Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kabinetsformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kabinetsformatie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is enige vertraging ontstaan in de formatie-arbeid van de informateur Prof. Beel.

Deze was aanvankelijk van plan woensdag 25 maart een rapport aan de Koningin aan te bieden, maar dit is door hem uitgesteld moeten worden tot een dag later. De reden daarvan is daarin gelegen, dat hij nog een dag tijd nodig had om zijn rapport in gereedheid te brengen, nadat dinsdagavond 24 maart de schriftelijke uiteenzettingen van de Kamerfraktievoorzitters van de P.v.d.A., Mr. Burger, van de K.V.P., Prof. Romme, van de A.R.P., Mr. Bruins Slot, en van de C.H.U., Dr. Tilanus, in zijn bezit gekomen waren, terwijl van de voorzitter van de V.V.D., Prof. Mr. Oud, met wie de informateur een onderhoud van vijf kwartier heeft gehad, geen nadere schrif­ telijke uiteenzetting verwacht werd. Het standpunt, dat de V.V.D. ten aanzien van het komende kabinet heeft ingenomen, is onveranderd gebleven. Het houdt in, dat de V.V.D. geen zitting met de socialisten in één ministerie in de komende vier jaar wil, en evenmin een absolute binding aan een regeringsprogram; dit in tegenstelhng met de P.v.d.A., die dit juist wel wil.

De V.V.D.-Kamerfraktie wil, ook indien er geestverwanten in een kabinet zitting nemen, de regeringsvoorstellen naar eigen inzicht beoordelen. Zij blijft vasthouden aan het stelsel van verantwoordelijkheid van de regering enerzijds, en van de volksvertegenwoordiging anderzijds.

Bij zijn informatie-arbeid heeft Prof. Beel ongetwijfeld kennis moeten nemen van een aantal problemen, die in de komende parlementaire periode opgelost moeten worden, waarbij hem ook de verlangens van de vakverenigingen en - organen zijn medegedeeld.

Men neemt vrij algemeen aan, dat daaronder problemen zijn, waarbij niet alleen de konfessionele partijen met de Partij van de Arbeid van inzicht verschillen, maar waarbij ook de konfessionele partijen onderling verdeeld zijn, daar zij van opvatting verschillen. Dit moet onder meer het geval zijn betreffende het vraagstuk van de wettelijke regeling van de voetbaltoto, waarbij de A.R. fraktie, althans een deel er van, maar moeilijk kan instemmen met de regeling, welke de K.V.P.-Kamerfraktie wenst.

Ook de zogenaamde Mammoeth-wet van minister Mr. J. C. M. Cals tot reorganisatie van het gehele voortgezette onderwijs, moet moeilijkheden opleveren. Dit wetsontwerp stuit bij de C.H. Kamerfraktie op grote deels staatsrechtelijke, deels principiële bezwaren, terwijl men in A.R. kringen van oordeel is, dat dit wetsontwerp, tot wet verheven, gevaar voor het protestants-christelijk onderwijs, bijvoorbeeld in het zuiden van het land, oplevert.

Voorts ontmoet, naar algemeen wordt aangenomen, in A.R. en C.H. kringen de eis van de K.V.P. tot snellere invoering der algemene kinderbijslag, ernstige bezwaren, waartegen ook bij de V.V.D. en een klein deel van de P.v.d.A. overwegend bezwaar bestaat. Het zal nog niet zo gemakkelijk zijn in deze een oplossing te vinden, welke tenminste de konfessionele partijen bevredigt.

Verder heerst er betreffende een andere eis van de K.V.P., welke de bevordering van de bezitsvorming inheeft, ook nog geen overeenstemming.

Men brengt hèt langdurige onderhoud, dat Prof. Romme dezer dagen gehad heeft met de staatssekretaris Drs. W. K. N. Schmeltzer, hiermede in verband. Er zijn er zelfs die van mening zijn, dat deze staatssekretaris in het komende kabinet gepromoveerd zal worden tot minister zonder portefeuille, die speciaal met de bezitsvorming belast zal zijn.

Dan is er nog de kwestie van huren, melk en lonen.

Ofschoon ten aanzien van deze kwestie in de konfessionele kringen een grote mate van overeenstemming schijnt te bestaan, moet men het daarin daarover nog niet geheel eens zijn. Deze kwestie moet dinsdag 24 maart voor het eerst wat breedvoeriger in de frakties ter sprake gekomen zijn. Naar wat uit die besprekingen is uitgelekt, werd er gesproken over een huurronde van dezelfde orde en grootte als de vorige huurverhoging. Toen slaagde de socialistische Kamerfraktie er in om de helft van die huurronde af te romen, doch daartoe zal het thans wel niet komen, althans niet wanneer de socialisten buiten de regering blijven. De voorgenomen huurverhoging ligt nog een flink stuk beneden het peil, dat in het rapport van de liberale Teldersstichting noodzakelijk werd geacht.

