Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Openbaring des Heeren aan Thomas

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Openbaring des Heeren aan Thomas

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Thomas, één van de twaalve, gezegd Didymus, was met hen niet, toen Jezus daar kwam.

De andere discipelen dan zeiden tot hem: Wij hebben de Heer e gezien. Doch hij zeide tot hen: Indien ik in Zijn handen niet zie het teken der nagelen, en mijn vinger steek in het teken der nagelen, en steek mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven.

En na acht dagen voaren Zijn discipelen toederom binnen, en Thomas met hen; en Jezus kwam als de deuren gesloten voaren en stond in het midden en zeide: Vrede zij ulieden!

Daarna zeide Hij tot Thomas: Breng uw vinger hier en zie Mijn handen, en breng uw hand en steek ze in Mijn zijde, en wees niet ongelovig, maar gelovig.

En Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Heere en mijn God.

Johannes 20 : 24-28

En nu heeft de Heere het ongeloof van Thomas niet verdedigd. Integendeel, Hij bestraft het ongeloof steeds in Zijn Woord. Het is de baarmoeder van alle zonden. Israël is tot een exempel gesteld als het door ongeloof is omgekomen in de woestijn. Ziet dan toe, dat gij niet in hetzelfde exempel der ongelovigheid valt. Door ongeloof verwerpen wij het Woord Gods en stellen wij God paal' en perk. Wie zou kunnen zalig worden, zo hij eerst moest zien, gelijk Thomas eiste. Christus voer ten hemel op en zal niet door één mens meer gezien worden vóór de grote dag des oordeels. Ten laatste van allen is Hij van Paulus gezien. Daarom gaf de Heere Thomas nog de les: „Zalig zijn zij die niet zullen gezien hebben en nochtans zullen geloofd hebben". Maar om in waarheid te geloven is ons niet minder nodig dan TTiomas, dat de kracht van Christus in ons verheerHjkt wordt.

Wij zijn van nature in de staat des ongeloofs. Bij Thomas was dat niet meer. Zijn ziel was voor een wijle door het ongeloof gevangen genomen en zuchtte onder die overheersing. Doch van nature zuchten wij niet; wij hollen voort. Deze de zonde indrinkend als water; gene in dodelijke rust op de zandgrond zijner eigen gerechtigheden. Hun oordeel is geveld. De Heere Jezus zegt net u, onbekeerden van hart, aan, dat gij buiten de zali^eid zijt. De mond van de Waarachtige sluit u buiten. Hij zal straks u eeuwig uitsluiten van de zahgheid en uw deel zal zijn met de goddelozen en verdoemden in de hel. O, dat het woord van Christus u moge teffen. Ik weet, wij kunnen dat Woord slechts brengen tot het uiterlijke gehoor; ik ben er van overtuigd dat hoger dan mensehjke kracht nodig is om u te overreden. Doch het heeft de Heere behaagd door de dwaasheid der prediking zondaren zalig te maken. Die prediking moge ook u treffen, als een pijl van de boog van Hem, Die rijdt op het witte paard Zijner overvviiming, overwinnende en opdat Hij. overwint. Hij is triomferend verrezen uit het graf. Hij is overwinnaar in alle eeuwigheid. En Hij overwint in elk zondaar, die Hij uit satans klauw verlost en uit het ongeloof trekt, opdat hij voor Zijn Woord beve.

