Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenlands OVERZICHT

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al de ellende, welke de mensen overkomen is en overkomt, spruit daaruit voort, dat zij de raad des Heeren verworpen hebben en verwerpen. En dit is te erger, dewijl er bij de Heere raad te bekomen is en wel onder alle omstandigheden des levens. Er is toch geen verlegenheid zo erg, waar God de Heere niet uit kan helpen; geen nood zo hoog geklommen, welke Hij niet vermag te lenigen; geen gevaar zo dreigend, dat Hij niet af kan wenden.

Het ongeloof en de hoogmoed van de mens echter liggen afkerig tegen deze raad. Dit is wel een gruwelijke zonde. Daarmede betoont een iegelijk mens, dat hij denkt wijzer te zijn dan de alleen wijze God, dewijl hij, zijn eigen wijsheid volgende, de wijsheid Gods bij zijn eigen wijsheid ten achter stelt. En dit niet alleen. Het bewijst tevens, dat de mens met een wantrouwen jegens de Heere vervuld is en Hem in niets vertrouwt en ook aan Hem niets toebetrouwt. Gewis, de mond kan opgeven over het vertrouwen in God, kan het zelfs uitjubelen, dat God zijn Schild en Vertrouwen is, maar de praktijk des levens wijst het helaas wel anders uit. Ach, dan kan een mens zelfs met een zuivere behjdenis, zoals Ds. van Lodensteijn in één van zijn geschriften zeer terecht opgemerkt heeft, zich in de praktijk als een atheïst gedragen. Dat atheïsme kan men in onze zo donkere dagen gedurig opmerken. Ja, het is dikwerf daarbij nog zó gesteld, dat hoe koger de belijdenis is, des te lager de praktijk is.

Daarom — hoe droevig het ook moge zijn — verbaze men zich niet al te zeer, dat er thans zo veel onheil en ook duistere praktijken zijn. Woorden worden bij lange niet altijd door de daden gedekt, zelfs zijn woorden en daden menigwerf met elkander in flagrante strijd. Men kan het waarnemen in de burgerlijke maatschappij en ook in de diplomatieke kringen van de machtigen der aarde, en ook al bij de machtigen der aarde zelf.

Geeft men er acht op hoe de autoriteiten in de ganse wereld de mond vol hebben over vrede, en zij allen met eendrachtige mond er hoog van opgeven, dat zij de vrede en niets dan de vrede op het oog hebben, dan laat de praktijk ons toch we] heel iets anders zien. Niet alleen heerst er nog altijd een ernstige, bedenkelijke en gevaarlijke spanning onder de volken, maar ook worden er nog steeds meer en steeds moorddadiger wapens gesmeed. Elk land doet daar op zijn beurt aan mede. Ook de Sovjet-Unie. In dit opzicht is het wel merkwaardig, dat haar regering zich geroepen gevoeld heeft om, gelijk ook aan de regeringen van Engeland, West-Duitsland, Noorwegen en Denemarken, aan de onze waarschuwende woorden te richten, welke van bedreigingen niet vrij zijn, namelijk dat Rusland terug zal slaan als het wordt aangevallen.

Onze regering wordt er op attent gemaakt, dat een waterstofbom op Soesterberg voldoende is om Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Amersfoort en het gehele gebied tussen deze steden weg te vagen. De Sovjet-Unie — zo wordt opge­ merkt — heeft geen plannen ook maar enig land aan te vallen. Zij dient zich bij deze gelegenheid ook weder aan als een vredesapostel, die een afkeer van oorlog en gewapend optreden heeft, waarbij haar woorden niet met haar daden kloppen, want als het in haar eigen belang is, dan deinst zij er ook niet voor terug om met machinegeweren, tanks en vliegtuigen handelend op te treden. Dit hebben zowel de Oostduitsers als de Hongaren aan den lijve ondervonden. Het behoeft geen nader betoog, dat onze regering er niet aan denkt om Rusland aan te vallen. Wanneer zij zich geleide projectielen en waterstofbommen aanschaft, dan is dit om daarmede verdedigend op te treden en een aanval af te keren. De dreigende woorden zijn dan ook in feite tegen Amerika gericht, dat de Russische regering wil verzwakken door niet alleen Nederland, maar ook de andere West-'Europese landen, die bij het Noord-Atlantische pact zijn aangesloten, vrees aan te jagen en daardoor van de Amerikaanse bondgenoot los te maken. Tot dusver is de Russische regering daar niet in geslaagd. Doch zij laat geen middel onbeproefd om dit haar doel te bereiken. Doch de regeringen van de West- Europese landen zijn er alle wel van doordrongen, dat zij op zichzelf staand, naar de mens gesproken, militair niet tegen de geweldige Russische legermacht zijn opgewassen. Uit deze overweging is destijds het Noord-Atlantische pact gesloten, en bij alle geschillen, welke de daarbij aangesloten West-Europese landen hebben, zijn hun regeringen er alle wel van overtuigd, dat dit pact te hunner verdediging noodzakelijk is, een overtuiging, welke door verreweg het grootste deel barer landgenoten wordt gedeeld.