Overigens moet er ook een stroming onder de Kamerleden bestaan, die voorstaat om de huurverhoging op het platteland, waar de kloof tussen bestaand en gewenst huurpeil minder groot is, door een grotere huurverhoging dan in de steden, nu ineens te doen plaats vinden. Afschaffing van de melksubsidies zou al evenzeer in overweging zijn. Tegenover de huurverhoging en de stijging van de melkprijs zou dan de kompensatie staan van een loonronde om het verschil ruim te dekken. Men kan echter moeilijk aannemen, dat — zo lang het advies van de Sociaal-Ekonomische Raad over deze materie niet is uitgebracht — er bij sommige Kamerleden geen bezwaren zouden bestaan om op dergelijke wijze deze aangelegenheid tot een oplossing te brengen, welke er echter wel gebracht moet worden onder lei'ding van het komende ministerie.

Voor de Partij van de Arbeid kan de bovenvermelde oplossing echter moeilijk bevredigend zijn. In die kring stelt men zich immers op het standpunt, dat er eerst een loonronde moet komen teneinde de gevolgen van de bestedingsbeperking voor de werknemers op te heffsn. Prof. Beel zou echter vari oordeel zijn, dat zulk een loonronde niet kan plaats vinden. De eerstkomende jaren zou er een politiek gevoerd moeten worden van beperking van uitgaven en zou het tekort op de begroting met een half miljard verlaagd dienen te worden.

Benevens dit moet er nog een verschil bestaan, aan wie de leiding zal worden opgedragen, wanneer er een rechts ministerie gevormd zal worden. Men is van oordeel, dat er van de zijde van de protestants-christelijke frakties op een protestants-christelijke formateur zal worden aangedrongen, en dat vooral door de Kamerfraktie van de C.H.U., weDce heel wat minder gesteld is op de samenstelling van een koalitiekabinet met de K.V.P., dan de Anti-Revolutionairen het zijn.

De r.k. „Volkskrant" van woensdag 25 maart meldde echter, dat voor formateur in aanmerking zou komen de Noordbrabantse Kommissaris van de Koningin, Prof. De Quay, die op genoemde dag in Den Haag was. Daar tegenover lopen er geruchten, dat de formateur een man van protestants-christelijken huize zou zijn. Zekerheid bestaat er echter op dit punt nog niet; al evenmin als over het te vormen kabinet. Aan de ene kant bestaan er nog vrij ernstige verschilpunten tus.scn de Kamerfrakties, anderzijds staan nog alls mogelijkheden open en is er nog geen enkele kombinatie definitief afgesneden.

Uit esn uitlating van een K.V.P.-er, die geacht kan worden tot de linkervleugelvan deze partij te behoren, blijkt, dat zelfs nog de figuur van een regeringssamenwerking op smalle basis van de K.V.P. en de P.v.d.A. niet tot de volstrekte onmogelijkheden wordt gerekend, waartegen de rechtse vleugel van de K.V.P. zich echter stellig zal verzetten. Bij de bestaande onzekerheid is de kans op de vorming van een , , program-kabinet" het meest waarschijnlijk. Dit kabinet zal er dan één van extra-parlementair karakter zijn, waarin begrijpelijkerwijs geen lid van de Partij van de Arbeid zitting zal hebben. Wel heeft de informateur Mr. Burger, de Kamerfraktievoorzitter van de P.v.d.A., woensdagmorgen 25 maart nog ontvangen, doch, naar men aanneemt, om hem aangaande de gang van zaken in te hchten. Een parlementair kabinet zal wel niet gevormd worden, ook al niet omdat er in de kring van de C.H. Kamerfraktie ernstige bezwaren bestaan tegen een sterke binding aan een parlementair kabinet.

Zo is het dan zover gekomen, dat het gesprek met Mr. Burger wel het allerlaatste zal zijn, dat in het kader van de onderhavige informatiepogingen wordt gevoerd. De eerste fase van de kabinetsformatie zal daarmede afgesloten zijn. De informateur kan zich nu naar de Koningin begeven voor het uitbrengen van zijn rapport, dat er één van zeer lijvige aard moet zijn.

Intussen wordt in de kringen uit de omgeving van Prof. Beel nog betwijfeld of er na het uitbrengen van het rapport ook reeds terstond een formateur zal worden benoemd. Het onderhavige rapport moet van zulk een omvang zijn, dat het nog wel enige diepgaande studie zal vorderen alvorens daaruit de nodige konklusies kunnen worden getrokken. Ook kan de Koningin het wenselijk vinden, dat nog eerst andere personen zullen ge­ raadpleegd worden alvorens door Haar een foiTnateur wordt aangewezen.

Tot zover hebben wij in dit artikel dan kunnen gaan om onze lezers in te lichten over de gang van zaken sedert ons vorig artikel in , , De Banier" verscheen. De aangelegenheid van de vorming van het komend ministerie neemt begrijpelijkerwijs een voorname plaats in de dagbladen in, dewijl vele Nederlanders er op gesteld zijn om in dezen op de hoogte van de gang van zaken te worden gesteld, en het een aangelegenheid is, welke voor heel het Nederlandse volk van grote betekenis is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 april 1959

De Banier | 8 Pagina's

De kabinetsformatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 april 1959

De Banier | 8 Pagina's