Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een kinderlijke ontboezenning in een bange tijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een kinderlijke ontboezenning in een bange tijd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Heere, luister naar mij, en hoor naar de stem mijner tunsters. Jeremia 18 : 19

Gods volk komt ook met de beloften in het gemis. Zij hebben wel enige tijd op de beloften geleefd, maar de tijd komt, dat zij gewaar worden, dat de beloften de Belover niet is. De beloften moeten vervtdd worden. En de beloften gaan schreeuwen wanneer de tijd der vervulling nadert. Met wat wij zelf nemen, daar kunnen wij niet mee voor de dag komen, daar kunnen wij ons ook niet op verlaten. Maar wat God ons uit genade om Christus' viol geschonken heeft. Zelf aan ons beloofd herft, daar mogen wij op pleiten. En pleiten is een werkzame daad des geloofs. In de afgronden, in de diepten wordt het geloof geoefend. Daar groeit die plant welig.

Wij zien dat ook in het leven van Jeremia. Uitwendig was het voor de profeet benauwd. Op de wereld werd hem geen plaats meer gegund. Zij zochten hem van aUe kanten van het leven te beroven. En de beloften lagen daar wel, die de Heer© hem had gegeven, maar in hetQ was ook geen kracht om ze toe te passen

Wij lamnen in eigen kracht ook niet werken met de beloften, en onszelf troosten met de kennis van de ontvangen genade. Wij kunnen ons niet helpen met vorige bevindingen. Neen, de praktijk leert het wel, dat wij voor elke nieuwe weg, nieuwe genade van God nodig hebberu

En wat is het een genade van God, dat wij telkens in de banden worden gebracht. Gods kinderen hebben het zo gedurig nodig in hun persoonlijk leven, want als de Heere geen nieuwe wegen opent, dan kunnen wij God zo aan Zijn plaats laten. En ook in het ambtelijke leven van Gods knechten is het een weldaad, dat God wegen van beproeving voor ons opent. De druk is zo profijtelijk. Er moet maar steeds gevvdcht aan die klok zijn. De weelde en de toejuichingen zijn zo gevaarHjk. Vaak gebeurt tet, dat wij met onze vrienden van God afhoereren, en dat wij er mede geslagen worden.

Het wordt zo openbaar, dat vsdj nergens enig goed gebruik meer van maken kunnen, tenzij dat de vreze Gods in ons hart in praktijk is. Die vreze des Heeren bewaart ons voor de zonde Maar vaak gebruikt de Heere de vijanden om ons Daar God te drijven. Zo was het ook bij Jeremia.

Toen zijn leven bedreigd werd en in gevaar kwam, toen vluchtte Jeremia naar de Heere. O. wat een voorrecht.

Het gebeurt in ons leven, zowel bij Gods kinderen als bij Gods knechten, zo menigmaal, dat aUes zo gesloten is. Dat zijn tijden, dat we op de wereld niet terecht kunnen, en in de hemel geen ingang hebben. De tijden zijn er ook, dat alles zo verward is inwendig, vanwege vijandschap en moedeloosheid, dat wi] er ook geen behoefte aan hebben. Dan zit die vrouw van Job in ons hart, die zegt: „Zegen God, en sterf. Of: „Wat zal ik nog langer op de Heere wachten? " Er kunnen tijden zijn, dat wij aan de wereld niets hebben, in onszelf niets dan de dood en ellende vinden, en van God ook niets in ons hart hebben. Wat zijn dat toch moeilijke tijden. Ik zal er maar niet verder over uitwijden, maar er zullen zielen zijn, die mij wel verstaan. Dat is een moeüijk leven, een veroordeeld leven, een bang leven; maar vanzelf moeflijk, veroordeeld en bang, omdat er wat anders geweest is, en omdat er ook, al kunnen zij het niet bezien, toch wat anders onder ligt. Op de bodem van hun hart is er toch iets, dat schreeuwt om verandering, al is het ook zo zwak, dat het niet over onze lippen kan komen.

