Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

uit het eigen land

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

uit het eigen land

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De berichten in de pers aangaande de Geneefse conferentie tussen de Nederlandse en de Indonesische delegaties zijn in het verleden niet al te betrouwbaar ge­ bleken te zijn; zowel op die uit ons land, als op die van Indonesië kon geen vaste staat gemaakt worden, daar zij meer dan eens elkander tegenspraken. Van liever- lede is daar echter wel verandering in gekomen, zodat men thans met meer zekerheid over de gang en afloop van deze conferentie kan oordelen, al 2ajn er nog altijd enkele punten, waarover onzekerheid bestaat.

Dit is bijvooiibeeld het geval ten opzichte van de overeenkomst op economisch-financiëel gebied. Wat deze inhoudt is nog niet in alle bijzonderheden bekend, al schijnt het vrij zeker te zijn, dat dit niet al te gunstig is voor de in het verleden vóór de souvereiniteitsoverdracht in Indonesië door Nederlanders ingebrachte kapitalen. Wij zullen daar echter niet nader op ingaan, niet alleen omdat bijzonderheden te dezer zake ontbreken, maar ook omdat het allerminst zeker is, dat de overeenkomst door de Indonesische regering en het Indonesische parlement aanvaard zal worden.

Gelijk als bekend verondersteld mag worden, werden de besprekingen te Ge> nève op Zaterdag 7 Januari afgebroken. De delegaties vertrokken grotendeels op die dag uit Geneve. De Nederlandse delegatie vertrok in haar geheel naar Den Haag, ook al om verslag uit te brengen over het verloop en het resultaat der conferentie, en daarover nader in de vergadering van de raad van ministers een beslissing .te nemen. De Indonesische minister Anak Agoeng ging naar Londen, en zijn collega minister Kasimo naar Djakarta, terwijl overeengekomen werd, dat de delegaties op Zaterdag 14 Januari weder in vergadering bijeen zouden komen. Dit zal dan de slotzitting worden. De Indonesische minister van voorlichting, Makmoer, heeft namelijk na afloop van de kabinetszitting, waarin de gang van zaken op de Geneefse conferentie besproken werd, medegedeeld, dat de Indonesische regering in die vergadering zich op het standpunt gesteld heeft, dat een voortzetting van de Nederlands-Indonesische besprekingen niet nodig is, omdat deze besprekingen op 7 Januari to Geneve zijn voltooid. Daarbij zeide hij tevens, dat het Indonesische ministerie nog niet besloten had of het de tot dusver bereil< te resultaten al dan niet zou goedkeuren. Dit hangt op het ogenblik, dat wij dit schrijven, nog in de lucht. De partij der Masjoemi heeft al haar parlementsleden bijeengeroepen, teneinde het verslag van minister Kasimo over de gang van zaken te Geneve te bespreken. Na afloop van deze bijeenkomst heeft haar voorzitter verklaard, dat de toestand niet zo somber was als door sommigen werd voorgesteld. Hij was echter niet bereid antwoord te geven op de vraag, of de overeenkomsten op de Gerreefse conferentie de goedkeuring der vergadering had verkregen, en of de vergadering er op aan zou dringen, dat de overeenkomsten door de regering zouden worden goedgekem-d.

In dit opzicht kwam een andere regeringspartij, en wel de Nadatal Hlama, heel wat beslister voor de dag. Een woordvoerder van haar zeide, dat zijn partij de goedkeuring van de overeenkomsten door de regering wenste te voorkomen.

En een derde kleine regeringspartij, welke zich evenals de Nadatal Hlama altijd tegen het houden van de Geneefse conferentie heeft verklaard, heeft niet alleen op het beëindigen van de conferentie, maar ook op de niet-aanvaarding van de overeenkomsten aangedrongen.

Zo stonden de zaken aan de avond van Vrijdag 13 Januari. En ziet, daarin is weder een gehele wijziging gekomen op het punt van de bijeenkomst van de conferentie op Zaterdag 14 Januari. Dit is op zichzelf wel heel wat vreemds. Al die gedurig voorgekomen veranderingen maken het uiterst moeilijk een juist overzicht over de conferentie en haar resultaat te krijgen en te geven.

Opeens toch ging.de conferentie op 14 Januari niet door. Volgens het laatste bericht heeft de Nederlandse regering haar vertr^ naar Geneve, ter hervatting van de ibesprekingen, uitgesteld.

