Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog immer geldt het in de loop der eeuwen zo zeer genegeerde woord des Heeren: „Vertrouwt niet op prinsen, op des mensen kind, bij hetwelk geen heil is. Welgelukzahg is hij, die de God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op de Heere, zijn God, is".

In deze doorlopende negatie is ons de verklaring geboden van al het onheil, dat de mensheid overkomen is. Het onheil heeft haar echter niet kunnen overtuigen van de droeve gang van zaken, welke een gevolg is van deze negatie. Telkens en telkens weer heeft zij in de loop der eeuwen het heil van de mens verwacht, onder wie zij deze en gene bewierookt heeft voor wie zij te hunner nagedachtenis zelfs standbeelden heeft opgericht. Even veel keren als zij echter het heil van de mens verwacht heeft, even veel keren is zij daarmede bedrogen en teleurgesteld uitgekomen.

Ook in onze dagen is dit opnieuw te konstateren. Wij beleven toch dag*"v - -/on ergerlijke en vérgaande miskenniiij^-f'Jy^a-God en Zijn geopenbaard Woord, waarin men in de benarde omstandigheden, waarin wij verkeren, de uitkomst en redding alleen bij de mens, diens krachten, verstand en gaven, zoekt. En als dit op een mislukking uitloopt, wat op zichzelf volstrekt geen wonder is, geüjk dat met zovele konferenties het geval geweest is. dan geeft de één de ander daar de schuU van, instede van dat het enige verootmoediging, tot een Ninevietische bekering, zelfs iemand hunner gebracht heeft. Dit valt ook thans weer waar te nemen bij de laatste Geneefse konferentie, welke tenslotte als een zeepbel uiteengespat is en welke men op hoop van een betere uitslag op 13 juli a.s. wenst te hervatten. Of daar enige gegronde hoop voor bestaat, valt om verschillende redenen zeer te betwijfelen. Bij zijn terugkeer in .A.merika verklaarde de Amerikaanse minister Herter immers, dat de westelijke ministers bij de hervatting van de konferentie in juli wederom bereid zullen zijn te onderhandelen in goed vertrouwen, rnaai dat zij opnieuw zullen vasthouden aan hun beginselen en rechten. Bij al de besprekingen waren de westelijke ministers vast besloten geen regelingen te treffen, welke de vrijheid van de twee miljoen inwoners van Berlijn zullen ondermijnen. Het Amerikaanse ministerie van buiten-'.•ndse zaken gaf voorts een verklaring uit, waarin gezegd wordt, dat de Amerikaanse regering er op vertrouwt, dat met geduld en vastbeslotenheid regelingen gevonden kunnen worden om de veiligheid en welvaart van de bevolking vaa West-Berlijn te verzekeren. Van deze verantwoordelijkheid tegenover de bevolking van West-Berlijn is de Amen Icaanse delegatie in Geneve zich tijdens de afgelopen weken steeds bewust geweest, aldus het communiqué, dat volgens waarnemers werd uitgegeven als antwoord op de Russisch-Oostduitse ver-Haring ia Mos'kou, waarin gezegd wordt, dat de Sovjet-Unie en Oost-Duitsland vast besloten zijn zo spoedig mogelijk een einde te maken aan de abnormale toestand in West-Berlijn.

Bovendien heeft de toespraak van de Amerikaanse minister Herter voor de televisie over de houding, welke de Amerikaanse delegatie in Geneve had aangenomen, in Amerika een algemene instemming gevonden. Vooraanstaande leden van het congres uit beide partijen hebben hun onvoonvaardelijke steun uitgesproken voor de Amerikaanse houding in Geneve. Men hoopt in de regeringskringen, dat de Russische regering met dit feit rekening zal houden, ten einde een wijziging van haar pohtiek te overwegen. Nochtans is men in Amerikaanse kringen somber gestemd omtrent de vooruitzichten op een mogelijk vergelijk. Het is onmiskenbaar duidelijk, aldus schrijft een invloedrijk Amerikaans blad, dat de Russische regering geen wezenlijk belang stelt in een verbetering van de Berhjnse kwestie.

Hoewel minister Herters rede in wezen een beroep op het Amerikaanse volk was om geduld te oefenen, liet hij tevens uitkomen, dat een topkonferentie van de regeringspersonen is uitgesloten, tenzij de Russische regering bereid wordt gevonden haar huidige standpunt te wijagen. In de Amerikaanse diplomatieke kringen oordeelt men echter, dat daarop hoegenaamd geen kans bestaat.

Intussen hecht men in die kringen wel waarde aan het aanstaande bezoek van de eerste Russische onderpremier Koslof aan Amerika en de besprekingen, welke hij met president Eisenhower en minister Herter zal voeren. Men beschouwt daarin het bezoek als de enige direkte kans om de impasse tussen de westelijke en de oostehjke mogendheden te doorbreken.

