Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een melaatse  door Jezus gereinigd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een melaatse door Jezus gereinigd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zie, een melaatse kwam en aanbad Hem, zeggende: Heere, indien Gij wilt. Gij kunt mij reinigen.

En Jezus, de hand uitstrekkende, heeft hem aangeraakt, zeggende: Ik wil, word gereinigd. En terstond werd hij van zijn melaatsheid gereinigd.

Mattheüs 8 : 2-3

IV.

Zie hier toch, ontwaakte zondaar, de eeuwige zondaarsliefde van Christus. Hij raakte hem aan! Zo wil Hij Zich één maken met uw nood en worstelingen. Zo heeft Hij Zich één gemaakt met de nood van Zijn volk op de vloekheuvel Golgotha.

Daar daalde Hij in de drie-urige duisternis af naar de ontzaggelijke nood van Zijn kerk, die Hem van de Vader gegeven was om haar te verlossen en te reinigen. Niemand kon Hem v/eerhouden om Zijn beminde bruid te verlossen. Satans bespottingen en de angsten der hel niet, zo min als de afschrikweklcende vuilheid en onreinheid van die bruid. Hij daalde af tot haar, werd één met haar, hoewel Hij Gode evengelijk was. Welk een wonder van eeuwige liefde!

En wanneer de bruidskerk uit die ruisende kuil en dat modderig slijk wordt opgehaald en verenigd wordt door het geloof met haar Bruidegom, o, dan pas leert ze verstaan wat het Hem heeft gekost om haar uit die diepte op te halen. Dan leert ze aanbidden Zijn liefde en barmhartigheid, waar Hij Zich niet schaamde de broederen in alles gelijk te worden, uitgenomen de zonde.

Jezus, staande bij de melaatse, hem aanrakende, de hand uitstrekkende, maar ook hem bemoedigende met de woorden: „lic wil, word gereinigd".

Eenmaal sprak iemand: „Nooit heeft een mens gesproken gelijk deze mens!" Inderdaad, wie kan spreken gelijk Hij? Hij spreekt met macht en majesteit. Zijn Woord is Zijn daad. „Ik wil".

Zie, dat was de vraag, waar én de melaatse én zovelen van Gods oprechte kinderen mee geworsteld hebben of nog worstelen, namelijk of de Heere hen wil hebben zoals zij zijn. Zie dan hier het treffende beeld.

„Ik wil". Dat opent de diepte van Jezus bewogenheid en zondaarsmin.

„Ik wil". Dat laat ons zien hoe er in Christus diepten der bewogenheid met verloren zondaren zijn, die in Adam alles missen en rechtvaardig moeten derven.

Wat een gezegende weldaad om zo Christus in Zijn gewilligheid te leren kennen. Hij gewillig om mij te redden uit de nood. Is het dan een wonder, dat Christus dierbaar wordt voor het verslagen en verbrijzelde hart?

O, wat wordt Hij bemind door de ziel, die geproefd heeft de gewilhgheid van zuDc een Borg! Wat begerenswaardig om door Hem genezen en gereinigd te worden. Wat een uitgangen der liefde in het hart tot Jezus. Ja, hier geldt voorzeker, dat al gaf iemand al het goed van zijn huis voor deze liefde, men zou hem ten enenmale verachten.

Maar het blijft niet bij het woord: „Ik wil". Jezus toont Zijn liefde ook in de daad, want Hij voegt er aan toe: , wordt gereinigd!" Zijn woord en daad zijn onafscheidelijk aan elkaar verbonden, niet van elkaar los te denken.

En zie, daar voltrekt zich het wonder bij deze melaatse. Wat geen mensenkunst vermocht, wat hij zelf met inspanning van al zijn krachten niet tot stand kon brengen, geschiedt door het enkele woord van Christus.

„En terstond werd hij van zijn melaatsheid gereinigd", zo lezsen wij. Wie zal schetsen wat dit voor die melaatse is geweest? Gereinigd, genezen! Nooit had hij kunnen denken, dat het nog eens zou gebeuren.

En zie, terwijl hij naar het woord des Heeren zich begeeft naar de priester, voltrekt zich daar dat heerlijke wonder. Hij voelt het, hij beleeft het, hij ziet het! Jezus' woord is waar! Zalig, heerlijk waar!

