Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenlands OVERZICHT

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Wij vliegen daarhenen" — zo staat ons in Psalm 90 beschreven. Een waarheid, waarover alle mensen het wel eens zijn bij alle verschil van zo ver uiteenlopende opvattingen en zienswijzen. Zegt gij, dat het leven snel voorbijgaat, dan hebt gij geen tegenspraak te wachten. Algemeen is men het er wel over eens dat de tijd vleugels heeft. Staat men bij de aanvang van een jaar, dan lijkt het een jaar van lange duur te zijn. Doch heeft men het jaar achter zich, dan is het als een damp voorbij getrokken. Zo is het ook gegaan met het jaar 1956, dat nu alweer achter ons ligt. En zo zal het ook gaan met het jaar, dat wij thans door des^-Heeren goedertierenheid zijn ingetreden. Ook dit zal een damp zijn, die een weinig tijds gezien wordt en daarna niet meer. Nochtans, al is dit ontegenzeggelijk zo, is een iegelijk verantwoordelijk voor de woorden, welke hij daarin zal spreken, alsook voor de gedachten, welke hij daarin zal hebben, en voor de werken, welke hij er in zal verrichten, gelijk dat eveneens het geval is met de woorden, welke hij in 1956 gesproken, de gedachten, welke hij er in gehad, en de werken, welke hij er in verricht heeft, want hij zal er eenmaal voor Gods rechterstoel verantwoording voor hebben te doen. Werd dit inderdaad geloofd en droeg men daarvan een levendig besef met zich om, hoe gans anders zou dan in het achter ons liggend jaar geleefd zijn. Hoe menige zonde zou dan niet bedreven zijn, hoe veel profijtelijker zou er dan geleefd zijn!

Doch de gedachte, om nu eens te spreken over het ware geloof, dat men rekenschap van zijn woorden, gedachten en werken voor Gods rechterstoel heeft af te leggen, is veelal in onze donkere dagen geheel zoek. Wij beleven bovendien dagen, waarin de vraag met alle recht gesteld kan worden, wat de grote m^ssa nog als zonde beschouwt. Alles kan er zo langzamerhand bij haar door. Dit valt in het leven van menige particulier waar te nemen, en niet minder in dat der overheden en der volkeren. Wat al gruweldaden zijn er door overheden bedreven, wat ook al in het leven der volken, welke alle gedekt en veelal goedgepraat worden met de bewering, dat de noodzaak ze eiste, terwijl ze in werkelijkheid uit louter eigenbelang bedreven werden. De eigenliefde en het eigenbelang waren er de werkelijke drijfveren van. En hoe minder nu aan dood en eeuwigheid gedacht wordt, en hoe meer het geloof aan de verantwoording voor Gods rechterstoel wegsterft, hoe driester en veelvuldiger de zonde gediend en allerlei gruwelen bedreven worden, want dan wordt slechts gevraagd naar wat voor het eigenbelang dienstig is, met al de ellende, welke daaraan voor anderen verbonden is.

Wij hebben dit kort geleden nog kunnen waarnemen in Hongarije, en ook al in Egypte. In Hongarije toch hebben de Russen en de regering Kadar uit eigenbelang, de eersten om aldaar heer en meester te blijven, en de laatste om op het regeringskussen te kunnen blijven zitten, onmeedogenloos huisgehouden on­ der de Hongaarse bevolking. Door hun wapengeweld hebben zij het verzet gebroken, maar de ellende er gebracht, die er nog niet weg is, al is dan door hun draconische maatregelen de rust er wedergekeerd, in zoverre dat er thans niet meer gevochten wordt. Nog dagelijks zijn er Hongaren, die uit hun land vluchten, wat vooral over de grens naar Joego-Slavië geschiedt. Maatschappelijk bezien heerst er ook grote nood. De regering Kadar heeft zelfs bekend gemaakt, dat een nationale ramp dreigt te komen, indien de productie niet weder op gang komt. Om dit te voorkomen is zij begonnen boeren voor de mijnen te werven. Zij meldt, dat in het uraniumcentrum Pees reeds een aantal boeren aan het werk is. Dit wijst er op, dat zij er niet in geslaagd is om de arbeiders weer aan het werk te krijgen en vrijvwlligers te werven. En dit is niet het enige wat op een chaotische noodtoestand in Hongarije wijst. De regering heeft tevens bekend gemaakt, dat de steenkolenproductie in 1957 waarschijnlijk 10 millioen ton minder dan normaal zal bedragen, hierbij verklarende, dat 200.000 arbeiders in de industrie werkloos zullen worden. Zij is echter van oordeel, dat er voor hen op het land wel werkgelegenheid zal zijn, waarbij dan wel iets heel bijzonders zal plaats vinden. Het is toch wel iets heel aparts, indien de boeren naar de mijnen gaan en de industrie-arbeiders naar het platteland.

