hun ten deel gevallen door de Goddelijke voorzienigheid. I Ook wordt vaak ruw geleefd met de [ gaven Gods in de natuur, vanwege de I overvloed, die God geeft. De kostelijkste tuinbouwgewassen komen op de mestvaalten terecht, terwijl velen niets hebben, omdat de prijzen zó hoog zijn, dat het voor hen niet te betalen is.

Terwijl alles in de natuur getuigt van de wonderbaarlijke goedheid Gods, gaat de mens, dronken van weelde, de dag des Heeren ontheüigen op gruwelijke manier. Terwijl door de goedertierenheid des Heeren het Woord Gods nog gebracht wordt van zeer veel kansels, gaan zeer velen liever in de zomer naar strand of bos, om de zonde in te zwelgen, dan te horen naar hetgeen wat God tot de mens te zeggen heeft. In plaats van de waarheid Gods te zoeken, lopen duizenden achter de leugengeesten aan van een verblinde wereld, menende, dat bij de dood alles voor de mens afgelopen is en spottend met het eenvoudig doch getrouw vasthouden aan de leer der Heilige Schrift. Steeds meer begint de grote afval, die te komen staat, zich af te tekenen. De doorbraak naar de zijde van wereld en zonde neemt steeds groter vormen aan, en God alleen weet waar dat op den duur op moet uitlopen.

Maar één ding is zeker, eens zal de heilige en rechtvaardige God de volkeren der aarde de rekening presenteren, en die rekening zal niet meevallen; neen, die zal ontstellend in haar uitwerking zijn. Dan zullen alle aangezichten, die nu spot en vijandschap openbaren, betrekken als een pot, vanwege de schrik des Heeren en vanwege de arm Zijner mogendheid, als Hij komen zal om de inwoners der wereld geweldiglijk te verschrikken. Het is zeer te vrezen, dat, wie weet hoe spoedig, armoede de weelde zal vervangen, en dat rouw de plaats van vrolijkheid zal innemen; dat krijgsrumoer gehoord zal worden, waar nu feestgedruis vernomen wordt.

Als God met de weldaden in het aangezicht geslagen wordt, en Zijn goedheid ten enenmale misbruikt wordt, zou dat goed kunnen blijven gaan? Als Zijn Woord veracht en verworpen wordt, wat wijsheid zou de mens dan nog hebben? De arme wereld zal ongetwijfeld haar eigen ondergang uitwerken, en dat juist te meer, naar mate de techniek zulke reuze vorderingen maakt, dat men komt tot dingen, die men tot voor korte tijd totaal onmogelijk achtte. De moderne techniek zal de ondergang zeer verhaasten.

Maar niet alleen de profane wereld werkt gans verkeerd met de goedertierenheden des Heeren, tot haar eigen verderf, ook de belijdende mensen hebben veel te weinig besef van de goedheid Gods, en ook onder belijders der waarheid is veel brooddronkenheid en weelde en wereldgelijkvormigheid. Wat weinig levensemst, wat weinig afgezonderd leven allerwege. Belijdenis alleen, zonder beleving, zal het verderf niet kunnen tegenhouden, want belijdenis der lippen is geen vemieuwdng des harten. De onvernieuwde natuirr ligt zelfs geheel onder de macht en de heerschappij der zonden, wat de lippen ook mogen zeggen. Alleen de ware vreze Gods, gevvrocht en geschonken door de Heilige Geest, zal in staat blijken te stellen om de strijd tegen de zonde in eigen hart, in eigen gezin en eigen kerkelijke kring te strijden.

Alleen vreze Gods doet de goedertierenheden des Heeren zien en op zeer hoge prijs stellen. Maar met dat al is het met Adams nageslacht maar indroevig gesteld, en wat weinigen zijn er toch, op de grote menigte, die iets verder zien dan de neus lang is. Zien wij dan niet, dat de grote eindwQrsteling tussen Christus en satan snel naderbij komt. De anti-christ komt, en zijn geest is overal zeer duidelijk waar te nemen; en hij zelf, als mens in satans macht, is welHcht reeds aanwezig en gereed zich straks te openbaren. Al is de tijd bij God alleen bekend, de tekenen der tijden wijzen er immers op.

De mens beproeve zichzelf, of men in het geloof mag staan, door wederbarende genade des Heiligen Geestes, want al zou alles ten verderve gaan, als men genade mag bezitten, zal niets kunnen scheiden van de liefde Gods in Christus Jezus; daarentegen, al zouden anderen hun ziel als een buit uitdragen door wedergeboorte, als men dat persoordijk mist, zal het ons in het oordeel niet baten. Het is een grote, gewichtige, maar ook persoonlijke vraag, hoe onze verhouding is tegenover de Heere en de rijkdom Zijner goedertierenheden. En men kan wel eens een indruk hebben van de goedheid Gods, maar dat zulk een indruk spoedig voorbij ^'s en dat het niets nalaat in het hart. Maar zulke morgenwolken hebben velen gehad, die verloren gingen, omdat bij hen de goedertierenheden Gods niet tot bekering hebben geleid. De zonden werden nimmer zonde, en schuld werd geen schuld; en daardoor was er nimmer ware vernedering en ook nimmer ware behoefte aan Hem, Die van de Vader in de wereld gezonden is om zondaren zahg te maken.

Maar al zou men tot nog toe alles missen, men zou het nog kuimen verkrijgen, omdat het nog het heden der genade is. Dat men dan de rijkdom Zijner goedertierenheid toch niet verachten mocht, en dat men de middelen der genade, nog gegeven in Zijn goedheid, hoog waarderen mocht, en dezelve zorgvuldig en aandachtig gebruiken mocht, opdat men ten einde van een leven, zo vol van blijken der goedheid Gods, niet vernield mocht worden vanwege het vonnis des doods uit de mond van een rechtvaardig God. Al is de zaligheid niet te verdienen, en al is het enkel genade als men behouden wordt, het is niet hetzelfde hoe de mens leeft, want God zal eens ieders werk doen komen in het gericht, en Hij zal een iegelijk vergelden naardat zijn werk zal zijn, naardat in het lichaam geschied is, hetzij goed, hetzij kwaad. De mens zondigt niet goedkoop, en het recht Gods is onomkoopbaar, maar dat er oog voor ware, dat de schuld alleen aan 's mensen kant ligt, en niet aan Gods kant, en dat Hij enkel goedheid is; maar wij mensen hebben het verdorven en wij hebben ons in diepe ellende gestort. Het is zelfs een wonder, dat wij nog zijn, die wij zijn, en dat wij nog van zonde en elknde zouden kunnen verlost worden door het dierbaar bloed van Je^us Christus, dat reinigt van alle zonden, en door de bediening des Heiligen Geestes.

Barneveld Ds. CHR. VAN DAM

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 1956

De Banier | 8 Pagina's

De Goedertierenheden der Heeren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 1956

De Banier | 8 Pagina's