Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR DE JEUGD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR DE JEUGD

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM KOOS

Beste neven en nichten! Coba Goedegebuure te St. Annaland en PauUen Kasteüjn te Harmeien berichtten' ons, dat zij gaarne zouden willen meedoen met het inzenden van de oplossingen der raadsels, waarmede zij reeds een begin hebben gemaakt. Wij roepen ze als nieuwe nichten een hartelijk welkom toe en hopen, dat zij bij leven en welzijn tot in lengte van jaren de oplossingen zullen blijven inzenden. Thans volgen de nieuwe raadsels van

Jongeren: OPGAVE 515 1. Een tekstgedeelte uit het tweede boek der Kronieken bestaat uit 32 letters. Zoek dit tekstgedeelte met behulp van de navolgende gegevens: 13 6 25 16 2 is een getal, dat voorkwam in de dromen van koning Farao. De 18 10 7 11 van het beeld uit de droom van Nebucadnezar waren van koper. De schenkelen van Nebucadnezars droombeeld waren van 4 9 1 28. 5 26 21 30 is de naam van het dal, waarin Nebucadnezar een gouden beeld oprichtte. 17 12 29 23 32 is een getal beneden de tien. Want de 15 20 14 8 is mij opgelegd. (1 Corinthe). Te dien dage zal Ik de vervallen 21 27 24 van David weder oprichten (Amos). 3 19 31 is na het invoegen van de letter s de naam van een plaats in Jozua 19. 2. Noem de naam van: a. de berg, waar Abraham zijn zoon wilde offeren. b. de spelonk, waarin David verbleef. c. de plaats, waar Jozua begraven werd. d. de vader van Abraham. e. de taal, waarin het grootste deel van het Oude Testament geschreven is. f. de man van Naomi. g. de man van Bathseba. h. Hananja, één der drie vrienden van Daniël. Welke naam vormen de eerste letters van de boven gevraagde namen? 3. Zoek uit elk der onderstaande zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen uit Lukas 11. a. Wie zal ons het goede doen zien? b. Jozef vluchtte met Maria en het Kindeke naar Egypte. c. Zij zijn van Mij afgeweken. d. Die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. e. Want uw oordeel is in één ure gekomen. f. Zij, die geloven, haasten niet. g. Want sterk is de Heere God, Die haar oordeelt. h. Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt verlaten, i. Mij, de Springader des levenden waters, hebben zij verlaten.

Ouderen: 1. Maak uit MASANHONJOSTIN twee bekende namen uit het Oude Testament. 2. Een tekstgedeelte uit het boek Jesaja bestaat uit 48 letters. Zoek dit tekstgedeelte met behulp van de volgende gegevens: 4 22 33 37 is de naam van één der tijdens Gideon gedode Midianietische koningen. 29 2 43 is gelijk aan 10 21 5 is het aantal ellen van de lengte van Goliath. 41 17 23 31 is een ijslaag op de weg. 40 1 28 15 is de naam van de tweede Midianietische koning, die door de Erfaïmieten gedood werd. Gij zijt 46 11 6 en, gij weet niet, dat gij zijt ellendig, naakt en arm. 9 18 21 27 is gelijk 19 36 7 12 is het getal, dat aangeeft het aantal hoeden op de hoornen van het beest, opkomend uit de zee (Openb.). Gij dorre 38 13 25 48 3'2 26 35 16 24, hoort des Heeren Woord. Eli viel achterwaarts van zijn stoel en brak de 14 39 34. 20 44 47 30 is een veel gebruikt genotmiddel. 3 8 42 zijn drie gelijke letters, die geraden moeten worden. 3. Zoek uit elk der volgende zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen uit het begin van het boek Jesaja. a. Wat zullen zij kunnen inbrengen in het gericht? b. Er zullen aardbevingen zijn in verscheidene plaatsen. c. De velden zijn airede wit om te oogsten. d. En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade. e. De Heere Jezus zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen. f. Hij zegt tot de sneeuw: wees op de aarde.

