Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR DE JEUGD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR DE JEUGD

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM KOOS

Beste neven en nichten! Als jullie deze „Banier" in handen krijgt, is er al weer een week van het nieuwe jaar 1939 voorbij. Ook is het al weer zo ver, 'dat de oplossingen der raadsels van de opgaven 365 tot en met 568 kunnen ingezonden worden. Het is dus nu een goede gelegenheid om zich als nieuwe neef of nicht op te geven en de oplossingen in te zenden. Voordat wij de nieuwe raadsels geven, moeten wij nog even wat herstellen. In de opgave 566 voor de ouderen, het eerste raadsel, staat dat dit raadsel 52 letters bevat. Dit is niet juist, het moet 62 zijn. Verder is er nog een drukfout in dit raadsel. Het cijfer 3 in het derde gegeven moet namelijk 13 zijn. Dergelijke foutjes zullen wel eens meer aangetroffen worden. Men moet echter bedenken, dat bij een krant alles even vlug moet gaan, zodat het heel gemakkelijk gebeuren kan, dat ei-bij de korrektie zetfouten over het hoofd gezien worden, wat vooral bij een groot aantal cijfers het geval is. Als men het goed wil doen, zouden twee personen de drukproef moeten korrigeren, waarbij de één opleest en de andere kontroleert. Dit gaat echter niet altijd, zodat de kans op het blijven staan van fouten altijd mogelijk is. Het is echter meermalen gebleken, dat ondanks het voorkomen van enkele fouten, de raadsels toch goed kunnen worden opgelost. Wij gaan nu over op de nieuwe raadsels van

OPGAVE 568

Jongeren:

1. Een tekstgedeelte uit de Openbaring van Johannes bestaat uit twee-envijftig letters (nu zijn het er echt 52). 2Soek dit tekstgedeelte met behulp van de vclgende gegevens:31 24 40 1 48 10 is één dei-boeken van Mozes. 7 32 8 19 was de vrouw van Chiljon, de Moabiet. De Heere Jezus wordt genoemd de 26 34 4 38 29 uit Juda's stam. 11 3 22 44 was het paradijs. Door het 39 6 45 36 15 des' Heeren zijn de hemelen gemaakt. Fenix was een 49 18 46 13 28 in Kreta (Hand. 27). De 5 30 12 20 37 33 was een beek bij Gethsémané. Opschortende de 25 32 35 21 27 2 uws verstands (1 Petrus 1). • 16 14 is een voegwoord. Een zuivere rivier, 42 9 41 50 17 als kristal (Openbaring 22). De profeet 43 26 10 23 51 vloekte de kinderen^ die hem nariepen.

2. Noem de naam van: a. de koning van Moab, die Büeam ontbood om Israël te vervloeken. b. de koning van Moab, die door Ehud werd doorstoken. c. de man, die uit Sodom werd gered. d. de richter, die een raadsel opgaf. e. de zoon en opvolger van koning Joas. f. de priester^ die met stomheid geslagen werd. g. het dal, waar een deur ider hoop was. h. een stad in Gilead, welke Achab wilde heroveren. Welke naam vormen de eerste letters van bovengevraagde namen? 3. Zoek uit elk der volgende zinnen een woord, zó, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen, voorkomend in de tweede brief aan de Korinthiërs, het derde hoofdstuk. a. Want de afwijker is de Heere een gruwel. b. De BÉere zegene en behoede u. c. Maar nu in Christus Jezus zijt gij. d. De wet des Heereni is volmaakt. e. Hij zond van de hoogte. f. Door de Geest Zijns monds al hun heir.

Ouderen:

1. Een tekstgedeelte uit de brief aan Titus bestaat uit zeverb-en-vijftig letters. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende gegeven is:4 11 19 29 51 was de profeet, die profeteerde over Bethlehem Efratha. De 27 33 1 22 39 geesten, die voor Gods troon zijn. 28 55 18 49 is een metaal. Ik heb de goede 14 21 42 56 10 strijd gestreden. Jo? ; ua's vader heette 7 30 44. Er werd duisternis over de gehele aarde tot de 23 43 37 48 57 de ure. 8 3 15 20 9 35 52 was een dichter van berijmde psalmen uit de Zuidelijke Nederlanden. 24 6 26 40 25 46 was één der oproermakers in de woestijn onder Israël. Ninevé was een grote stad van 47 3 36 2 dagreizen. Voor Mij zal alle 16 32 53 12 zich buigen. 50 43 17 is het Spaanse woord voor mijnheer. 34 13 is de in deze dagen veel gehoorde wens (afgekort). 41 38 34 is een klein getal. 31 moet geraden worden.