O, het moge ook in onze donkere dagen gehoord worden en gezien, dat Christus de Opstanding is en het Leven. Hij heeft het toch gezegd, dat de doden zullen horen de stem des Zoons Gods en die ze gehoord hebben, zullen leven. De Heere make Zich heerlijk in ons. Dan wordt het toch zo geheel anders dan wanneer wij slechts met een historiëel geloof de Waarheid toestemmen. Dat wij ons niet misleiden. Duizenden zien hun historiëel geloof aan voor het zaligmakend geloof. Zij zijn vreemdelingen van het bevindelijk leven. Wij hebben het Woord, zo roepen zij, en dat is genoeg. Ja, het zal genoeg zijn om eeuwig tegen hen te getuigen. De Heere beware ons voor de leer van onze dagen, voor het juichend christendom, en verwaardige ons Hem te leren kennen. Die Zich aan al Zijn volk zal openbaren als de enige en waarachtige 2^1igmaker, Die is dood geweest en.leeft in alle eeuwigheid. Die Zaligmaker is Hij voor Zijn volk, maar niet allen komen tot de blijdschap des geloofs die Thomas deed uitroepen: „Mijn Heere en mijn God". Nu moge het tot troost van het bekommerde volk zijn, dat de zaligheid niet is vastgemaakt aan het welwezen, doch aan het wezen des geloofs. Thomas was één van 's Heeren lievelingen eer hij tot de volle verzekering gekomen was en de Heere heeft hem om zijn ongeloof niet verworpen. Hij zal ook u niet verwerpen, die in waarheid u als een ellendige en verlorene voor God hebt leren kennen en de grond uit uw werk moest verliezen. Miskent toch de bediening des Heiligen Geestes in u niet, noch ook de volheid der genade in Christus. Zijn uw zonden als een zware last u te zwaar geworden, roept uw schuld om het oordeel van de eeuwige dood, is uw last vol van ongerechtigheden, in Christus is een onuitledigbare volheid van gerechtigheid tot betaling van alle zonden en Hij is de Fontein, geopend voor den huize Davids tegen de zonde en de ongerechtigheid. O, dat gij naar Hem hongeren en dorsten mocht. Versmaadt toch Zijn nodigende stem niet. Geeft u niet aan het ongeloof over, dat het bloed van Christus gering acht, maar komt gevlogen als een duif uit het land van Assur en als een vogeltje uit Egypte tot Zijn vensteren.

In Thomas wordt het schadelijke en godonterende van het geloof zo klaar getoond. Het moge u, volk, in donkere dagen, als gij de harpen aan de wilgen hangen moet, tot een waarschuwend exempel zijn. Onttrekt u niet van Gods volk en van 's Heeren Woord, maar gaat uit op de voetstappen der schapen. Gij mocht er Jezus vinden. Verwerpt niet de genade die de Heere u bewees, omdat gij niet tot de volle verzekering gekomen zijt, want gij zult een grote donkerheid over uw ziel halen. Zijn de vertroostingen Gods u te klein? De Heere doe u in uw gemis van Hem, in Wie alleen het leven is, tot Hem komen.

Zoekt Hem met smekingen en geween. Komende, zal Hij gewisseHjk komen en niet achterblijven. Het moge voor u eens Pasen worden, gelijk voor Thomas, opdat ook gij die Jezus moogt eigenen als uw Heere en uw God.

Hoe rijk is toch dat volk begenadigd, dat in Hem gevonden is. Hij zij u een gedurige toevlucht. De Heere Jezus sprak u zalig in het wooid tot Thomas, maar Hij wees er ook op, dat Zijn volk door geloof wandelen zal en niet door aanschouwen. Dat die ware geloofsbeoefening dan gedurig levendig zij onder Gods gimstgenoten. Zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is, en niet de dingen die op de aarde zijn. Wierp de Heere het ongeloof in uw hart neder. Hij geve u de wandelingen des geloofs in verloochening van eigen krachten. Hem zij uw toevlucht in al uw druk en kruis, dat Hij u verwaardige blijmoedig te dragen als die verdrukt worden, doch niet benauwd; twijfehnoexiig doch niet mismoedig; vervolgd doch niet daarin verlaten; nedergeworpen doch niet verdorven, altijd de doding des Heeren Jezus in het lichaam omdragende, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam zou geopenbaard worden. Amen.

Wijlen Ds. G. H. Kersten

Ds. G. H. Kersten

De verjaardag van Hare Majesieii de Koningin

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1956

De Banier | 8 Pagina's

De Openbaring des Heeren aan Thomas

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1956

De Banier | 8 Pagina's