De oplossingen dezer raadsels mogen nog NIET ingezonden worden. Nu volgt een gedeelte van het historisch verhaal over THEODORUS BEZA XXVI. Overeenkomstig de wil van de koninginmoeder, Catharina de Medici, werden er na het gesprek van 26 september 1561 slechts samensprekingen in kleine kring gehouden tussen Beza met vier van zijn geestverwanten enerzijds, en vijf vertegenwoordigers der roomse geestelijkheid anderzijds. Er hadden drie van deze gesprekken plaats in het huis .van koning Anton van Navarre te St. Germain, in de omgeving van Parijs. Aanvankelijk scheen het of er enige hoop was om tot overeenstemming te komen. Beza schreef zelf aan Calvijn, dat er grote blijdschap ontstond voor allen, wier harten hoop op eendracht koesterden. De koningin, aldus schreef Beza, ontving mij hartelijk en vermaande, dat wij zó moesten voortgaan. Beza gaf haar ten antwoord, 'dat twee dingen door hem en de zijnen met de grootste ijver gezocht werden, namelijk de waarheid en de vrede. Dit aanvankelijk goede verloop der besprekingen was echter een doorn in het oog van de pauselijke afgezant wiens doel het was om alle overeenstemming en elke uitspraak der Franse geestelijkheid te verhinderen. Ook de gebroeders De Guise zinde deze gang van zaken niet. Zij hadden alles op alles gezet om de besprekingen te doen mislukken, onder meer door onder de protestanten onderling verdeeldheid te verwekken, da-arbij gebruik makend van de bestaande verschillen onder hen. Het resultaat van de gevoerde samensprekingen bracht dan ook niet wat er van gehoopt was. Beza schreef hierover aan Calvijn zelfs, dat Christus verraden was, doch thans veel duurder dan Judas Hem weleer verkocht. Overeengekomen werd onder meer, dat men van roomse zijde binnen zes jaar 16 miljoen francs met de rente zou betalen, waarbij de gereformeerden dan verplicht waren om de kerkgebouwen af te staan. Voorts zouden aan beide partijen de wapenen ontnomen worden; doch Beza was er zeer bevreesd voor, dat dit van roomse zijde niet zou worden uitgevoerd, doch dat op vele plaatsen met de gereformeerden te kwader trouw zou gehandeld worden. Vervolgens werd bepaald, dat een particulier persoon niet letten mocht op de gedragingen van anderen, en dat de één het erf van de ander niet mocht binnendringen, maar aan de overheidspersonen werd de macht gegeven te onderzoeken, dat het edict, waarbij openbare en particuliere samenkomsten verboden werden, niet werd afgeschaft. Ook had men aan dit edict nog iets toegevoegd, waardoor het mogelijk gemaakt werd, om alle predikanten op te vorderen. Zodra dit ter kennis kwam van Beza en de zijnen, hebben zij zelfs aanstalten gemaakt om te vertrekken, doch op sterk aandringen van degenen, die aan het hof waren en tot Beza's partij behoorden, hebben zij dit niet direkt gedaan. Zo was dus het godsdienstgesprek te Poisy, waarop schier heel Europa destijds het oog geslagen had, op een grote teleurstelling uitgelopen. Petrus Martyr vertrok 28 oktober weer naar Zurich met een koninklijk vrijgeleide, zodat hij ongedeerd in zijn woonplaats terugkeerde. Beza wilde nu ook gaan vertrekken, maar de koningin verzocht hem dringend te blijven, omdat Beza van Franse afkomst was en Frankrijk hem nodig had om alle verwarring en oproer te voorkomen. Hoewel Beza sterk naar zijn gemeente en zijn werk te Geneve verlangde, voldeed hij aan het verlangen der koningin. De Hervorming maakte intussen in Frankrijk goede vorderingen. Het aantal gereformeerden nam voortdurend toe, in alle Franse provincies werd openlijk het zuivere Evangelie gepredikt, terwijl hier en daar zelfs kerkgebouwen der roomsen in gebruik genomen werden. Deze werden echter spoedig op last van de koning en op aanraden der predikanten weder teruggegeven. Beza zelf zat ook niet stil. Hij predikte in het huis van koning Anton of in dat van de prins van Condé, en ook wel in de voorsteden van Parijs, daar in januari 1562 een edict was uitgevaardigd, waarbij de openbare uitoefening van de gereformeerde godsdienst toegestaan werd. Dit was echter maar van korte duur, daar de voornaamste voorvechters der roomse religie, onder wie De Guise, zich met alle macht daartegen verzetten. Hun doel Was en bleef het om met alle hun ten dienste staande middelen de gereformeerde godsdienst uit te roeien. Daartoe trachtten zij ook koning Anton van Navarre aan hun zijde te krijgen, vi'aartoe men zich bediende van een zekere Balduinus, die zich voordeed alsof de godsdienst voor hem een geheel onverschillige zaak was, en die hetgeen hij de ene dag prees, de volgende dag veroordeelde. Koning Anton, die geen standvastig karakter had, liet zich door deze Balduinus maar al te zeer beïnvloeden. Alle pogingen van Beza om de koning in de zuivere godsdienst te behouden, faalden dan ook.

OOM KOOS

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 oktober 1957

De Banier | 8 Pagina's

VOOR DE JEUGD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 oktober 1957

De Banier | 8 Pagina's