Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR DE JEUGD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR DE JEUGD

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM KOOS

Beste neven en nichten! Ditmaal beginnen we direkt met het geven van de nieuwe raadsels van

OPGAVE 538

]ongeren: 1. Een tekstgedeelte uit Hoséa bestaat uit 38 letters. Zoek dit tekstgedeelte met behulp van de navolgende gegevens: 31 2 18 8 15 is de naam van de oudste zoon van Aaron. Hij zal hun ziel van 22 11 23 4 en geweld bevrijden. Het leven is mij Christus en het sterven is mij 20 9 1 19 28. En het werd David zeer 29 16 25 34 {] Samuel). 32 5 14 21 was een zuster van Juda. Ik zal aan de beek 36 33 6 13 17 tot u trekken, Sisera. De 12 3 37 26 7 24 3 zijn mij in liefelijke plaatsen gevallen. 10 35 30 was Rubens moeder. Zij zullen vet en 20 7 27 38 25 zijn. 2. Noem de naam van: a. Jakobs jongste zoon. b. Jozefs tweede zoon. c. de man, die een vidjngaard had naast Achabs paleis. d. de koning, die hout leverde aan Salomo. e. Israels eerste hogepriester. f. de profeet, die door God een zeer gewenste man werd genoemd. g. de markt buiten Rome, waar de broeders Paulus ontmoetten (Handelingen). h. een richteres over Israël. Welke naam vormen de beginletters van de gevraagde namen? 3. De naam van een koning met nadere aanduiding bestaat uit 22 letters. Welke naam wordt bedoeld als de navolgende gegevens bekend zijn: 8 11 1 was de vader van koning Saul. 13 4 19 7 12 was het land, dat Jakob in Egypte toegewezen kreeg. 10 18 20 21 was de berg, vanwaar Mozes het land Kanaan zag. Ben ik een 3 9 16 6, dat gij tot mij komt met stokken? Hij ging naar een stad genaamd 23 15 2 5 (Lukas 7). 14 17 4 is een soort onderwijs (afkortingen).

Ouderen: 1. Maak uit: GROENSLETSJEESIE de namen van een bijbelboek, een profeet en een koningin. 2. Zoek uit elk der volgende zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen uit de brief aan de Efeziërs na en dichtbij het vierde hoofdstuk: a. Wij dan gerechtvaardigd zijnde. b. En vfi] hebben gekend en geloofd. c. En drie zijn er, die getuigen op de aarde. d. Heeft niet de mens een strijd op aarde. e. Niet gelijk Kaïn, die uit den boze was. f. 'Indien gij iets hebt tegen iemand. g. Dat in mij, dat is in mijn vlees, geen goed woont. h. iDavid en Jonathan waren goede vrienden. i. Wie des mensen bloed vergiet, zijn bloed zal door de mens vergoten worden. 3. Een tekstgedeelte uit de eerste brief aan Timotheüs bestaat uit 42 letters. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende bekend is: Gelijk het 11 14 2 22 is ons kortstondig leven. Van de duivel staat geschreven, dat hij het 16 8 1 18 9 23 des doods heeft. 38 34 15 33 zeide: Ben ik mijns broeders hoeder? Ga toe en voeg u bij deze 25 32 17 24 3. De Heere is mijn kracht en 30 12 37 20 (Exodus). 42 40 31 19 5 sterkte zich in de Heere, zijn God. 10 41 3 21 29 35 was een profeet, die dromen uitlegde. Eglon stond op van zijn 22 28 26 6 36. Alsdan zal de kreupele springen als een 17 13 27 4. 39 moet geraden worden. De oplossingen dezer raadsels mogen nog NIET ingezonden worden. Thans gaan vn] over tot het vervolgen van het historisch verhaal over