In Hongarije zijn er Westelijke diplomatieke waarnemers, die van oordeel zijn, dat de noodtoestand de regering Kadar er toe zal dwingen om ingrijpende veranderingen aan te brengen. Zij verwachten, dat de noodtoestand tengevolge zal hebben, dat de Russen uit Hongarije zullen vertrekken en vrije verkiezingen gehouden zullen worden, andere partijen dan de communistische erkend zullen worden en deze partijen tot de regering zullen worden toegelaten. Of deze verwachting echter werkelijkheid zal worden, is nog'de grote vraag. Dat er echtCT in Hongarije - een zekere noodtoestand bestaat, valt uit alle berichten wel op te maken. De ellende is er op allerlei gebied ontzaggelijk groot, waarbij allerlei onzekerheid, wat in de toekomst gebeuren zal, bestaat.

Die onzekerheid bestaat ook al ten aanzien van Egypte en het Middsn-Oosten, waar ook al een grote chaotische toestand heerst.

Volgens een bericht uit Amerikaanse bron zijn Vrijdag 28 September de bergingsspecialisten van de Organisatie der Verenigde Naties hun opruimingswerk in het Suezkanaal begonnen. Ondanks tegenstrijdige berichten over het opruimingswerk — de regering Nasser zou pas toestemming voor het opruimingswerk willen geven, wanneer de Israëliërs uit de Sinaï-woestijn zijn teruggetrokken — deelde de Amerikaanse bergingsexpert generaal Wheeler dit een dag tevoren mede. De Egyptische regering — zo deelde hij mede — heeft er ia toegestemd, dat wij de opruimingsvyerkzaamheden in het Zuiden van het kanaal te Suez beginnen, terwijl een Egyptische woordvoerder vrijwel terzelfder tijd verklaarde, dat de haven van Suez al opgeruimd was. Bij alle onzekerheid schijnt het dan nu wel vast te staan, dat het opruimingswerk van de versperringen in het Suezkanaal, dat in strijd met de overeenkomst van 1888 door de regering van Nasser onbevaarbaar gemaakt was, begonnen is. Het heeft wel lang geduurd « voor het zover gekomen is. Aanvankelijk was door de Egyptische regering toegezegd, dat dit kon beginnen wanneer het vuren gestaakt was, doch ook deze geschiedenis heeft getoond, dat op haar toezeggingen geen staat kan worden gemaakt. De vraag rijst in dit verband of het opruimingswerk ook doorgang zal vinden en wanneer het tenslotte beëindigd zal zijn. De bereidwilligheid van president Nasser en van de daarbij betrokken Arabische landen om vlot aan het opruimingswerk mede te werken, laat nog wel veel te wensen over. Wat het laatste betreft, hebben vertegenwoordigers van de Syrische regering te Damascus aan de vertegenwoordigers van de daarbij betrokken oHemaatschapjpij te kennen gegeven, dat het herstel van de pijpleiding — welke ten tijde van de Engels-Franse landing in Egypte vernield was — niet eerder zal kunnen plaats hebben voordat de laatste soldaat der Israëli's uit de streek van Gaza is teruggetrokken, terwijl van de zijde van de oliemaatschappij verklaard is, dat het Iherstel niet eerder aangevangen zal worden voordat de Syrische regering voor de veiligheid van het personeel, dat daaraan zal werken, instaat. En dit is volstrekt niet het enige, dat het nog niet zo zeker maakt, dat het opruimingswerk tot een gelukkig einde gebracht zal worden.