2. Zoek uit elk der hieronder voorkomende zinnen een woord, zó, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen uit de Openbaring van Johannes, tussen de hoofdstukken 15 en 18. a. Deze zijn het, die zichzelf afscheiden, b. Asaf noemde zich een groot beest voor God. c. En dat ook de onzen leren. d. Salomo was de zoon van koning David. e. Die zoeke vrede en jage dezelve na. f. Het is niet desgenen diie wil. g. Waar is de onderzoeker dezer

3. De naam van iemand uit Numeri met nadere aanduiding, bestaat uit een-en-twintig letters. Zoek deze naam met aanduiding met behulp der volgende gegevens:8 4 5 18 3 9 20 was de zesde zoon van Jakob en Lea. 15 10 19 2 was een profeet, die naar Tarsis vluchtte. Henoch van Kain en Enos van Seth waren 11 7 12 21 14. GeHjk 1 13 17 gaat de dag voorbij. 6 16 is een lidwoord.

De oplossingen der raadsels van de opgaven 565 tot en met 568 kunnen ingezonden worden aan het adres van Oom Koos, postbus 2019 te Utrecht. Nieuwe neven en nichten moeten aan de voorzijde van hun brief het woord Nieuw schrijven.

Voorts herinneren wij er nog eens aan, dat aan de achterzijde van de brief naam en adres moeten vermeld worden en onder de oplossingen voornaam, achternaam en adres.

Thans gaan we verder met het verhaal over

EEN MOEDIGE VROUW

3 (slot)

Koning Jacobus van Engeland, Ierland en Schotland wilde alzo aan ds. Welch, zoals wij de vorige maal zagen, geen toestemming geven zich opnieuw in Schotland te vestigen. Nu werd een andere weg beproefd om de koning persoonlijk te benaderen. Het was de vrouw van ds. Welch, die dit deed en aan wie het ook gelukte door middel van bloedverwanten van haar moeder om tot de koning toegelaten te worden.

Toen zij voor de koning verscheen, maakte zij zich eerst bekend als de dochter van John Knox. Wel verre van hierdoor toeschietelijker te worden, werkte deze mededeling op de koning veeleer als een rode lap op een stier. Wat, riep hij uit, Knox en Welch, nooit heeft de duivel nog zulk een paar tezamen gekoppeld!

Inplaats van door deze uitval des konings uit het veld geslagen te zijn, gaf ds. Welch's vrouw hem ten antwoord: „WaarschijnHjk niet, Sire, wij hebben hem ook niet om raad gevraagd!"

Hierop wenste de koning precies te weten hoeveel kinderen John Knox had gehad en of het vrouwen of mannen waren. Zij antwoordde, dat er behalve zij zelf nog drie kinderen waren, alle drie ook dochters, die allen nog leefden. Dit antwoord was voor de koning blijkbaar een hele verlichting, want terwijl hij zijn beide handen omhoog hief, riep hij uit: „Gode zij dank! want leefden er nog drie zonen van Knox, dan zou ik nimmer mijn drie koninkrijken in rust en vrede kunnen bezitten!"

Ds. Welch's vrouw beproefde nu andermaal voor haar echtgenoot de vergunning te verkrijgen om naar Schotland te mogen terugkeren. De koning bleef echter onvermurwbaar.

Met zijn gewone grofheid antwoordde hij: , , Aan hem de lucht van dit land geven? Geef hem de duivel!"

Ook door deze woorden liet de vrouw van ds. Welch zich niet afschrikken. Slagvaardig als zij was, zeide zij: „Die kunt gij aan uw hongerige hovelingen geven".

Tenslotte verklaarde de koning, dat Welch in zijn vaderland mocht terugkeren onder voorwaarde, dat hij zich zou onderwerpen aan de onlangs: aangestelde bisschop. Dit was evenwel een eis, welke vierkant inging tegen het presbyteriaans beginsel, dat van geen hiërarchie (rangorde van de elkaar ondergeschikte geestelijke machten) weten wil, omdat het deze in strijd acht te zijn met Gods Woord. Ds. Welch's vrouw verklaarde dan ook onmiddellijk en onverschrokken, dat aan deze voorwaarde nimmer zou worden voldaan. Zij hief namelijk haar boezelaar op en zeide geheel in de geest van haar vader: „Met verlof, sire! liever dan dit, Kou ik zijn afgeslagen hoofd in deze voorschoot opvangen".

Na deze ontmoeting met de koning heeft deze vrouw nog maar nauwelijfe drie jaar geleefd. Zij overleed in een plaats in Schotland in januari 1625, vervuld van de hope des eeuwigen levens.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 1959

De Banier | 8 Pagina's

VOOR DE JEUGD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 1959

De Banier | 8 Pagina's