En dan kan Gods werk onderzoek lijden. Als straks de kritische ogen van de priester over hem gaan, om naar eis van Gods wet hem te onderzoeken, dan zal deze priester geen vlekje, geen zweer, geen onreinheid meer kunnen bespeuren. God doet geen half werk.

„Genezien", dat is de lofzang, die in de ziel van de melaatse gezongen wordt, en wie zal ook maar enigerraate kunnen zeggen wat daar in zijn ziel is omgegaan? Wat zal die man verblijd zijn geweest! Weet ge wie daar iets van verstaan?

Zij, die, evenals de melaatse, uit de mond van Jezus géhoord hebben: „Ik wil, word gereinigd". Die gewassen en gereinigd zijn geworden door het bloed van Christus, rein van zonden en overtredingen verklaard zijn 'geworden.

Gereinigd en verlost! O, welk een weldaad! Gewassen door het dierbaar bloed van Christus en het getuigenis vernomen te hebben in de ziel:

De schuld Uws volles hebt G' uit Uw boek gedaan; Ook ziet Gij geen van hunne zonden aan. Gij vindt in gunst en niet in wraak Uw lust; De hitte van Uw gramschap is geblust.

Wat een blijdschap, wat een zielzaUgende vrede, die alle verstand te boven gaat! Rijp voor de hel en nu een erfgenaam des hemels! Onder de vloek door de zonde, en nu delend in de liefde Gods!

Maar keren we nog eenmaal terug naar de melaatse.

Nu hij gezond verklaard is door de priester, heeft hij het recht ontvangen om weer in de gemeenschap van het volk van Israël opgenomen te worden. Wat zal dat een terugkeer geweest zijn! Terug in de kring van Zijn volk en familie

Nu niet meer een eenzame balling. Nu is het huis des Heeren niet meer voor hem gesloten! Nu mag hij weer met de anderen opgaan als de Heere Zijn volk roept om in Zijn huis te verschijnen.

De gemeenschap met de Heere, die hem van tevoren verboden was, is nu weer voor hem ontsloten. In één woord: hij is - -ij'

Hij mag nu vrij gaan en staan waar hij wil. Geen wet vervolgt hem meer. Geen mens ontwijkt hem meer. Geen deur blijft voor hem gesloten.

En vinden we hier weer niet een treffend beeld van de vrijgemaakte zondaar? Paulus heeft die verloste kerk dan ook opgeroepen om te staan in de vrijheid, waartoe zij ook geroepen is.

De gemeenschap Gods is door Christus voor hen weer ontsloten, en al zullen ze tot aan hun dood nog gedurig de smet der zonde gewaar worden, de vloek is voor hen weggenomen. Welgelukzalig de mens, die dit mag gebeuren!

Hebben we, medereizigers naar de allesbesHssende eeuwigheid, onze zielemelaatsheid leren kennen? Dat is noodzakelijk om gereinigd te kunnen worden. Onrein zijn we in de ogen des Heeren, Jesaja getuigt van ons allen, dat we zijn vol striemen en etterbuilen, die niet uitgedrukt, noch verbonden zijn. Het droevige is echter, dat het de meesten niet deert, nich ontstelt.

Men leeft maar door, zonder te beseffen dat de eeuwigheid spoedig komt. Ea denkt ge dan voor de Heilige te kunnen bestaan in uw onreinheid? O zondaar, smeek de Heere, Die nog roept: „Bekeert u, bekeert u", om geopende ogen om te zien uw vresehjke onreinheid, opdat ook in uw leven vervuld mocht worden: „Ik zal maken, dat ze een •walg van zichzelf krijgen".

Gelukkig die dit verstaat! Voor hen is een fontein geopend voor al de onreinheid van het huis van Israël, die dag en nacht geopend is.

Vlucht tot die fontein om gereinigd te worden! U zelf te reinigen is onbegomien werk, dat op niets dan droeve teleurstelling en bittere ontgoocheling zal uitlopen.

Hoe eerder dit plaats vindt, hoe beter, opdat ge als zulk een verlegen zondaar tot Christus vlucht met de bede: ..Indien Gij wilt. Gij kunt mij reinigen", om het dan te ervaren: „Ik wil, wordt gereinigd".

Veenendaal

Ds. J. Keuning

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juli 1959

De Banier | 8 Pagina's

Een melaatse  door Jezus gereinigd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juli 1959

De Banier | 8 Pagina's