De reden hiervan moet zijn, dat de Indonesische regering nog niet in staat geweest is om haar standpunt ten aanzien van de onderhandelingen met Nederland vast te stellen. Zij schijnt, nadat zij een rapport over deze onderhandehngen aan president Soekamo heeft uitgebracht, de op Zaterdag 14 Januari j.l. te houden massabetoging te Djakarta . tegen kolonialisme, welke reeds verschillende malen is uitgesteld, te hebben willen afwachten. Hieruit blijkt wel heel duidelijk, dat deze regering sterk onder de invloed staat van de onderlinge geschillen, welke er tussen de verschillende Indonesische partijen bestaan, en dat zij niet naar eigen inzicht handelt, maar feitelijk aan handen en voeten gebonden is en beheerst wordt door de politieke stromingen.

Zij heeft met een sterke oppositie te kampen en zoekt op allerlei wijze haar positie te handhaven en, zo het even kan, te versterken en haar aangenomen houding inzake het houden van de Geneefse conferentie te rechtvaardigen. Zij schijnt zeer wel te beseffen, dat haar voortbestaan voor een heel deel verband houdt met de conferentie van Geneve, waartegen van stonde af aan in Indonesië een sterk verzet gerezen is. Woordvoerders, die in nauw contact met de regering staan, hebben als hun mening uitgesproken, dat de conferentie, die bedoeld was om de verhouding met Nederland te verbeteren, op een mislukking is uitgelopen, hetgeen door de Indonesische regering node wordt toegegeven.

Van die zijde wordt gezegd, dat de besprekingen in Geneve toch wel wat goeds hebben opgeleverd, omdat zij aangetoond hebben, dat er nog steeds gematigde Indonesiërs zijn, die oprecht wensen de geschillen tussen Nederland en Indonesië door samensprekingen en overleg, in plaats van door druk, op te lossen. Van die kant wordt het mislukken der conferentie toegeschreven aan de onbetrouwbaarheid van vele Indonesische politici, die zich op een afkeurenswaardige wijze en met persoonhjke doeleinden met de betrekkingen tussen Nederland en Indonesië bezig houden.

Zo zorgt men dan van Indonesische regeringszijde deze aangelegenheid op zijn mooist voor te stellen, en niet zichzelf, maar andere Indonesiërs schuldig te stellen, om alzo haar positie te handhaven. Of de regering dit echter gelukken zal, valt echter sterk te betwijfelen. Haar positie was al niet sterk, maar als de conferentie mislukt en geen tastbare en voor Indonesië onloochenbaar gunstige resultaten oplevert, dan zullen haar politieke tegenstanders dit zeker als een geducht wapen tegen haar uitbuiten.

Zo ziet men hoe onverantwoordelijk de souvereiniteitsoverdracht van Nederland aan Indonesië is geweest. Rechtvaardige Nederlandse eisen en belangen zijn en worden afhankelijk gemaakt mede van een kibbelpartij tussen de Indonesiërs en van faun politieke doeleinden, terv(ajl het niets vreemds zal zijn, dat straks alle Indonesiërs, in één koor gezamenhjk verenigd, de Nederlanders de schuld er van geven, indien de Geneefse conferentie totaal mislukt. En daar vwjst veel op, dat deze mislukt is. Welke valse profeten zijn toch diegenen geweest, die de souvereiniteitsoverdracht ten onzent verdedigd hebben, ook al met de bewering, dat er door overdracht een veel betere verstandhouding tussen Nederland en Indië zou ontstaan dan er ooit één geweest was.

Wat de voortzetting van de conferentie betreft, en of de daarop gesloten economisch-financiële overeenkomsten de goedkeuring der regering zullen verwerven, daarvan is niets met volkomen zekerheid te zeggen. De Indonesische regering is daarover op het ogenblik nog steeds aan het beraadslagen.

Betreffende Indonesië valt voorts nog mede te delen, dat volgens berichten in de pers over enige tijd 400 Ambonezen naar hun land zullen terugkeren. Volgens deze berichten hebben de ^Ambonezen geen schuldbelijdenis af te leggen van het feit, dat zij naar ons land zijn uitgeweken, maar wel een verklaring te tekenen, dat zij zich tegenover de Indonesische regering loyaal zullen gedragen; terwijl naar voorlopige schatting het aantal Ambonezen, dat naar Indonesië begeert terug te keren, 10.000 bedraagt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 1956

De Banier | 8 Pagina's

uit het eigen land

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 1956

De Banier | 8 Pagina's