Ja, het wil wat zeggen om in zulke duisternissen, ellenden en afgronden te komen. Werkehjk, vidj zouden er in wegzinken, en verdrinken, en verbranden, wanneer die getrouwe Verbondsgod Zich niet zou ontfermen over die ellendigen. Het is uit kracht van Zijn verbondsliefde altijd maar: „tot hiertoe en niet verder", en de Heere laat de Zijnen niet beproefd worden boven vermogen. Gods voDc heeft een adres waar zij heen kunnen. God is een toevlucht voor de Zijnen. En Christus is Die grote Hogepriester, Die door de hemelen is doorgegaan. Er is voor al dat voDc, dat God van eeuwigheid gekend heeft, een open hemel, een open troon, een open weg in Christus Jezus. Maar die heve Geest moet ook telkens onze ogen en onze harten er voor openen. Er is geen gebruikmaking zonder ontdekking, openbaring en toepassing. Dat zijn stukken, die God Zijn voDc leert. Och, laten vidj dat toeh nooit vergeten. En telkens als het in waarheid bij ons aan een eind is, dan maakt God een begin; en wat is dat steeds een wonder en een verrassing voor dat volk. Dat doet hen van ganser harte bekennen: „Uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen".

Het heeft God behaagd om Ziijns Zelfs en om Zijns groten Naams wil. Zichzelf bekend te maken aan diep ellendige schepselen, door de tussenkomst van die gezegende Christus. Hij heeft Zelf gezegd: „Vader, Ik heb Uw Naam bekend gemaakt, de mensen, die Gij Mij gegeven hebt". En dat is opdat zij in het gemis terecht zouden komen, maar ook in de behoefte gebracht om die Naam zo heilig, groot en goed, te mogen kennen; om er op te vertrouwen, en om er gebruik van te mogen maken.

Dat mogen we hier ook opmerken bij Jeremia. Toen hij op de aarde in de banden kw'am, werd de hemel voor hem geopend. Hij mocht kinderlijk gelovig en vertrouwend tot God opzien. Die daar woont en troont. Gods volk weet waar zij heen kunnen in bange dagen. Het is waar gelijk wij reeds opmerkten, het moest alles geschonken worden; maar als alles wegvalt, dan blijft God de sterkte van het hart.

Het is wat een wonder voor dat volk, dat zelfs de duivel met al zijn geweld, dat toch nooit kan wegnemen en verhiuderen. Hij kan veel doen onder de toelating. Daar kan dat volk van meespreken. Maar toch als het er op aankomt, de hemel en het hart Gods eenmaal geopend door Christus, kan hij toch nimmer sluiten. Die poorten zijn des daags en des nachts voor dat volk geopend. „Heere", zegt Jeremia. Hij wendde zich in het gebed tot Jehova, tot de God des eeds en des verbonds. Tot Hem, Die 2felf die Naam verklaard had in de brandende braambos als: „De zal zijn. Die Ik zijn zal". Jehova, dat is de getrouwe en de onveranderhjke God, Die 22jn bedreigingen volvoert, maar ook Zijn beloften vervult. Hij is de Jehova, waarvan de kerk van de oude dag zong in Psalm 74 : 12: Gij evenwel, Gij blijft dezelfd' o Heer, Gij zijt van ouds mijn toeverlaat, mijn Koning, Die uitkomst gaaft, en uit Uw hemelwoning. Voor iedere oog, Uw haat'ren ging te keer.

Jehova is Gods allergrootste Naam, Het is die Naam, die 6855 maal in de Bijbel voorkomt, en die aan Gods kinderen als een pleitgrond gegeven is, om zich op te verlaten in nood en dood. De meest begenadigde onder Gods kinderen heeft niets in Zichzelf, waarmede hij kan verschijnen voor Gods aangezicht. Hun gerechtigheden zijn als een wegwerpeHjk kleed. Maar uit Jeremia 23 : 6 blijkt, dat ook deze profeet voor zijn eigen ziel Christus had leren kennen, als Jehova, onze gerechtigheid. En zie, nu in deze tekst met ootmoedige vrijmoedigheid, roept hij tot de Heere als Jehova, als zijn Jehova. O, wat een rijkdom toch, voor een in zichzelf arm mens. Onze ontrouw doet Zijn getrouwheid nooit te niet. En als wij niet liegen en bedriegen, kunnen wij op God rekenen. Zijn oor is altijd open voor het geroep Sjns voDcs. Hij is die nooit beschamende Rotssteen, Wiens werk volkomen is. Hij bezit een onbeperkt vermogen om de 22jnen te helpen en te verlossen. Hij is daartoe ook altijd bereid.

'Die nimmer mij heeft afgewezen. Noch mijn gebed gehoor ontzegd.

Gr. Rapids

Ds. W. C. Lamain

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 1958

De Banier | 8 Pagina's

Een kinderlijke ontboezenning in een bange tijd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 1958

De Banier | 8 Pagina's