Er heerst toch nog altijd een vijandige gezindheid onder de Arabische staten tegenover Israël. Deze hebben hun plan om Israël van de kaart te vegen niet opgegeven. Raif BaUama, de adjunct-secretaris-generaal van de Arabische landen, heeft dezer dagen, zich in Egypte bevindende, meegedeeld, dat de Arabische landen staan op een volledige uitvoering van de resoluties van de Organisatie der Verenigde Naties, vs^aarin terugtrekking van aUe buitenlandse troepen uit Egypte wordt geëist. Deze landen zullen volgens Ballama geen olie leveren zo lang de Isaëlische troepen niet achter de be- •|standslijn teruggetrokken zijn, waartoe e Israëlische regering echter niet geneen is. Deze heeft dezer dagen zelfs een eede marinebasis geopend, welke als asis zal fungeren om de zuidelijke zeeegen van het land te beschermen, wat • Uerminst naar de zin van de Arabische anden zal zijn. De vijandelijkheden tus- [sen Israël en de Arabische landen zijn in e vorm van overvallen weder in volle ang. Egyptische zelfmoordenaarskorpisen hebben uit Jordanië weer aanvallen p Israëlisch gebied gedaan, waarover de sraëlische regering zich zowel bij de ingelse regering als bij de Organisatie er Verenigde Naties beklaagd heeft,

ierbij komt nog, dat er over de onderandelingen en de overeenkomst, welke de secretaris-generaal van de Organisatie der Verenigde Naties, Hammarskjoeld, met president Nasser voerde en sloot, nog steeds n sluier hangt. Wat er eigenlijk tussen deze twee overeengekomen is, daarvan weet men nog steeds niet het neusje van de zalm. Reeds melden de berichten, dat er zich bij het opruimingswerk moeilijkheden hebben voorgedaan. Zelfs maken functionarissen van de Oranisatie der Verenigde Naties zich emtig bezorgd over de toestand in Egypte, ij vrezen, dat president Nasser hun een ooi heeft gestoofd. Hij trekt zich imers niets aan van de resoluties dezer rganisatie. De Egyptische regering eeft de overeenkomst „staakt het vuren" eschonden. Indien dit werkeHjk het ge­ val zal zijn, dan kan dit tot ernstige onenigheid in de Organisatie leiden. In de kringen van de Europese regeringen is men allesbehalve tevreden over de politiek, welke deze Organisatie inzake het Suezkanaal gevoerd heeft. Men is daarin van oordeel, dat door het samengaan van Amerika met de Aziatisch-Afrikaanse landen Europa het kind van de rekening wordt en reeds is. Zelfs schijnt bij de Amerikaanse regering het besef door te dringen, dat men door de Engels-Franse invloed in het Midden^Oosten teniet gedaan te hebben, Rusland geducht in de kaart gespeeld heeft.

President Eisenhower heeft minister Dulles naar New-York gezonden ter bespreking van de toestand in het Midden- Oosten met Henri Cabot Lodge en Hammarskjoeld. Ook zal Eisenhower op de Nieuwjaarsdag een voorstel voorleggen aan het Congres om in tijd van nood Amerikaanse troepen naar het Midden- Oosten te mogen zenden. Uit deze berichten leidt men vrij algemeen af, dat zij aanwijzingen zijn, dat er een totale ommekeer in de Amerikaanse politiek betreffende het Midden-Oosten op komst is. Ook Amerikaanse economische hulp aan de landen van het Midden-Oosten wordt overwogen.

Officiële kringen in Washington wijzen er op, dat de Amerikaanse plannen zijn opgesteld zonder vooraf de Engelse en de Franse regering daarmede in kennis te stellen. Doch zij verwachten, dat deze plannen de onvoorwaardelijke goedkeuring van laatstgenoemde regeringen zullen wegdragen. Afgewacht dient te worden hoe de zaken verder zullen verlopen. Dit dient ook afgewacht te worden ten aanzien van Indonesië. Ook daar is het allesbehalve rustig. Kolonel Simbolon heeft op Sumatra de gehoorzaamheid aan de regering van president Soekamo opgezegd en is daartegen in openlijke opstand gekomen. Regeringsgezinde troepen op Sumatra hebben zijn opstand echter onderdrukt. De regering van Soekamo heeft jagers, bommenwerpers en transportvliegtuigen naar Medan gestuurd ter ondersteuning van de regeringsgezinde troepen op Noord-Sumatra. Hoe de afloop van de opstand zal zijn, of het tot een burgeroorlog zal komen, zoals sommigen vrezen, daarover bestaat niet de minste zekerheid. De ontevredenheid is er echter groot. In een volgend overzicht zal alHcht een juist oordeel daarover uitgesproken kuiuien worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 januari 1957

De Banier | 8 Pagina's

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 januari 1957

De Banier | 8 Pagina's