De Amerikaanse regering overweegt thans ernstig welke gedragslijn zij in de naaste toekomst volgen zal. Minister Herter heeft in zijn toespraak geen woord gezegd omtrent hetgeen zijn regering en die van haar bondgenoten inmiddels van plan zijn te doen, behalve dan om inzake Berlijn een vastberaden houding te blijven aannemen.

Nieuwe stappen of voorstellen van westelijke zijde acht men onwaarschijnlijk; de opvatting der diplomatieke Amerikaanse kringen is, dat de Russisch© regering thans eerst blijk van goede wü dient te geven. Wel oordeelt men daarin, dat het speurwerk naar mogehjke oplossingen dient voortgezet te worden. Belangrijker vindt men echter in die kringen het handhaven van onwrikbare weerstand tegen de Russische politiek, welke gericht is op verzwakking van de westelijke positie.

In tegenstelhng met de verklaring van president Eisenhower en minister Herter, dat de Amerikaanse regering zal vasthouden aan haar eis, dat er werkelijke vooruitgang gemaakt moet worden op de aanstaande ministerskonferentie te Geneve, wH er een topkonferentie op volgen, legde de Engelse minister-president - Macmülan een opmerkelijk optimisme aan de dag in een rede in het lagerhuis inzake de vooruitzichten voor een topkonferentie. Na aanvankelijk een enigszins ontwijkend antwoord op de vraag, welke een parlementslid hem gesteld had aangaande het houden van een topkonferentie, gegeven te hebben, stelde dit lid hem een tweede vraag betreffende de topkonferentie. Met deze vraag vroeg hij ^ minister Macmillan, of deze het niet met tem eens was, dat een zorgvuldige bestudering van de laatste verklaring van

Gromyko en de laatste rede van Chroestsjef aantoonde, dat de standpunten van de westelijke en de kommunistische regeringen niet zo ver van elkaar verwijderd waren als eerder aangenomen werd. Op deze vraag gaf minister Macmillan ten antwoord, dat hij het daarin met dit hd eens was en dat het een fout zou zijn om de mate van het sukses, dat reeds op de konferentie van de ministers van buitenlandse zaken te Geneve was bereikt, te onderschatten. Er was weliswaar nog geen overeenstemming bereikt, maar de wederzijdse posities waren ongetwijfeld verduidehjkt en elkaar in bepaalde aspekten nader gekomen. Daarom hoopte de minister, dat na een kort reces nog verdere vooruitgang zou worden geboekt.

Uit minister Macmülans rede heeft men mede opgemaakt, dat in de regeringskringen een bijeenkomst van de regeringsleiders van Amerika, Engeland en Frankrijk tijdens het reces van de ministerskonferentie niet nodig geacht wordt. Het staat dan ook thans wel vast, dat voor de hervatting van de konferentie te Geneve op 13 juH a.s. geen bespreking zal plaats vinden tussen de regeringshoofden van Amerika, Groot-Brittannië en Frankrijk; alleen de Westduitse bondskanselier Dr. Adenauer is er voor, dat deze bespreking zal plaats vinden. Volgens deze zijn de Russen er in geslaagd een wig te drijven in het westelijke kamp. De Westduitse minister van buitenlandse zaken, Brentano, is dit niet met de bondskanselier eens. Hij verklaarde in een verslag voor het Westduitse kabinet, dat de samenwerking van de westelijke delegaties uitstekend is geweest. In een zitting van de fraktie van zijn partij drukte Brentano zich nog meer beslist uit. Er kon, verklaarde hij, aan de houding van de Engelse delegatie en van de Engelse minister van buitenlandse zaken niet worden getwijfeld. De westehjke delegaties hebben zich als ware bondgenoten gedragen.

De Westduitse regeringswoordvoerder heeft inmiddels op een perskonferentie medegedeeld, dat er geen initiatief genomen is van enigerlei zijde voor een bijeenkomst van de westehjke regeringshoofden. Wel is er van de Italiaanse regering een verzoek uitgegaan tot het houden van een bijeenkomst van de ministers van buitenlandse zaken van het Noord-Atlantische pakt. Doch-dit verzoek is door geen enkele andere regering dan de Belgisch© ondersteund.

De Itahaanse minister van buitenlands© zaken, Pella, zei, dat zijn regering hoopt, dat overleg, zoals door zijn regering is voorgesteld, plaats zal vinden, dewijl dit zonder twijfel nuttig zou zijn. Hij deed voorts een beroep op de Russische regering, zich tijdens het reces van de Geneefse ministerskonferentie te beraden en haar vertegenwoordigers niet meer met ultimatieve voorstellen naar Geneve terug te zenden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 1959

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 1959

De Banier | 8 Pagina's