THEODORUS BEZA

40. De vorige maal verhaalden wi], dat na de moordpartij te Parijs aan de gouverneurs van alle Franse provinciën geheime orders werden gegeven om overal de Hugenoten om te brengen. Er waren er onder die gouverneurs en odk onder de stadsoverheden echter, die weigerden het bevel des konings uit te voeren. Zo bijvoorbeeld de overheden van de steden Nantes en Nimes. In laatstgenoemde plaats woonden tamelijk veel Hugenoten, die inmiddels op de hoogte waren gesteld van wat er gaande was. Boden uit de stad Lyon hadden verteld, dat aldaar een verscJirikkehjke sladhMng onder de Hugenoten had plaats gevonden. Dit deed de Hugenoten te Nimes besluiten om onmiddellijk maatregelen te nemen. Zij namen de beulen, die in dienst des konings stonden, bij de eerste door hen gemaakte aanstalten om het koninklijk bevel op te volgen, gevangen en bewaakten voorts nauwkeurig alle roomse families. De overheidspersonen van de stad Nimes schreven hierop naar Geneve om raad. Namens de overheid van Geneve en namens de predikanten te Geneve antwoordde Beza toen, dat men geen vwaak moest nemen. Men moest de wraak overlaten aan Hem, Wie zij toekwam, dus aan God. De overheid van Nimes gaf gehoor aan deze raad en liet de gevangenen los, hoewel men hen ook ter dood had kunnen brengen. Hier kwam wel het grote onderscheid aan de dag tussen Rome met haar aanhangers en de protestanten, die gedachtig waren aan de woorden: , , Wreekt uzelf niet, beminden, maar geeft de toorn plaats; want er is geschreven: Mij komt de wraak toe. Ik zal het vergelden, zegt de Heere". Inmiddels waren uit Lyon vele vluchten­ de Hugenoten te Geneve aangekomen, waar zij hefderijk ontvangen en bij de burgers ondergebracht werden. De gewonden onder hen werden naar de beste huizien gedragen en allen werden met de tederste zorgen omringd. Op de Ie september, dus ongeveer 6 dagen na het Parijse bloedbad, werd des morgens 8 uur van de predikstoelen bekend gemaakt wat er in Frankrijk gebeurd was en wat zich ook met name te Lyon had voorgedaan. De predikanten bevalen het bieden van alle mogelijke hulp aan de ongelukkige slachtoffers ten sterkste aan en wekten op zich met een diep gevoel van dankbaarheid te verootmoedigen voor die God, Die tot nu toe zuDc vreselijk lijden aan Geneve bespaard had. Beza echter was allesbehalve gerust. De tijdingen, welke hij ontvangen had, waren verre van geruststellend voor Geneve. Hij verzocht daarom de predikanten na afloop der diensten bij hem te komen, waaraan voldaan werd. Beza sprak hen bij die gelegenheid als volgt toe: Mijne heren, wi] hebben grote moed van node in deze dagen, aan troebelen en rampen zo rijk; verschrikkelijke bedreigingen worden tegen deze stad geuit; het is te vrezen, dat zij hetzelfde lot zal hebben als de kerken van Frankrijk; bereiden wij ons dan voor om, zo de Voorzienigheid ons daartoe roept, te lijden voor de goede zaak. Wij zouden het gepast oordelen, mits de Raad het goedvindt, een buitengewone vast- en bededag te houden, opdat de toom des hemels worde afgekeerd.

Inderdaad werd deze bededag gehouden, en wel heel spoedig, namehjk op de derde september. Het was een indrukwekkende samenkomst. Behalve de leden der gemeente was een groot aantal Franse vluchtelingen in het kerkgebouw aanwezig. Niettegenstaande de vriendelijke ontvangst, welke hun te beurt gevallen was, waren op aller gelaat toch nog de sporen van diepe droefheid te zien, wat ook wel niet behoeft te verwonderen als we bedenken wat die mensen de laatste week hadden doorstaan. Niet alleen hadden zij have en goed moeten achterlaten, niet slechts waren er onder hen, die min of meer ernstige wonden opgelopen hadden, maar menigeen hunner had ook dierbare verwanten en panden zich door moordenaarshanden zien ontrukt. Onder doodse stüte besteeg Beza de kansel, waarna hij de schare als volgt toesprak: „Hoezeer de vijanden samenspannen om de gedachtenis des rechtvaardigen van de aarde te verdoen, opdat alleen het rijk der goddelozen in heerlijkheid zij, toch zal alles anders gaan. De koningen der wereld mogen muiten en zich verheffen tegen de Heere om Zijn juk af te schudden en Zijn kerk te verwoesten. Hij, Die in de hemel woont, zal hen verbrijzelen, evenals een aarden vat, en Hij zal vernietigen alle hoogheid, welke zich verheft tegen het eeuwig Koninkrijk van Jezus. Weest dan niet spijtig, zo gij ziet dat de bozen voorspoed hebben, want zij zullen worden afgesneden als gras en verwelken als het groene kruid. Waóht in geduld op de Heere, hebt 'n vast vertrouwen op Hem, draagt geen leed^ noch hebt enig verdriet over hem, die in zijn lafhartigheid zijn verwachting vindt, want de boosdoeners zullen uitgeroeid worden, doch die de Heere verwachten, zullen door Hem gezegend worden, in de boze tijd zullen zij geenszins verlegen staan. De hand des Heeren is geenszins verkort. Zijn arm niet verzwakt; de Heere is de Koning, Die alleen alles kan wat Hij wil; Hij zal niet toelaten dat zonder Zijn wil één haar van ons hoofd op aarde valle. Laten wij dan niet verschrikt zijn over het voornemen der mensen, die beraadslaagd hebben ons allen met vrouwen en kinderen om te brengen; laten wij veelmeer verzekerd zijn, dat niemand de Heere zal kuimen wederstaan, zo Hij bevolen heeft ons allen of enigen der onzen te behouden. Behaagt het Hem, dat vn] allen zullen sterven, laat ons niet vrezenwant het heeft onze Vader behaagd ons een andere woning te schenken, namelijk het hemelse Koninkrijk; daar heersen geen verandering, armoede, ellende, tranen, geween, rouw of treurigheid, maar eeuwig geluk en zahgheid. Met de arme Lazarus in Abrahams schoot te Eggen is toch verreweg beter dan met de rijke man, Kain, Saul, Herodes en Judas in de hel te zijn. Onze treurigheid zal eenmaal in blijdschap verwisselen en op onze beurt zullen wij lachen, wanneer de goddelozen zullen schreien en knensen met de tanden.

OOM KOOS

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 1958

De Banier | 8 Pagina's

VOOR DE JEUGD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 1958

De Banier | 8 Pagina's