Het spreekwoord , , Als de vos de passie preekt, boer pas op je ganzen", is hier dan ook wel zeer van toepassing. Dat Nederland te zijner verdediging gebruik moet maken van de nieuwste wapens, moge de Russische autoriteiten een doorn in het oog zijn, maar de dreiging van het uitbreken van een derde wereldoorlog maakt dit tot een gebiedende eis. Wij lezen in Gods Woord, dat het Israël ten val werd in het tijdperk der Richteren, dat er toen geen smid in Israël was ter smeding van wapens. Het is dan ook de overheid tot een van God geboden plicht gesteld om - de nodige maatregelen te treffen, dat haar land niet weerloos aan een buitenlandse aanval ten prooi zal vallen, maar dat het zich in staat van behoorlijke verdediging heeft te bevinden.

Het kan niet tegengesproken worden, dat de moderne wapens op een ontzettende wijze kunnen verwoesten. Doch deze zouden ook niet vervaardigd zijn en behoeven vervaardigd te worden, indien de volken zich naar Gods raad hadden gedragen en nog gedroegen. Dan toch zou de vrede verzekerd zijn. Doch ook onze tijd geeft ons te aanschouwen, dat hoe meer, driester en openlijker Gods Raad verworpen wordt, ook de ellende der bewapening zich vermenigvuldigt. Rovendien kloppen ook op dit punt - de Russische woorden niet met de daden. Want de Russische autoriteiten houden er niet alleen zelf een ontzaggelijk grote legermacht op na, maar hebben op 3 April nog opnieuw een modern wapen, een kernwapen, getest.

Het bovenstaande toont wel aan, dat de spanning onder de volken niet verminderd is en nog altijd het uitbreken van een oorlog, zelfs van een derde wereldoorlog, niet denkbeeldig is. Ook de stand van zaken in het Midden-Oosten geeft nog immer reden tot grote bezorgdheid. De bestaande geschillen zijn niet opgelost. Dat blijkt ook wel onder meer uit de redevoering, welke de minister van buitenlandse zaken dezer dagen in het

Israëhsche parlement hield. Zij verkl; aai. de namelijk, dat de Israëlische regeri^ er op zal staan, dat Israëlische schepZ vrije doorvaart door het Suezkanaal len bekomen, niet alleen in theorie maa, ook in de praktijk. Zij voegde daaran toe, dat haar regering zeer teleurgesteld was door het feit, dat de Amerikaanse tt gering haar invloed niet had aangewen) om het slechter worden van de toestajJ in de strook van Gaza na het teruotrel ken van de Israëlische troepen te verlik deren. Haar regering — zo vervolgde — verwacht, dat de Organisatie der Vet enigde Naties doeltreffende maatregel; zal nemen tegen de eigenzinnige Egyptj sche dictator, die volhardt in zijn oo, . logszuchtige houding tegenover Israël, Dat de verwachting van mevrouw GolJ. Meir, de Israëlische minister van bui, tenlandse zaken, vervuld zal worden daarop bestaat echter weinig kans, ook al omdat volgens berichten de Ameii se minister Dulles, in tegenstelling nie( de regeringen van andere landen, dez kwestie niet weer in deze Organisatie bf handeld wil hebben.

