Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kracht van Chritus' dood en opstanding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kracht van Chritus' dood en opstanding

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want indien wij, vijanden zijnde, met God verzoend zijn door de dood Zijns Zoons, veel meer zullen wij, verzoend zijnde, behouden worden door Zijn leven.

Romeinen 5 : 10 '~

welk e«n prii's is voor hen opgebracht, ij zijn gekocht, niet door vergankeHjke ingen, zilver of goud, maar door Let loed des Lams. Welk een liefde heeft "hristus tot de Zijnen, hen kopend toen nog vijanden waren. De verzoening n zondaren is Zijn werk. Al wat van e mens is, valt er buiten. In Christus de verzoening en is een volkomen veroening van alle zonden der uitverkoreen tot hun laatste ademsnik toe. En anneer is zij geschied? oen zij nog vijanden waren, zegt de postel. Eer wij kunnen of willen geloen dus; eer wij naar God vragen. De erzoening geschiedt vóórdat wij geloen. De eeuwige voldoening van Chriss wordt aan vijanden toegerekend, en p grond daarvan worden dezen in de taat der verzoening met God gesteld. zet daarop uw hart toch. De remontranten hebben alle gemeenschap met gereformeerden geweigerd, zo lang en leerden, dat de mens gerechtvaargd wordt eer hij gelooft. Maar de geformeerde vaderen hadden Gods "oord aan hun zijde. De verzoening is Christus toen wij nog vijanden waren, o ook leert Gods volk het verstaan door e bediening des Heiligen Geestes. God A hen met mensenzelen en touwen r liefde, als zij naar Hem niet vragen, j snijdt hen af uit de oude stam Adam, n plant hen over in Christus, in Wie door het geloof de verzoening deelchtig worden. Uit de staat der vijandenap worden zij overgezet in de staat verzoening.

eze staatsverwisseling werkt God in • levendmaking. Zij onderscheidt Gods elk van alle hypocrieten en nabijkomene christenen. Dezen zijn bij alle ver- Tingen, die in hun leven plaats gre- % in dezelfde staat gebleven. Maar Mer, in wie des Heeren genade verheer- JM werd, wordt in de staat der verzoe- «ig overgezet. Daarom zullen zij niet eiloren gaan en God zal op hen niet oornen, noch schelden.

»di kan die met God in Christus vereende zondaar niet steeds in de oefe- ~i van het geloof deze weldaad om- ^«en. De Heere zal hem echter onderizen en hem meer en meer ontgronden, liij als een gans doemwaardige, 'e de eeuwige dood inwachten moet, de «zosning in Christus zal ontvangen en snnemen. De toerekening Gods gaat *J aannemen des geloofs vooraf. Gods 'eert een gegeven Jezus zich toe­ eigenen; de Gegevene des Vaders, en dat aan vijanden. O eeuwig wonder. 'k Heb de eeuwige dood verdiend. En 'k kreeg het eeuwig leven.

De verzoening van zondaren en vijanden met God is alzo geheel en alleen door de dood van de Zoon Gods. Hij, Gods Zoon, eeuwig God, Hij alleen kon een eeuwige gerechtigheid verwerven; en Hij heeft die aangebracht voor de Zijnen. Dezen zijn Gode verzoend. O, hoe zullen zij hun Bloedbruidegom eeuwig prijzen. Hij heeft hen Gode gekocht met Zijn bloed. De staat der gelovigen is de staat der ver.zoening en zal niet wankelen in eeuwigheid, omdat hij op de onwrikbare fundamenten van volkomen voldoening en eeuwige verzoening is gebouwd. Maar dat niet alleen.

Der gelovigen staat is daarom zo veilig, omdat Christus uit de dood is verrezen. Hij leeft, en door Zijn leven zal Zijn voDc eeuwig leven. In onze tekst vidjst Paulus nu op de behoudende kracht van Christus' leven. Christus leeft. Hij roept het Zijn verdrukte en tot de dood vervolgde kerk toe: „Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid". Hij kon van de dood niet gehouden worden. Het recht Gods, dat van Hem de dood eiste, vorderde evenzeer Zijn opwekking uit de dood. Op het doen der wet is het leven beloofd. En Christus heeft de wet volkomen betracht, beide in lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid. Zou dan Hem het leven onthouden worden? Gods recht eiste de opstanding uit de dood van Hem, Die de wet van haar vloek ontwapend en de verzoening van vijanden teweeggebracht had.

Daarenboven wsiS Hem het leven beloofd en de zaligheid der Zijnen. „Hij is uit de angst on het gericht weggenomen, en wie zal Zijn leeftijd uitspreken? .... Als Zijn ziel zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien. Hij zal de dagen verlengen, en het welbehagen des Heeren zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan". De onveranderlijke beloften, aan Clnristus gedaan en bevestigd in het eeuwig verbond van genade en verlossing, eisten de opwekking van Hem, Die Zijn leven had afgelegd in de kruisdood der verzoening. En Hij Zelf had macht Zijn leven weder aan te nemen. Zijn dood was niet alleen verzoenend, maar ook overwinnend. De dood was satans laatste fortificatie. In de dood heeft de Heere Jezus satans kop vertreden. De Leeuw uit Juda's stam kan van de dood niet worden gehouden. Triomferend is Hij verrezen uit het graf aan de morgen van de eerste dag der week. Ja, die opstanding van Christus is geschied door de Heilige Geest. „Die krachtiglijk bewezen is te zijn de Zoon van God naar de Geest der heiligmaking uit de opstanding der doden". God drieënig is verheerlijkt in de opstanding van Christus tot de zaligheid der uitverkorenen. Hun toch was die opstanding nodig. Hoe groot de dood van Christus ter verzoening ook zij, zonder de opstanding zouden de graven niet zijn geopend, waarvan de profeet sprak: „Hij zal ons na twee dagen levend maken; op de derde dag zal Hij ons doen verrijzen en wij

zullen voor Zijn aangezicht leven". Zo Christus uit de dood niet was opgestaan, geen zondaar zou uit het graf der zonde zijn opgewekt en ten eeuwigen leven hebben kunnen ingaan. De apostel betuigt ons dan ook, dat de opstanding meer is dan de dood des Heeren, zeggend in Rom. 8 : 34: „Wat meer is. Die ook opgewekt is; Die ook ter rechterhand Gods is; Die ook voor ons bidt". Christus is de Levensvorst der Zijnen. „Ik leef, — zo sprak Hij — en gij zult leven". De Heidelberger Catechisnius wijst dan ook daarop, dat de nuttigheid van de opstanding van Christus in de allereerste plaats hierin gelegen is, dat Hij ons de gerechtigheid, die Hij door Zijn dood verworven had, kon deelachtig maken; en ten andere, dat wij door Zijn kracht worden opgewekt tot een nieuw leven.

Wijlen Ds. G. H. Kersten

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 1957

De Banier | 8 Pagina's

De kracht van Chritus' dood en opstanding

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 1957

De Banier | 8 Pagina's