Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brief uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brief uit Zeeland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCCLXXXIII.

De vorige brief is gesloten met „dat van de mens niets goeds meer te wachten is". Daarop aansluitend ^wordt nu de aandacht gevraagd voor des mensenverantwooidelijkheid. Het wordt zo gemakkelijk gesteld: „dood in zonden en misdaden". Ehis maar doorleven. Onze geloofsbelijdenis stelt, zo terecht, dat de mens wel is dood gevallen in zonden en misdaden, maar dat hij geen stok of blok is geworden en verantwoordelijk blijft voor zijn daden God doet geen onrecht als Hij van de mens eist wat hij niet doen kan, want God heeft de mens goed en naar Zijn evenbeeld geschapen.

De mens is en bHjft verantwoordelijlc voor zijn daden ten opzichte van zichzelf, ten opzichte van zijn verhouding tot God, ook al is hij onmachtig; maar ook inzake zijn instelling tegenover anderen en zijn uitleven in de samenleving. Het lijkt wel nodig op het laatste toch eens de aandacht te vestigen, want we leven in een tijd dat veel, zo niet alles maar van de overheid, van de samenleving, wordt verwacht.

De overheid moet alles doen, en er wordt wel critiek geoefend op onze zogenaamde socialisatie van alles, maar dan geldt die critiek menigmaal maar als wij er zelf aan moeten betalen, en niet als we zelf er voordeel van menen te hebben.

Uw briefschrijver kan dergelijke critiek niet serieus nemen. Ook hij ziet grote bezwaren in de socialisatie, maar dan daarom, omdat de mens daardoor op de troon komt en Gods eer wordt aangerand.

Daarom, omdat wij daardoor nog altijd bezig zijn torens te bouwen welks opperste in de hemel zullen reiken. Dat wij menen alles zelf te kunnen en te vermogen.

Het is zo 'gemakkehjk als we alles maar als gesneden koek thuis krijgen en ons leven op een voet gaan stellen, die eigenlijk boven onze stand is. Neemt uw briefschrijver het dan op voor een armoedige stand? Moet er dan maar armoede zijn? Moet er maar afhankelijkheid zijn van de arme aan de rijke, opdat de laatste zijn wellust kan uitleven in het onderdrukken van hen, die afhankelijk zijn en hem naar de ogen moeten zien?

Dat is het beginsel van de Staatkundig Gereformeerde Partij niet. Zij staat, willende dat Gods wet zal worden geëerbiedigd, recht en gerechtigheid voor. Zij wenst een goede beloning voor arbeid, een eerbiediging van de rechten van de werkman, een liefde tot elkaar van werkgever en werknemer, want God gebiedt onze naaste lief te hebben als onszelf.

Maar dan dient ook te worden gesteld, dat wij hebben te arbeiden naarstig overeenkomstig onze roeping en in de plaats waar wij van God gesteld zijn. God heeft niet ieder mens dezelfde taak en dezelfde plaats gegeven. Toch zijn we allen mensen en hebben wij ieder mens als onze naaste aan te merken. Werd het zo meer gezien dan zou ook het verantwoordehjkheidsgevoel sterker zijn, dan zou er een plichtsgevoel ontstaan, dat niet in de eerste plaats zou zien naar anderen, maar voorop zou stellen de eigen verantwoordelijklieid. Niet alleen bij de persoon, het individu, wordt weinig verantwoordehjkheid gevonden, maar helaas moet dat ook wel worden gesteld van hen, die tot besturen zijn geroepen.

Zeker, de verhoudingen, die nu gemaakt zijn, zodat de lagere publiekrechtelijke lichamen hun middelen krijgen uit de staatskas, leidt tot het afstompen van het verantwoordelijkheidsgevoel, maar daarmede is dat niet goed te praten. God stelde de overheden, ook de lagere, en zij zijn niet alleen verantwoording verschuldigd aan hen, die door verkiezing hen daar brachten, maar ook tegen God, Die in het hart blikt, en voor Wie al onze daden openbaar zijn. Indien daaraan gedacht werd, of meer gedacht werd, dan zouden wij minder problemen hebben en zou de zelfstandigheid van de kleine lagere publiékrechteHjke lichamen minder bedreigd worden.

Uw Zeeuwse Briefschrijver

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 september 1958

De Banier | 8 Pagina's

Brief uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 september 1958

De Banier | 8 Pagina's