Deze Amerikaanse minister heeft zici wel op zijn persconferentie uitgelatei over de kwestie van het Suezkanaal, Hi zei daarop, dat hij verwachtte van dt Egyptische regering binnen 24 tot 4! uur te vernemen, dat deze bereid wji serieuze onderhandelingen te beginnei over een aanvaardbaar plan tot exploit tie van het Suezkanaal. Hij verklaatè voorts, 'dat kleine veranderingen in è tekst van het laatste Egyptische me» randum inzake de exploitatie van het h- naai grote en belangrijke verschillen zoiden kunnen maken, die tot gevolg hel ben, dat de Egyptische voorstellen ovaeenkomen met de zes beginselen in October van het vorig jaar door è veiligheidsraad zijn opgesteld. In antwoord op een desbetreffende vraaj zeide Dulles, dat hij niet wilde zeggea dat 'de Amerikaanse regering cventue^. niet zal besluiten aan de uitvoering v, economische sancties tegen Egypte de te nemen. Zijn regering — zo •merkte! op — was niet van plan Egypte onde druk te zetten — dat zou tevens weinii succes opleveren — en ook niet om ziet een weg door het kanaal te schieten, Di kern van de zaak is, volgens Dulles, Egypte al dan niet het vertrouwen vai de wereld herwinnen wil door zijn es ploitatie van het Suezkanaal. De toekomst van Egypte kan afhangen vai zijn bereidheid om een redelijke oveieenkomst inzake de toekomstige exploi tatie van het kanaal te bereiken met it Organisatie der Verenigde Naties, of de voornaamste gebruikers-landen. Afgaande op de ons ten dienste staanif berichten, zal Egypte het Amerikaanse voorstel van de hand wijzen.

Van betrouwbare zijde te Londen is wereldkundig gemaakt, dat het E^f tische antwoord een verwerping inhouo van het Amerikaanse compromis-voi van Dulles. Met de Londense medeè Ung komt die van radio Kairo overeen. Deze luidde, dat 'Egypte de interoatioiS' lisatie van het kanaal weigert en steeds in zijn weigering volhardt. V deze mededeling werd een antwoord gegeven op het voorstel van minister Dulli om de onderhandelingen te openen ova een aanvaardbaar plan voor het bebea van het Suezkanaal. Als wij ons verlatei op de verklaringen van Dulles — zo w«'J door de Egyptische radio gezegd - len wij zien, dat het voorgestelde binnenkort neerkomt op international!* tie van het kanaal, onder beheer van Westelijke blok. Het voegde hieraan tw Maar het kanaal is Egyptisch en ^ Egyptisch blijven.

Het semi-officiële blad „AI Gomboeria' schreef, dat Egypte heeft voorgesteld e^ nieuwe conventie inzake het Suezkao* sluiten, waaraan staten, die niet de ' ygntie van 1888 hebben ondertekend, kunnen deebemen. Een Egyptis''^^ autoriteit oefende vrij •cherpe kritiek uit op hetgeen minister Dulles op zijn persconferentie had gezegd. Minister Dulles had enerzijds gejefd. dat Amerika niet van plan was (]iuk uit te oefenen op Egypte, maar aan ie andere kant had hij een beroep gedaan op Egypte om binnen 48 uur onderlandelingen te beginnen, zonder hierbij vermelden wat voor soort onderhanjgWen dat zouden moeten zijn. Men noet wel een buitengewoon groot vertand en geduld hebben om de tegenitrijdige bedoelingen van Dulles te be­ grijpen — aldus deze Egyptische verklaring.

Nochtans is volgens bevoegde Amerikaanse kringen medegedeeld, dat de onderhandelingen met de Egyptische regering over het toekomstige statuut voor het Suezkanaal niet zijn opgeschort. Daarin wijst men er op, dat president Nasser nog steeds niet de inhoud van het Egyptische antwoord op de Amerikaanse voorstellen heeft gepubHceerd. Het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken heeft nog steeds geen nadere inlichtingen van de Amerikaanse ambassade te Kairo ontvangen over de jongste besprekingen van haar ambassadeur met de Egyptische autoriteiten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 1957

De Banier | 8 Pagina's

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 1957

De Banier | 8 Pagina's